Het is allemaal de schuld van Zwarte Piet
Over 'matchfixing', procedureslagen, slachtoffercultuur, en vergeten slachtoffers
foto © Uitgeverij Oorsprong
Elk jaar trekt op 9 november een demonstratie door Aalst van een paar honderd mensen, om aandacht te vragen voor slachtoffers van geweld, de gebrekkige nazorg, het gebrek aan intrinsieke rechtvaardigheid in het gerecht, en het trage malen van de bureaucratie. We ontmoeten er familieleden van verdwenen en nooit gevonden tieners, ouders van in het verkeer omgekomen kinderen die de …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementElk jaar trekt op 9 november een demonstratie door Aalst van een paar honderd mensen, om aandacht te vragen voor slachtoffers van geweld, de gebrekkige nazorg, het gebrek aan intrinsieke rechtvaardigheid in het gerecht, en het trage malen van de bureaucratie. We ontmoeten er familieleden van verdwenen en nooit gevonden tieners, ouders van in het verkeer omgekomen kinderen die de dader (van Marokkaanse komaf, ssst!) fluitend uit het gerechtsgebouw zien wandelen, én overlevenden van terreuraanslagen. De verbittering is groot. Onopgeloste moordzaken, kafkaiaanse procedures, nabestaanden die in de kou blijven staan: niet toevallig in Aalst natuurlijk, de plek waar de Bende van Nijvel voor het laatst toesloeg in 1985.
Het onderzoek rond de Bende van Nijvel is symbool geworden van een falend systeem, waarin volstrekt onduidelijk is wie de hand boven wiens hoofd houdt. Eén van de overlevenden, de toen negenjarige David van de Steen die zijn ouders en zijn zusje zag afgemaakt worden, schreef het onbehagen en frustratie van zich af in een boek. Er is een gevoel van dreiging, onmacht, corruptie, tot en met regelrechte zwendel en vernietigen van bewijsmateriaal. In 1996 kwamen hiervoor nog 300.000 mensen op straat, in de nasleep van de Dutroux-affaire, nu nog een handvol: wat is er dan veranderd?
Mijn stelling: de media hebben een actieve rol gespeeld in het uitwissen van het collectief geheugen, door te blijven focussen op een politiek-correcte slachtoffercultuur, waardoor echte slachtoffers en gedupeerden uit het beeld verdwenen. Zij blijven verweesd achter, het systeem laat hen in de steek.
Eerst nog dit. Toevallig valt de kleine manifestatie in Aalst samen met het exploot van meester Hans Rieder, onze meest uitgekookte procedure-advocaat, die het klaarspeelde om onderzoeksrechter Joris Raskin te wraken, de man die de witwaspraktijken en wedstrijdvervalsing in het Belgische voetbal volop aan het uitvlooien was. Rieder is raadsman van de stevig aangebrande scheidsrechter Vertenten, maar de wraking zal wellicht de nietigheid betekenen van een groot deel van het onderzoek. Resultaat: vermoedelijk zullen alle verdachten nu vrijuit gaan. Het via een juridisch steekspel omtoveren van daders in slachtoffers is een kaakslag voor de eigenlijke gedupeerden. Een vergeten soort.
Mediagestuurd victimisme
Case closed, anticlimax. Maar welke verdienste heeft de verzamelde Vlaamse en Belgische sportjournalistiek in het uitbrengen en opvolgen van dat voetbalschandaal? Geen enkele. De spreekwoordelijke bal ging eind vorig jaar aan het rollen als uitloper van een onderzoek naar witwaspraktijken, waarna de cel Sportfraude er zich mee ging bemoeien. Goed werk van de speurders dus, die nu dankzij meester Rieder al hun telefoontaps in de vuilbak mogen gooien. Het is anderzijds bijna onmogelijk dat de sportjournalisten, met hun connecties in het milieu, over die matchfixing en omkoperij niks wisten. Ze deelden de omerta, zaten mee in het bad, en vallen vandaag uit de lucht.
Dit bedrog op grote schaal heeft wel degelijk een politieke dimensie, en nu kom ik terug bij de betoging in Aalst, het publiek gevoel van onmacht en de gebrekkige slachtofferhulp.
Via het ondertussen historische artikel van Bert Bultinck op de Knack-webstek van 29 augustus 2018, getiteld ‘Witte Vlamingen zijn bang voor een “remplacement” door niet-witte Vlamingen’, werd ons opnieuw duidelijk gemaakt dat Vlaanderen uiteenvalt in drie populaties: genetisch gedetermineerde racisten (de meerderheid), gediscrimineerde minderheden, en een verlichte elite, in casu de journalisten-met-perskaart die daarover berichten. Ze richten hun schijnwerpers op zwaar gediscrimineerde Slimste Mensen zoals Dalilla Hermans, beroepsquerulante van Rwandese komaf, die tot in het diepe Vlaamse binnenland op zoek gaat naar ‘kwetsende’ afbeeldingen. En daar als schrijfster een fulltime job aan over houdt. Een fragment van een Suske-en-Wiske-strip, een affiche voor een scoutsfuif, alles heeft ze gezien, overal ontwaart ze beledigende en racistische taal, en wil dat ook kwijt op de televisie.
