JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Honderd jaar Open Frontbrief aan Albert I.

'Alleen in u – o koning – geloven wij nog”

Raf Praet11/7/2017Leestijd 2 minuten

1917. Vier lange jaren van oorlog hebben ingehakt op het moreel van de soldaat. Langzaamaan wordt niet het leger aan de overkant, maar de eigen overste als de vijand aanzien. In april en mei van het jaar komt de Franse piot massaal in opstand. Geruchten van de Russische revolutie woeien over de loopgraven. Het ongenoegen van de soldaat spitst zich ook …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

1917.

Vier lange jaren van oorlog hebben ingehakt op het moreel van de soldaat. Langzaamaan wordt niet het leger aan de overkant, maar de eigen overste als de vijand aanzien. In april en mei van het jaar komt de Franse piot massaal in opstand. Geruchten van de Russische revolutie woeien over de loopgraven. Het ongenoegen van de soldaat spitst zich ook toe op onopgeloste nationale vraagstukken. In 1916 hadden tijdens de Paasopstand de Ieren het heft in eigen handen genomen. Het nationaliteitsbeginsel van Amerikaans president Woodrow Wilson had velen doen dromen van een zelfstandig en soeverein bestaan. Als Pool, Tsjech, als Ier, als Vlaming…

Geradicaliseerde jeugd

Ook in de Belgische linies sudderde het ongenoegen. Vele jonge flaminganten, die met oprechte ijver eerst België wilden verdedigen tegen de Duisters om erna de Vlaamse kwestie op te lossen, werden in de loopgraven bitter ontgoocheld. Niet alleen verklaarde de regering in Le Havre dat ze niet van plan was de Université de Gand te vernederlandsen. Vier jaren van vernederingen door een anti-Vlaamse   en Nederlands-onkundige officierskaste had de gemoederen verhit.

Op 11 juli 1917, exact honderd jaar geleden, barstte uiteindelijk de bom. De clandestiene flamingante Frontbeweging, met kopstukken als Adiel Debeuckelaere, Hendrik Borginon en Filip De Pillecyn, verspreidde de eerste Open Frontbrief, een pamflet in de vorm van een brief gericht aan koning Albert I. In de brief werd een omstandige lijst gegeven van de mistoestanden in het Belgische leger. De brief werd geschreven in naam van de Vlaamse intellectuelen en toonde een sfeer van radicalisering, met een tanende rol van de gematigde Frans Van Cauwelaert en in overeenstemming met de evoluties in bezet België, zoals de vernederlandsing van de Gentse hogeschool door de Duitsers ende oprichting van de Raad van Vlaanderen.

Vlamingen, gedenkt het Guldensporenfeest!

De aanhef van de eerste Open Frontbrief op 11 juli alludeert aan de toespraak van koning Albert I op 4 augustus 1914, die de Vlamingen herinnerde aan de Guldensporenslag. In de brief wordt de boodschap van de koning echter op krachtige wijze geherinterpreteerd. Waar de koning 11 juli 1302 nog zag als een symbool van Vlaams verzet ten bate van België, hebben vier lange jaren van onderdrukking in de loopgraven een kwantumsprong in de Vlaamse geesten veroorzaakt. Op lange termijn zal de Eerste Wereldoorlog de fundamentele stap blijken in het ontstaansproces van de Vlaamse natie in de geesten van de Vlamingen.

De Open Frontbrieven werden dit jaar voor het eerst op wetenschappelijke wijze uitgegeven:

Leemans, G. – Praet, R. – Vandeweyer, L.- Verdoodt, F.-J. (red.) (2017) ’Alleen in u– o koning – geloven wij nog’Open brieven van de Vlaamse Frontbeweging tijdens de Eerste Wereldoorlog. Antwerpen.

 

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties