JavaScript is required for this website to work.
post

Hulde aan een ongeneeslijke rebel

Johan Sanctorum25/7/2017Leestijd 3 minuten
Mark Grammens, op de viering van zijn 80e verjaardag, 16 november 2013.

Mark Grammens, op de viering van zijn 80e verjaardag, 16 november 2013.

foto © Luc Van den Weygaert

Mark Grammens: tussen kleinrechtse kruideniersmentaliteit en kaviaarlinkse braafheid kan je in Vlaanderen weinig meer doen dan een éénmanstijdschrift uitgeven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Bij deze een late blijk van hulde aan Mark Grammens (1933-2017), niet enkel omdat hij op 24 juli overleed, want een jaar geleden gaf ik mijn mening al over de man in ‘De ongemakkelijke waarheden van Mark Grammens’. De reguliere Vlaamse media verkeken zich constant op dit verschijnsel en konden hem maar niet in een vakje opbergen. Allicht daardoor raakte deze scherpe pen nooit aan een deftige job in krant of weekblad, op een korte passage bij Knack na. Waar superbelgicist Marc Reynebeau hem snel buitenwerkte.

Samizdat-literatuur

In die zin vond ik het in flamingante kringen veelgeprezen éénmanstijdschrift Journaal symptomatisch: een met een ouderwetse tijpmachine volgeschreven veertiendaags opinieblad, samen met moeder de vrouw thuis in elkaar gestoken, op de keukentafel verzendklaar gemaakt en op de post gedaan. Men moet dit resultaat van onverdroten huisvlijt niet teveel romantiseren: in Vlaanderen eindigt eigenzinnig journalistiek talent in de Samizdat-literatuur. Een Don Quichotesk geluid van iemand die weet dat de benepen Vlaamse kleinburgerlijkheid alles verstikt wat boven het maaiveld komt, en die toch niet wil zwijgen. De jaloezie van de middelmaat, die De Standaard, De Morgen en Knack domineert – om van de publieke omroep nog maar te zwijgen – uit zich op een heel specifieke manier, door alles wat niet aan hun normen beantwoordt te laten sudderen tot het uitsterft. Men hoeft in onze vrije samenleving helemaal niemand te muilkorven: isoleren en doodzwijgen volstaat. Een maatje te groot voor de zogenaamde kwaliteitspers, opgesloten in het formaat van het éénmanstijdschrift. Tot zover de tragikomische plot van het fenomeen Mark Grammens.

Op die manier werkt de cultuur van de vrije meningsuiting perfect: het conformisme controleert de grote media, de non-conformisten mogen zich bezig houden met marginale sluikblaadjes tot ze uit eenzaamheid zichzelf gaan overroepen en over hun eigen hyperbolen struikelen. Want dat was natuurlijk ook het lot van Grammens: talent dat verzuurt en beschimmelt omdat het niet echt kan/mag ontbolsteren.

Natuurlijk was zijn visie op het ‘Belgische staatsterrorisme’ (waarbij vergeleken IS volgens hem een onschuldig verschijnsel was) totaal over de top. En allicht was zijn geloof in de Vlaamse revolutie die elk moment kon losbarsten, een hopeloos romantische utopie. En ja, zich eindeloos uitroepen tot ‘slachtoffer van de repressie’ (er sneuvelden wat ramen bij het gezin Grammens in 1945) – zelf zoon van een in de bak gevlogen Oostfronter zijnde vind ik het als revanchistisch ressentiment een ongezonde inspiratiebron. Zijn kompaan Hugo Claus kon er, wat dat betreft, beter mee om.

Gevaarlijk leven

Buiten dat alles blijft Grammens een icoon van waarachtige vrijdenkerij. Ik was al fan van in de tijd dat hij het radicaal-gauchistische weekblad De Nieuwe uitgaf, met zijn progressieve spelling en alle c-woorden met een k. Maar spitante analyses, heerlijk om lezen. Hij was intellectueel radicaal onafhankelijk (zette de vakjesdenkers daardoor steeds weer op het verkeerde been) en politiek absoluut onrecupereerbaar (had geen goed woord over voor de N-VA, haatte Bart De Wever en minachtte carrièristen als Peter De Roover).

Ook dat heeft zijn eenzaamheid bevorderd en zijn inkt een bittere smaak gegeven. Geen politieke vrienden, een vreemde eend in het culturele landschap, en door de media grotendeels genegeerd. In zo’n situatie kan je alleen nog als blogger een journalistieke status uitbouwen, maar het internet was aan de gezworen papierrebel Grammens niet besteed, jammer misschien.

Laat ons eerlijk wezen: Mark Grammens was niet zozeer een repressieslachtoffer, dan wel een slachtoffer van de Vlaamse Biedermeiercultuur die laveert tussen kleinrechtse kruideniersmentaliteit en kaviaarlinkse braafheid. Alles wat daar niet aan beantwoordt wordt fijngemalen; het onderscheidt ons cultuurlandschap dramatisch van bijvoorbeeld de Nederlandse en de Franse waar er wel zoiets als een intellectuele elite bestaat, die naam waardig.

Journaal blijft nazinderen als een heroïsche vuist aan de godverdomse helaasheid van de Lamme Goedzak, meer nog dan aan de zogenaamde Belgische bezetter. Onwillekeurig verbind ik de dood van deze moegestreden rebel met de dood van de Franse filosofe Anne Dufourmantelle enkele dagen eerder, toen ze twee kinderen uit de zee wou redden en zelf verdronk. Dufourmantelle keerde zich in haar geschriften (Eloge du risque, 2011 en Puissance de la douceur, 2013) tegen de veiligheidsobsessie van deze tijd en pleitte voor het nietzscheaanse ‘gefährlich leben’, de bereidheid om voluit te gaan en risico’s te nemen, buiten alle strategische rekensommen om. Wie bang is voor de dood, leeft niet en kan ook niet liefhebben. Weinige denkers hebben zo de daad bij het woord gevoegd.

‘Radicaal’ dus: dringend tijd om dat woord te hermunten. Dank u, Anne; tot Journaal, gij grammige Grammens. En dank u toch ook, Els, Marks levensgezellin, want ook zo’n halve gek tot het einde kunnen volgen en blijven postzegels plakken vind ik best wel radicaal.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties