Het kwaad van de banaliteit
Het probleem is, dat we het op de duur allemaal normaal vinden
Verbrandingsoven in het concentratiekamp van Dachau
foto © Reporters
Hoe een geval van kindermishandeling ons doet nadenken over conformisme en banalisering, en de (soms ontbrekende) moed om daar tegen in te gaan
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIk wil het hier even hebben, tussen alle bedrijven van het politieke circus door, over een geval van frappante kindermishandeling. Mijn eerdere tekst over de wenselijkheid om mensen niet alleen uit hun ouderlijke macht te ontzetten, maar ook formeel te beletten kinderen te krijgen, wordt daarmee weer op een trieste manier actueel. En het zijn nog eens echte Vlamingen, niks allochtoon of migratie-achtergrond.
Voor de rechter verscheen ene Tamara Van der W. uit Zwijndrecht wegens onmenselijke behandeling en vrijheidsberoving van haar ondertussen 16-jarige zoon – ik noem hem Sander om niet altijd maar over X te moeten spreken- die in een afgesloten, onverlucht hok moest slapen op een stinkende matras, in zijn eigen uitwerpselen, omdat ze met dat ‘probleemkind’ geen weg wist. Lees even het artikel uit HLN en walg mee.
Maar laten we even de klassieke verontwaardiging, die zo’n horrorverhaal oproept, overstijgen en een paar bijkomende observaties maken: omtrent de stilte bijvoorbeeld. Het feit dat haar echtgenoot zich schikte in de situatie en zich van geen kwaad bewust was, de twee andere zonen (waarvan een toch al 18) ook niet beter wisten en het regime toegepast op hun broer accepteerden, en dat zelfs de vrienden van Sander op school de situatie wel ‘raar’ vonden maar dat niemand alarm sloeg. Geen leerkracht, geen opvoeder, niemand van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB, in de meeste gevallen een verzameling absoluut waardeloze zorgbureaucraten). Tot een familielid uiteindelijk de politie toch had ingelicht. Ik wil die man of vrouw even feliciteren: voor hetzelfde geld word je als moeial en klikspaan weggezet.
Een brave huisvader
Dingen die dus eigenlijk niet normaal zijn, worden normaal omdat iedereen eraan went, zelfs het slachtoffer. Bij kinderen is dat evident, ze hebben geen ander referentiekader, daarom is kindermishandeling voor mij een delict hors catégorie. Heel de situatie van Sander leek zich, hoe degoutant ook, in een bubbel van de normaliteit te bevinden die zich tot buiten het gezin uitstrekte en waarbij de moeder maar ook haar echtgenoot geen enkel schuldinzicht vertonen. Het was gewoon… normaal.
Opnieuw komt ons de bekende zinsnede van filosofe Hannah Arendt (1906-1975) voor de geest over de banaliteit van het kwaad, in verband met de berechting in 1961 van de Duitse SS-topfunctionaris Adolf Eichmann, tijdens de Tweede Wereldoorlog verantwoordelijk voor de deportatie van Joden naar de concentratiekampen. Arendt was verrast en gefascineerd door het feit dat Eichmann helemaal niet als een monster verscheen, maar als een rustige oudere heer die gewoon zijn job had gedaan binnen een systeem waarin dat van hem verwacht werd. En dat op zijn proces ook zo naar voor bracht.
De moordmachine, achteraf genaamd Holocaust, had zich volgens Arendt alleen maar kunnen ontwikkelen via een verregaande bureaucratisering door het naziregime, waarbinnen ijverige ambtenaren, op zich helemaal geen sadisten maar voor het grootste deel brave huisvaders, zich nauwgezet van hun taak kweten. Behoudens de echte kopstukken (en dan nog) dreef het naziregime vooral op meelopers en goede ambachtslui die bijvoorbeeld een prima vergassingsinstallatie konden ineen knutselen. In wezen was de medeplichtigheid van Sanders vader niet anders: hij had zich gewoon aangepast aan de norm, opgelegd door een huistiran (het moeten niet altijd mannen zijn), en was helemaal mee in haar logica.
