JavaScript is required for this website to work.
Historisch

Hitler na de Nacht van de Lange Messen

90 jaar geleden bezwoer de ‘Führer’ de crisis in woord en daad

NieuwsDirk Rochtus14/7/2024Leestijd 4 minuten
Hitler in de speech van 13 juli 1934 voor de Reichstag.

Hitler in de speech van 13 juli 1934 voor de Reichstag.

foto © Wiki

Een regimecrisis bedreigde in 1934 de positie van Hitler. Met moord en woord wist hij haar onder de knie te krijgen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Adolf Hitler hield in de periode van het Derde Rijk een 800-tal redevoeringen. Die van 13 juli 1934, negentig jaar geleden, was een van de belangrijkste: ze moest een ernstige regimecrisis bezweren.

Propagandaminister Joseph Goebbels maakte zich in zijn dagboek grote zorgen. ‘De buitenlandse pers voert een hetze tegen ons’. Het is tijd voor een ‘Befreiungsschlag’: de ‘Führer’ zou iets moeten doen om het onweer dat boven Nazi-Duitsland hing te verdrijven. En inderdaad, Hitler riep op 13 juli de parlementsleden van de Reichstag weer bijeen in de Kroll-opera in Berlijn. Maar wat was er dan gebeurd? Van waar de paniek?

Katerstemming

De historicus Norbert Frei beschrijft in zijn boek Der Führerstaat (2013) dat er begin 1934, nog geen jaar na de ‘Machtergreifung’, een ‘katerstemming’ heerste in Duitsland. Veel mensen die voorheen hun hoop hadden gesteld op de nieuwe rijkskanselier, beklaagden zich nu dat ze voor zijn partij, de NSDAP, hadden gestemd.

De middenstand kreunde onder de geringe consumptiebereidheid van de bevolking. Geen wonder: prijsverhogingen en loonsnoeiingen maakten dat de consumenten de beurs op de knip hielden. De landbouwers ergerden zich dan weer over de gecentraliseerde vermarkting van hun producten. Ook de ambtenaren waren niet te spreken over de inmenging van de partij in de administratie.

Antikapitalistische retoriek

Intussen daagde er een bijkomend gevaar op voor het regime, en het kwam dan nog wel van binnen. De SA, de ‘Sturmabteilung’, die voor Hitler mee de weg naar de macht had geëffend door straatgeweld en druk op politieke tegenstanders, had niet veel meer om handen, nu de ‘Führer’ het einde van de nationaalsocialistische ‘revolutie’ verkondigd had en op ‘evolutie’ zette.

De leiding van de drie miljoen leden tellende paramilitaire organisatie droomde nog altijd van een ‘nationaal socialisme’ en gaf zich verder over aan antikapitalistische retoriek. Ernst Röhm, het hoofd van de SA, vond dat de tijd gekomen was om ‘de nationaalsocialistische revolutie te voleindigen en het nationaalsocialistische Reich op te richten’. Het gerucht van een ‘tweede revolutie’ deed de ronde. Er groeide een bijkomende spanning met de Reichswehr – zoals het leger nog tot 1935 heette – naast de verachting die de nationaal-conservatieve burgerij koesterde tegenover het ‘bruine bolsjewisme’ van de SA. Röhm wilde immers van de SA een ‘bruine volksmilitie’ maken die het leger zou opslokken.

Nacht van de Lange Messen

Dat was allemaal niet naar de zin van Hitler. Om zijn droom van ‘Lebensraum’ voor het Duitse volk te kunnen verwezenlijken had hij gedisciplineerde soldaten en officieren nodig, geen straatvechters. Het tweevoudige gevaar dat van de SA uitging, de destabilisering van de bestaande orde door sociaal-revolutionaire retoriek en door de verwatering van de militaire slagkracht, moest hij zien te bedwingen. De tijd drong, want de hogere burgerij en het officierenkorps hadden schoon genoeg van de SA.

