JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Het tromgeroffel van Pruisen: Der Untergang aan de Samber

Deel 5: Waterloo 1815 - 2015

Harry De Paepe10/6/2015Leestijd 3 minuten

Het laatste deel uit de reeks over de slag bij Waterloo. (Lees ook deel 1 [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/waterloo-de-schuld-van-een-vlaming], deel 2 [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/de-nacht-van-napoleon-mythe-en-werkelijkheid], deel 3 [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/het-verhaal-van-een-been] en deel 4 [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/de-schaduw-van-napoleon-de-prins-van-waterloo].)

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Ik had Berlijn moeten platbranden toen ik de kans had.’ Het is een citaat uit de film Waterloo van 1970. De Amerikaanse acteur Rod Steiger verwoordt de frustratie die Napoleon moet gevoeld hebben toen hij het bericht kreeg dat de Pruisen naar zijn rechterflank opmarcheerden. De film is overigens, op verschillende obligate fouten na, vrij accuraat. Rod Steiger speelt met verve een napoleontische versie van Der Untergang in het begin van de prent, waar de keizer in 1814 zijn nederlaag niet wil erkennen en daarbij zijn maarschalken de volle laag geeft.

Het kantelpunt

De Pruisen waren de ware schrik van de Fransen en de hoop van de Britten. Aan de vooravond van de grote veldslag, op 16 juni 1815, vocht het Frans leger opgesplitst twee kleinere veldslagen uit. Eentje tegen de Pruisen bij  Ligny en eentje tegen het leger van Wellington bij Quatre Bras. Bij Quatre Bras moest maarschalk Michel Ney het onderspit delven, maar de hertog van Wellington zag zich door het verlies te Ligny genoodzaakt terug te vallen naar Waterloo. Bij Ligny behaalde Napoleon zijn laatste overwinning, maar hij talmde waardoor de Pruisen zich geordend konden terugtrekken. Het beslissende moment voor de eindoverwinning viel op dit punt, nog voor de grote veldslag uitbrak. In de gietende regen spraken de Pruisische generaals af om zich niet terug te trekken naar Luik of Namen, waar ze hun kampementen hadden, maar om op te trekken richting Waver om zo in contact te kunnen blijven met hun bondgenoten. Wellington noemde dit later ‘het beslissende moment van de eeuw’ en Napoleon vloekte in zijn ballingsoord Sint-Helena dat de hertog ‘een mooie grote kaars’ mocht aansteken voor de Pruisische bevelhebbers. Wellington bracht maarschalk Blücher, de 73-jarige aanvoerder van de Pruisen, op de hoogte dat hij op 18 juni slag ging leveren bij Mont-Saint-Jean in de buurt van Waterloo. De hertog had het terrein persoonlijk uitgekozen nadat hij het een jaar voordien had bezocht. Hier wilde hij Napoleon ophouden.

De nagekomen belofte

De hele veldslag staken de Britse troepen, samen met de Nederlanders en de Duitsers hun hielen in het zand. Men moest stand houden en wachten tot de Pruisische troepen hun belofte zouden nakomen. Rond de middag doken er aan de linkerflank van Wellington troepen op waarvan men de kleur niet kon opmaken: was het het Franse blauw of het Pruisische zwart? Tegen de avond vluchtte het Franse leger in chaos, opgejut door de vurige Pruisen. Napoleon nam de benen met zijn campagnekoets en verliet de herberg Le Caillou die luttele minuten later door de Pruisische troepen werd ingenomen. De achtervolging gaf de genadeslag aan het Franse leger. De beroemde strateeg Carl von Clausewitz – hoewel hij zelf niet aanwezig was te Waterloo, maar op hetzelfde moment het leger van de Franse maarschalk Emmanuel Grouchy als stafchef van generaal Johann von Thielmann bekampte – schrijft: ‘De trom troffelde onophoudelijk om de komst aan te kondigen, de vijanden overal angst aan te jagen, hen door hun angst uit hun bivakken te verjagen en op de vlucht te houden.’

Buitgemaakte schatten

In de chaos was Napoleon genoodzaakt zijn rijtuig uiteindelijk achter te laten en, ondanks zijn aambeien, een paard te bestijgen om verder richting Parijs te gaan. Luttele ogenblikken later konden de achtervolgers het rijtuig inpalmen en daarbij de beroemde steek, zijn degen, een telescoop, zijn medailles en zijn diamanten als prijs meenemen. In zijn volle vlucht werd Napoleon, vergezeld door enkele leden van zijn staf, plots herkend door de gewonde generaal Pierre François Durutte. Toen de man zich plichtsgetrouw aanmeldde, gaf Napoleon geen antwoord en keek hij geërgerd weg. Durutte ligt overigens begraven in Ieper, waar hij na de val van het Franse Keizerrijk woonde. De in beslag genomen diamanten werden later verwerkt in de kroonjuwelen van de koninklijke en keizerlijke Hohenzollern familie. De koets belandde in Londen waar ze tot haar vernieling in een brand in 1925 als een toeristische attractie werd tentoongesteld.

De Pruisen! Redde wie zich redden kan!

Intussen verspreidde zich het gerucht onder de Franse troepen dat de keizer was gesneuveld in één van de laatste carrés van de Keizerlijke Garde. De vluchtelingen begonnen ook nu elkaar af te maken om sneller in Frankrijk te geraken, terwijl op de achtergrond de Pruisische trommels de komst van de dood aankondigden. In het holst van de nacht werden de Pruisische soldaten opgedragen de hymne Herr Gott, Dich loben wir in te zetten. Von Clauzewitz vertelt: ’Uiteindelijk was de troep die generaal Gneisenau onvermoeibaar liet oprukken, niet veel sterker dan een bataljon fusiliers met zijn tamboertje, die de generaal in het zadel had laten zetten op een van de paarden van Napoleons koets.’ Het doel van de vluchtelingen was om via Charleroi Frankrijk te bereiken. Eén brug voorbij de stad leidde over de Samber naar Frankrijk. Daar werd het drama van de terugtocht compleet. De angstige kreet: ‘De Pruisen! Redde wie zich redde kan!’ markeerde het einde van de voor de Fransen rampzalige nacht. Volgens generaal August von Gneisenau, de ware chef van het Pruisische leger: ‘de mooiste nacht’ van zijn leven. 

Die nacht eindigde het napoleontische tijdperk voorgoed.

Afbeelding: Blücher ontvangt bij Genappes de buitgemaakte medailles, steek en degen van Napoleon door Rudolf Eichstadt (1895)

Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.

Commentaren en reacties