Dit mediagenieke victimisme, dat in de pers een uitgebreid forum krijgt, en meer specifiek nog onze openbare omroep, vult helemaal het beeld en treedt in de plaats van een tamelijk zwijgzame, onzichtbare groep echte slachtoffers in de samenleving. Mensen die jarenlang wachten op een gehandicaptenbudget en ondertussen alle zorgkosten moeten voorschieten; éénoudergezinnen met kinderen die letterlijk beschimmelen in verkrotte sociale woningen; de nabestaanden van de treinramp in Buizingen (2010): zaak verkast naar een Franstalige rechtbank, verjaring dreigt. Ook weer een procedurekwestie.
Of de overlevenden van de terreuraanslag in Zaventem en Brussel/Maalbeek: psychologische en financiële steun laat op zich wachten. Ze zijn quasi onzichtbaar en komen eens per jaar samen in Aalst om ons eraan te herinneren dat er vanalles mis is met het systeem. Het grootste slachtoffer van de slachtoffercultuur zijn de echte slachtoffers, hun stem gaat verloren. Wat overblijft, is gazettenpraat over de Reus van de Bende, zijn vermeende link met het Aalsters Carnaval, en andere crimi-folklore.
Doofpot, mistgordijn of…. beide?
Wie gaat dat aan de kaak stellen, behalve hier en daar een blogger of politieke Don Quichotte? De rol van de media is dus op zijn minst nalatig. Ondanks heel de poeha rond onderzoeksjournalistiek, –waarmee vooral de schrijvende pers haar achterstand op het snelle web wil compenseren, onder de noemer van ‘analyse en diepgang’-, onderzoekt die pers nauwelijks wat, en houdt ze veeleer potjes gedekt. En ‘opinieert’ ze dat het een lieve lust is.
Ach ja, wat kan dat voetbal ons schelen. Maar het wijst op een breder fenomeen van een lakse journalistieke cultuur. In dat sportschandaal dus, maar ook bijvoorbeeld in de Optima-zaak, waar vooral socialistische iconen zoals voormalig sp.a-minister Luc Van den Bossche en de Gentse ex-burgemeester Daniël Termont boter op het hoofd hadden. Ook hier was het een stel caractériels van de Bijzondere BelastingInspectie dat de duistere wegen van de vermogensbank uitploos. En géén Watergate-onthullers van De Standaard, De Morgen, Knack, of de VRT.
De zogenaamde vierde macht zit er met haar neus op, maar zwijgt. In de plaats daarvan gaat een Panoreportage undercover op zoek naar xenofobe kroeggesprekken in Tremelo, of worden de strapatsen van een bruine studentenclub eindeloos uitvergroot als gold het een staatsgevaarlijk complot (Schild en Vriend).
Dàt is het antwoord op de vraag: ‘wat is er veranderd sinds de Witte Mars?’ De redacties van de geschreven pers en de nieuwszenders hebben twee decennia de tijd gehad om het collectief geheugen te wissen, en het Belgische (en zeg ook maar Vlaamse) malgoverno toe te dekken met poco-alibi’s, het slachtofferschap van allerlei ‘gekwetste’ minderheden, onbenullig lifestyle-nieuws, Warme Weken en gratis dvd’s. Ondertussen is de oude politieke cultuur terug van nooit weg geweest, het gerechtelijk apparaat faalt nog steeds, met zijn pc’s uit het stenen tijdperk, invallende plafonds, en een papiermolen die dossiers vermaalt tot stille getuigen van een staat-in-faling.
Doofpot of mistgordijn? Ik denk beide. Het doodlopend spoor in de bende van Nijvel-zaak is het resultaat van geklungel, verdwijnen van bewijsstukken, misschien zelfs politieke inmenging, maar alleszins ook verbonden met de manier waarop de pers het publiek dag-in-dag-uit desinformeert en mist spuit. Af en toe wordt een al te ijverige spitter (Karel Anthonissen bij de BBI, Jean-Marc Connerotte in de zaak Dutroux, en nu Joris Raskin in het voetbalschandaal) deskundig afgevoerd. Steek het niet allemaal op de media, en toch: waarom is het vertrouwen van het publiek in journalisten historisch laag?
In Extra Time discussiëren analisten Marc Degryse, Peter Vandenbempt en Jan Mulder weer urenlang over het al-dan-niet-buitenspel in de 88ste minuut van Club Brugge – Lokeren. Hans Rieder heeft het weer gefikst, iedereen haalt opgelucht adem. Tot volgend jaar, 9 november.
Lezingtoernee voor 2019: ‘Na het journaal volgt het nieuws’
Bovenstaand artikel is een voorpublicatie tot ‘Na het journaal volgt het nieuws‘, een mediakritisch essay dat in 2019 bij Doorbraak verschijnt. Sanctorum fileert er op zijn gekende wijze de Vlaamse media, de geschreven pers, de openbare omroep. Scherp, geanimeerd, met de nodige humor.
Zoals bij zijn mei ’68-publicatie ‘De Langste Mars’ en de succesvolle toernee daarrond, gaat ook deze publicatie in 2019 met een lezing gepaard. Organisatoren, kringen, verenigingen, cultuurcentra: meer info en boeking op
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.