Op 30 juni 1934 ontketende Hitler een grootschalige actie tegen de SA-top die de geschiedenisboeken is ingegaan als de Nacht van de Lange Messen. Hij liet een aantal SA-leiders, waaronder uiteraard Röhm, executeren. Van de gelegenheid maakte hij ook gebruik om een aantal oude vijanden en critici uit de conservatieve hoek te laten ombrengen. In totaal stierf een tweehonderdtal mensen door moordenaarshand.

Verlost

De gevolgen van deze ‘zuiveringsactie’ waren enorm. De SA stelde vanaf dan nauwelijks nog iets voor, en zijn concurrent, de SS, beleefde een opwaardering als zelfstandige organisatie binnen de NSDAP. Het leger was verlost van de SA, maar boette zijn onschuld in.

De generaals hadden niet geprotesteerd toen Hitler een aantal hoge militairen zoals Kurt von Schleicher, zijn voorganger als rijkskanselier, liet vermoorden. Bovendien stond het leger nu volledig in dienst van Hitler, als ‘de enige macht in de natie die de wapens draagt’ (zoals hij begin februari 1933 al had gezegd). De ‘enige’ zou ze gauw niet meer zijn. De SS zou immers vanaf 1939 met de Waffen-SS ook een militaire poot uitbouwen naast de Wehrmacht.

Paal en perk

Hitler had zijn slag thuis gehaald. Institutioneel tenminste, moreel niet. Veel burgers waren geschokt. Ze beseften dat het regime niet terugdeinsde voor brutale moord. De regering legde het gebeuren naar de bevolking toe uit als ‘Staatsnotwehr’, zelfverdediging van de staat in een noodsituatie. De onrust bleef nazinderen. Zozeer zelfs dat Hitler zich genoodzaakt zag om op 13 juli de bevolking via de Reichstag, het van alle macht verstoken parlement, toe te spreken.

Hitler verstevigde de angst van het volk voor politieke onrust door Röhm en andere SA-leiders in het verdomhoekje van ‘perverse homoseksuelen’ te plaatsen.

De teneur van zijn redevoering was dat ‘de wederopbouw van ons volk’ maar mogelijk was als ‘het Duitse volk in innerlijke rust, orde en discipline zijn leiding volgt’. Hij had daarom paal en perk moeten stellen aan de onrust die dreigde in een opstand uit te monden: ‘Het gezwets, eerst van enkelingen, over een nieuwe revolutie, een nieuwe omwenteling, een nieuwe opstand werd geleidelijk aan zo intensief dat alleen een lichtzinnige staatsleiding dat over het hoofd had kunnen zien.’ De legende van de Röhm-putsch was geboren. Hitler verstevigde de angst van het volk voor politieke onrust door Röhm en andere SA-leiders bovendien in het verdomhoekje van ‘perverse homoseksuelen’ te plaatsen.

Totale macht

Met zijn rede had Hitler inderdaad een ‘Befreiungsschlag’ (Goebbels) doorgevoerd: hij had zich zodanig weten te ‘legitimeren’ dat zelfs een gezaghebbende jurist als Carl Schmitt op 1 augustus 1934 in een vaktijdschrift schreef: ‘Der Führer schützt das Recht’ (‘De Führer beschermt het recht’). Schmitt uitte die gedachte niet als nationaalsocialist – hij geloofde niet in de bloed-en-bodem-ideologie van de nationaalsocialisten – maar als illiberaal ‘Ordnungsdenker’, iemand voor wie het behoud van de gevestigde orde telde. Niet voor niets had Schmitt nog tot aan het einde van de Republiek van Weimar gepleit voor het verbieden van de NSDAP.

Voor Hitler zelf lag de weg naar de totale macht open. Op 2 augustus 1934 overleed de hoogbejaarde Reichspräsident Paul von Hindenburg, de enige die hem nog had kunnen beteugelen. Hitler liet diezelfde dag nog de soldaten van de Reichswehr de eed van trouw zweren op hem als ‘Führer des Deutschen Reiches und Volkes’. Middels een nieuwe wet werden de de twee ambten, dat van Reichspräsident en dat van Reichskanzler, in zijn persoon gebundeld als ‘Führer und Reichskanzler’.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties