Het uitgommen van de natiestaat is een verlies aan eigenwaarde
Professor Dirk Rochtus leidde het #soevereiniteitsdebat in.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWie soevereiniteit zegt, zegt Westfalen. Het is de Vrede van Münster in Westfalen op het einde van de Dertigjarige Oorlog die de geboorteklok van de moderne staat luidde. De zogeheten Westfaalse staat hamerde op zijn soevereiniteit, besliste over zijn eigen lot. Maar kan dat vandaag nog? Heeft de natiestaat nog iets te zeggen, iets te betekenen in het tijdperk van de globalisering?
Staatkundige onafhankelijkheid lijkt uitgehold te worden in het tijdperk van de globalisering waar multinationals beslissingen treffen over de sluiting van een van hun buitenlandse vestigingen zonder dat de staat in kwestie er iets tegen kan beginnen, het tijdperk ook van de Europeanisering waarin lidstaten van supranationale entiteiten hun begroting moeten voorleggen aan het goedkeurend oog van Europese commissarissen. De natiestaat krijgt het hard te verduren. Waar hij zijn rechten weer opeist, moet hij verwijten aanhoren als bekrompenheid en nationaal egoïsme. Maar is dan vergeten dat nationalisme en liberalisme in de 19de eeuw hand in hand gingen? Is het niet binnen de ruimte die afgelijnd wordt door grenzen dat de democratie zich ontplooit?
Met de solidariteit die hij via zijn instellingen en rituelen tussen overheid en burgers opwekt, biedt de natiestaat nog altijd weerwerk tegen de chaos en de anonimiteit van een wereldorde die de grenzen wil opheffen. Peter Sloterdijk, de beroemde Duitse filosoof met de Nederlandse naam, legt de vinger op de wonde: net omdat de Europese Unie niet bij machte is haar buitengrenzen te bewaken, duikt binnen haar ruimte in verschillende van haar lidstaten het nationalisme weer op. Daarin ziet Sloterdijk een uiting van ‘lokale zelfbescherming’. De nationale staat dicht hij een lang leven toe als ‘das einzige Großgebilde, das bis zur Stunde halbwegs funktioniere’ (de enige grote constructie die tot op heden nog min of meer functioneert).
En nee, nationaal zelfbewustzijn en openheid naar de wereld sluiten elkaar niet uit. De grote Duitse historicus Friedrich Meinecke bracht die idee naar voren met de titel van zijn bekendste werk ‘Weltbürgertum und Nationalstaat’. Het uitgommen van de natiestaat, het verlies van onafhankelijkheid, brengt voor een natie, een volk, ook een vermindering van status mee. Of in de woorden van de Afrikaanstalige politicus, M.T. Steyn die op het einde van de 19de eeuw president van de Boerenrepubliek Oranje-Vrystaat was: ‘So ’n volk moet in sy eie oë sowel in eiewaarde as selfrespek daal, tensy so ’n volk by homself die oortuiging behou dat dit uiteindelik deur eie krag sodanige status weer sal terugkry’. Dit citaat stamt uit het Afrikaanstalige boek ‘Kultuurvryheid en selfbestuur’ dat geredigeerd is door Heinrich Matthee, hier in ons midden.
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.