Ik durf daarom de frase van Hannah Arendt omkeren en gewagen van het kwaad van de banaliteit. Veel te makkelijk laten we ons meedrijven in toestanden waarvan we het perverse niet meer opmerken. Thuis, op school, de werkvloer, overal heerst de stilte of het zacht zoemen van het raderwerk. Het gekkenhuis genaamd België, wen er maar aan. Het sociaal conformisme en de groepsdruk ook, zeer sterk aanwezig in de jongerencultuur: het hoeft niet altijd te gaan over machtsmisbruik en uitbuiting, neen, we willen er gewoon bij horen en leveren onze individualiteit onmerkbaar in, waarna ‘het systeem’ het overneemt. De plicht om normaal te zijn wordt verder massaal opgelegd via de alomtegenwoordige amusementscultuur, de multimediale verkleutering, die ook altijd onder de vlag van de politieke correctheid vaart, en dwarsliggers als kniesoren en caracteriels wegzet. Er moet en zal verbondenheid zijn: het kwaad van de banaliteit schuilt ook in het feit dat ze zich aan de goede kant van de moraal zet, telkens opnieuw.
De klokkenluider als zot
Dat brengt ons op een volgende bedenking: dat er uiteindelijk toch een zot de ‘normaliteit’ moet doorbreken, het evidente ontmaskeren. De zandkorrel in het raderwerk. We hebben het dan graag over het kind dat roept dat de keizer geen kleren aan heeft, maar dat is een romantische benadering à la Rousseau. Zoals bovenstaand verhaal aantoont is kinderlijke onschuld maar zelden de impuls tot subversie. De banaliteit brandt bij kinderen nu net de weerbaarheid af, en er is een buitenstaander, een alien nodig om dat inzicht te brengen. Er moeten zich emotionele taferelen afgespeeld hebben tijdens de ondervraging van Sander, toen de speurders hem erop attent maakten dat zijn situatie niet gewoon was. Af en toe moest het gesprek stilgelegd worden omdat het te heftig werd.
Mijn bewondering voor klokkenluiders genre Julian Assange geldt niet alleen wat ze uitbrengen maar ook hoe, met welke verbetenheid die man daar jarenlang op die kamer van de ambassade van Ecuador hokte als een legbatterijkip, tot hij uiteindelijk toch aan de Britten werd uitgeleverd. Zo’n attitude is niet voor ‘normale’ lieden weggelegd, levend in de aangename oppervlakkigheid van het bestaan. Overigens hou ik niet zo van het woord klokkenluider, het klinkt teveel als bimbam, er is meestal helemaal geen klok, alleen een gestoord individu dat niet meespeelt met het orkest en iets roept als Hola, wacht eens even!
Op de mainstream media moeten we daarvoor niet rekenen, integendeel, ze waken effectief over de mainstream en de normaliteit. Praatprogramma’s zoals De Afspraak op VRT1 zijn wat dat betreft betrouwbare bakens: Bart Schols is de verpersoonlijking van het banale en al zijn gasten drijven mee op dezelfde golf van de weldenkendheid. Waaraan ook wij verzocht worden om deel te nemen: in een echte democratie zou dit soort manipulatieve ‘journalistiek’, en dan nog op een openbare omroep, moeten verboden worden.
Dus samengevat: het normale is niet normaal, en je moet abnormaal genoeg zijn om dat te beseffen en ook te durven naar buiten brengen. Tegen de pensée unique, in zijn linkse maar ook zijn rechtse variant want die bestaat ook. En ik zal nog meer zeggen: al het moois dat wij beoefenen onder de noemer van filosofie, kunst, literatuur en kritische schrijverij allerhande, heeft voor mij maar één zin, namelijk de normaliteit ontmaskeren en het perverse releveren. Dat kan via een aanklacht, een manifest, maar dikwijls is humor het uitgelezen middel en de karikatuur de perfecte stijlfiguur. Schrijven is puur gelul als het niet ergens een mistgordijn doet optrekken of een façade doet kraken. Een mop die de machthebbers geen ongemak bezorgt, is er gewoon geen.
Zo zijn we toch weer in de politiek terecht gekomen, terwijl ik me voorgenomen had om dat vandaag eens een keertje achterwege te laten. Ik zal het onder de rubriek Paralipomena plaatsen: dat wat eerst over het hoofd werd gezien en alsnog een plaats krijgt. Dingen die zelden de voorpagina’s halen, maar net daardoor buitengewoon relevant worden. Neen, dit is niet op de afspraak.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.