JavaScript is required for this website to work.
post

Het stamdenken van de culturo’s

Welkom in de nieuwe klassenmaatschappij

Chris Ceustermans28/7/2019Leestijd 4 minuten
Cornelia Koppetsch

Cornelia Koppetsch

foto ©

De sociologe Cornelia Koppetsch beschrijft in haar baanbrekende boek ‘De woedesamenleving’ hoe de links-liberale culturo’s mede de motor zijn van een ongelijke klassensamenleving en vooral de eigen posities en privileges koesteren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

We leven in hete, verwarrende tijden. Oude politieke breuklijnen blijken door elkaar geschud. De meeste politicologen en sociologen komen in hun analyse niet verder dan een vooringenomen jeremiade over ‘autoritaire, rechtse populisten’ en doen zo eerder aan stamdenken dan aan wetenschap. De Duitse sociologe Cornelia Koppetsch schreef met Die Gezellschaft des Zorns een van de belangrijkste en meest verhelderende boeken van de laatste jaren.

De Houellebecq van de sociologie

Koppetsch’ Die Gezellschaft des Zorns – de Woedesamenleving – verscheen vorig jaar. Die Zeit doopte het tot de meest opwindende publicatie over de huidige politieke en maatschappelijke schokgolven. Meteen werd de sociologieprofessor uit Darmstadt gevraagd in allerlei televisieprogramma’s waar ze een genadeloze analyse maakt van de hypocrisie van de linkse, intellectuele bobo’s. Ze omschrijft die als ‘progressieve neoliberalen’.

Niet dat Koppetsch wild is van de opkomst van rechtse en linkse, zogenaamd ‘populistische’ partijen zoals Alternative für Deutschland (AFD). Maar in haar boek analyseert ze messcherp hoe linkse kosmopolieten lustig zwaaiend met etiketten als ‘populistisch’ of ‘extreemrechts’ het onderliggende politieke conflict verdoezelen. De hoogopgeleide, progressieve neoliberalen lijken niet in staat om, ondanks hun intellectuele pretenties, hun eigen privileges en hun rol als dragers van een globale, neoliberale ideologie onder ogen te zien. Nochtans maken zij deel uit van de mobiele, elite in dat wat steeds meer een klassensamenleving wordt met als breuklijnen de internationale kosmopolieten versus de ontredderde ‘locals’. Naar Vlaamse begrippen zou die breuklijn dan eerder liggen tussen enerzijds links-liberale partijen als sp.a, VLD en Groen enerzijds en anderzijds Vlaams Belang en in mindere mate N-VA. De PVDA neemt een merkwaardige positie in door in te zetten op de verliezende ‘locals’, maar wat betreft migratie toch vooral een kosmopolitisch standpunt te verdedigen. Diezelfde dubbelzinnige spreidstand dreigt in Duitsland ook Die Linke met onder meer Sahra Wagenknecht te verscheuren.

Linkse culturo’s en neoliberale winnaars hand in hand

In haar boek wijst Koppetsch op de academische geschoolde, hogere middenklasse in het onderwijs, media en cultuurinstellingen die er alles aan doen om gezapig in hun comfortabele materiële en geestelijke luchtbel te blijven vertoeven. Ze verwoordt het zo: ‘De dragers van linkse maatschappijkritiek zijn niet alleen observatoren maar ook belangrijke medespelers bij de uitbouw van nieuwe, maatschappelijke klassenstructuren. Vele globaliseringscritici komen zelf uit die academische middenklasse. Zij gaan er stilzwijgend vanuit dat het ‘neoliberalisme’ door de economische elites van bovenaf aan de middenklasse wordt opgelegd. Symptomatisch is het maatschappijbeeld van Occupy-deelnemers of andere protesten (…) Hun focus op de financiële markten leidt echter af van het feit dat zonder de medewerking van de middenklasse dergelijk complex systeem niet zou kunnen bestaan. Omdat vooral universitair hoogopgeleiden als waarde- en cultuurdragers tot de meest bevoorrechte milieus behoren van waaruit de leiders van de samenleving worden geronseld, tonen ze zich in meer of mindere mate als medeplichtigen van de heersende maatschappijordening.’

Conformisme van de intellectuelen

Voor Koppetsch zijn de progressieve, culturele elites zelfs de sleutelfiguren van het nieuwe, geglobaliseerde kapitalisme. Die rol spelen ze door de agressieve manier waarop ze via hun culturele posities de weg plaveien voor het neoliberalisme; onder meer door de ‘conformiteitsdruk’ die ze uitoefenen om lokale identiteiten, nationale grenzen en de twijfels aan de maakbaarheid van de samenleving te ridiculiseren.

Koppetsch: ‘Voor hen belichamen de aanhangers van het AFD botweg het tegenovergestelde van een moderne samenleving, het tegendeel van tolerantie, openheid en liberalisme. Ze tooien zich graag met een sociaal imago, waarbij men resoluut rechtse houdingen afwijst (…) Bij nader inzien is hun houding echter niet zo verschillend, en zijn ze op gelijkaardige wijze ingebed in een onderhuidse rechtse tijdsgeest. De sterke afwijzing van de andere volgt ook bij hen een script van absolute aanhorigheid en wijst tot zekere hoogte om een terugkeer naar het stamdenken.’

Uitweg uit het stamdenken

Koppetsch is uiteraard ook maar een mens. Een volledig neutrale analyse over de maatschappelijke breuklijnen schrijven, is onmogelijk. Wanneer ze in haar boek ietwat neerbuigend schrijft over de mogelijkheid om grenzen of zelfs muren te bouwen  – zoals die van Trump op de grens met Mexico – schemert doorheen die woorden haar linkse achtergrond als dochter van een huisvrouw en postbediende. Zijzelf wist zich dankzij de sociaaldemocratie sociaal op te stijgen. Als kind van de lage middenklasse kon ze in de jaren zeventig van vorige eeuw nog naar een degelijke en sociaal gemengde school in een goede, betaalbare stadswijk. Allemaal verworvenheden die dreigen verloren te gaan in een nieuwe ‘klassensamenleving’ waarvan zij gruwelt. Vele van haar academische gevormde kosmopolitische vrienden lijken daarvan minder wakker te liggen en bestempelen de woede van de verliezers van de globalisering al gauw als dom en autoritair terwijl ze hun kinderen steeds meer naar witte, privéscholen sturen.

Een uitweg ligt volgens Koppetsch bij het erkennen van de eigen belangen en privileges en bij het erkennen dat de opstand van de ‘verliezers’ van de globalisering en de proteststemmers misschien niet zo ‘irrationeel’ is als men graag wil geloven. En door de rol te spelen die cultuurmensen en academici zouden moeten spelen: op een open en onbevangen manier naar de samenleving proberen te kijken. Ook in Vlaanderen is zoiets een zeldzaamheid, al ziet men oudere, linkse sociologen zoals Mark Elchardus naar een parler vrai evolueren. Om dat louterende proces te stimuleren kan men alleen maar hopen dat dit cruciale en genuanceerde boek van Koppetsch in het Nederlands wordt vertaald en deel kan uitmaken van een minder verkrampt maatschappelijk debat.

Zie hier voor een videolezing van Cornelia Koppetsch over haar boek.

Bespreking in FAZ van Gezellschaft des Zorns

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties