Het ‘hervormde’ ambtenarenpensioen of hoe de berg opnieuw een muis baarde
Heilige huisjes aangepakt?!
foto © Belga
Vivaldi pakt uit met een ‘grote’ pensioenhervorming. Dat de ambtenarenpensioenen daarbij grotendeels buiten schot blijven, is te gek voor woorden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHoera, er is alweer een nieuw pensioenakkoord. Sterker nog: volgens vicepremier Vincent Van Quickenborne – een man die zijn eigen dromen wel vaker voor werkelijkheid neemt – heeft de regering met deze pensioenhervorming zowaar een heilig huisje aangepakt. Hij verwees daarbij naar de ‘hervorming’ van de ambtenarenpensioenen, die de nu vooropgestelde besparing op de pensioenkosten voor 80 procent moet financieren. Die even boude als voluntaristische stelling van Van Quickenborne vraagt om enige duiding.
De federale regering besliste om de zogenaamde perequatie van de ambtenarenpensioenen drastisch in te perken. Perequatie betekent dat, zodra het loon van de nog werkende ambtenaren stijgt, ook de gepensioneerde ambtenaren recht hebben op die verhoging. Let wel: die stijging komt dan nog eens bovenop de automatische indexering van hun pensioen. Mocht u denken dat het nu bereikte pensioenakkoord eindelijk paal en perk stelt aan deze absurditeit, u dwaalt. Een dergelijke kaakslag voor de ambtenaren, dat kunnen we écht niet maken. Nee, de stijging los van de indexering wordt voortaan beperkt tot maximaal 0,3 procent per jaar. Toch stonden de ambtenarenvakbonden deze week al meteen op hun achterste poten: de sociale bescherming van de ambtenaren wordt hiermee verder afgebouwd. Schande!
Ambtenarenpensioenen
Om de inzet én de absolute noodzaak van een veel verregaander hervorming van ons pensioensysteem te schetsen alvast deze cijfers. In haar meest recente jaarverslag berekende de studiecommissie voor de Vergrijzing dat de snelle veroudering van de beroepsbevolking in ons land de uitgaven voor de sociale zekerheid zal doen toenemen van 25,7 procent van het BBP in 2022 tot ruim 30 procent in 2050. Pensioenen nemen een almaar grotere hap uit die sociale zekerheid, en dus is het niet zo verbazingwekkend dat Europa ons land al flink wat jaren aanmaant om de stijging van die uitgaven dringend in te perken.
Dat er – zonder daarbij aan een potje ambtenaren-bashing te doen – vooral bij de ambtenarenpensioenen nog wel wat vet op soep zit, is een understatement. Het gemiddelde ambtenarenpensioen in ons land zit nu op zowat 2900 euro bruto. Netto goed voor ruim 2300 euro. Magistraten of professoren mogen zich nog meer in de handen wrijven: zij krijgen een gemiddeld bruto pensioen van 4700 euro bruto. Daarnaast kunnen duizenden ambtenaren – denk aan treinbegeleiders, militairen of luchtverkeersleiders – ook nog flink wat jaren vroeger met pensioen dan sommige collega-ambtenaren of werknemers uit de privésector.
Wie in de privé werkt, moet het ook stellen met een basispensioen dat zowat de helft lager ligt dan in de ambtenarij. Het gemiddeld bruto-pensioen schommelt daar nu rond 1375 euro, wat neerkomt op ruim 1100 euro netto. Zelfstandigen zijn nog een stuk slechter af. Moraal van dit verhaal? Willen we de uitgaven in onze sociale zekerheid onder controle krijgen, dan is een hervorming van de ambtenarenpensioenen een no brainer. En dan is het ronduit potsierlijk om de lachwekkend beperkte besparingsplannen die deze week op tafel kwamen als ‘het aanpakken van een heilig huisje’ te omschrijven.
Gat in de begroting
Vivaldi maakt zich sterk dat de hervorming waarover nu een akkoord werd bereikt de netto pensioenlasten]in ons land met 0,2 procent zal verminderen. Sta ons toe daaraan te twijfelen. Het verleden leert ons niet enkel dat enige creatieve rekenkunde onze politici niet bepaald vreemd is, berekeningen van de [Europese Commissie]geven ook aan dat zelfs die 0,2 procent niet meer dan een druppel op een hete plaat is.
De pensioenmaatregelen die Vivaldi tot nog toe trof – in casu de door de PS geëiste verhoging van de minimumpensioenen – hadden al een negatieve impact van minstens 1 procent van het BBP. Ook staatssecretaris voor Begroting Alexia Bertrand bevestigde intussen die Europese cijfers. Dit nieuwe pensioenakkoord had dan ook niets te maken met een plotse opstoot van politieke verantwoordelijkheid. Het was eenvoudigweg van moeten: zonder structurele besparingen kan de regering De Croo fluiten naar een eerste schijf van 847 miljoen Europees relancegeld. Of deze zeer bescheiden hervorming zal volstaan om de Europese Commissie te overtuigen blijft hoogst twijfelachtig.
Nog veel fundamenteler is de vraag of we hiermee onze pensioenen op langere termijn betaalbaar houden. De vraag stellen, is het antwoord geven, maar dat zal de PS worst wezen. Die partij trekt volgend jaar naar de kiezer met een stevige trofee op zak, in de vorm van een hoger minimumpensioen. Al de rest is bijzaak. Het gat in de begroting is er vanzelf gekomen en het zal vanzelf ook weer verdwijnen, orakelde de illustere minister van Begroting Guy Mathot in de jaren tachtig al. Hij was toen een boegbeeld van, jawel, de PS.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Filip Michiels is zelfstandig journalist/auteur en schrijft voor diverse Belgische kranten, weekbladen en websites. Hij won tweemaal de Citi Persprijs voor economische journalistiek en was eenmaal genomineerd voor de Belfius Persprijs. In 2022 publiceerde hij de biografie van Bessel Kok: "Chaos & Charisma".
De meeste EU-inwoners zitten niet te wachten op de toetreding van nieuwe landen, maar de Europese Unie hoopt nog vóór 2029 enkele Balkanlanden aan te sluiten.
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.