Onlangs verscheen een ideologisch pleidooi van Gwendolyn Rutten (Open Vld) om de liberale ideologie meer naar het centrum op te schuiven. Haar centristische ideologie, het intervidualisme, kan je het best omschrijven als 'het christendemocratische personalisme met een vleugje socialistisch "samen-ik-zijn" op een bedje van de derde weg van Giddens en overgoten met een sausje liberaal egalitarisme van Rawls'. Het moet gezegd. Het is een moedige poging om het verdwaalde en kapot geregeerde Vlaams liberalisme nieuw leven in te blazen. Iemand…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Onlangs verscheen een ideologisch pleidooi van Gwendolyn Rutten (Open Vld) om de liberale ideologie meer naar het centrum op te schuiven. Haar centristische ideologie, het intervidualisme, kan je het best omschrijven als ‘het christendemocratische personalisme met een vleugje socialistisch “samen-ik-zijn” op een bedje van de derde weg van Giddens en overgoten met een sausje liberaal egalitarisme van Rawls’.
Het moet gezegd. Het is een moedige poging om het verdwaalde en kapot geregeerde Vlaams liberalisme nieuw leven in te blazen. Iemand moet iets doen in een poging om de ijsberg te ontwijken. Er is wel nog hoop, want onlangs heeft Egbert Lachaert moeten vaststellen dat zelfs een lijk gereanimeerd kan worden.
Boondoggle van zesjescultuur
Ruttens poging is helaas een zoveelste ideologische boondoggle (groot nutteloos werk, nvdr.) van een zesjescultuur, die momenteel in politiek Vlaanderen wel vaker opgeld maakt. Periodiek produceren Vlaamse politieke protagonisten, eerder uit wanhoop dan uit hervormingsnoodzaak, een nieuwe ideologie en een nieuw aanschijn voor hun politieke partij.
Zoek daar niets meer achter dan een politieke marketingstrategie. Bedrijven doen het wel vaker. Na een schandaal, Muskiaanse verliescijfers of als hun product en aanschijn verouderd is, veranderen ze van naam, logo, verpakking of productenaanbod om uit de rode cijfers te geraken en daarna opnieuw het marktleiderschap na te jagen. Het is niet anders bij politieke partijen.
Beleidsverlammend en democratieverstorend
Ideologieën en de daaruit vloeiende partijprogramma’s zijn de smoel van een politieke partij. Het voorkomen dat hen moet onderscheiden van anderen en de kiezer moet verleiden zijn stem en ziel aan hen te verkopen. Maar ze zijn ook de oorzaak van beleidsverlammende verkiezingskoorts een jaar tot anderhalf jaar voor de verkiezingen en de democratieverstorende ellenlange regeringsvormingen een tot twee jaar na de verkiezingen. Een vijfjarige legislatuur bestaat zo uit twee, soms zelfs drie jaar beslissings- en beleidsarmoede. En dan spreken we nog niet over opiniepeilingen die het beleid vergiftigen met opstootjes van ijlende verkiezingskoorts.
Door dat alles is het denken in naam van de maatschappij en het nemen van vaak onpopulaire beslissingen – kortom verantwoord beleid voeren – net zo zeldzaam geworden als een meiklokje in december. Tijdens de verkiezingsperiodes zorgen politieke ideologieën voor maatschappelijke dichotomieën, verscheurde vriendschappen en een verzuurde samenleving. Wie in een verkiezingsperiode zijn politieke mening durft te uiten op Twitter of Facebook, krijgt gegarandeerd een ijskoude douche van scheldwoorden over zich heen. De huidige share aan betweters, Google-intellectuelen en pathologische querulanten op de internetcafés wordt in de verkiezingsstrijd aangevuld met partijgebonden medewerkers strijdend naar jobbehoud, militanten en partijgroupies.
Algemeen belang van het volk
In de hedendaagse politiek doen ideologieën er in se niet meer toe. Ze dienen enkel nog om de particratie en zijn particularisme te voeden en in leven te houden. Er is maar een beleid dat ertoe doet of er zou mogen toe doen. Dat is een beleid van algemeen belang. Onder het algemeen belang versta ik datgene dat voor de samenleving in zijn geheel wenselijk, nodig of nuttig is. Niet deze van de partijbelangen. Niet deze van een dogmatische dwangbuis van gelimiteerd en afgebakend denken en niet deze van een filosofische en ideologische gevangenis.
Om het algemeen belang maximaal te kunnen dienen moet men vrij zijn van denken. Niet te verwarren met liberaal denken. Liberalen laten hun denken begrenzen met de vrijheidsgedachte en zijn bijgevolg geen vrijdenkers. Er zijn vaak meerdere oplossingen voor eenzelfde probleem, maar er is er maar een de beste. Nu kiezen politici meestal voor een afkooksel van meerdere oplossingen samengeklit. Omdat ze, gedwongen door ideologische handboeien, keer op keer kiezen voor een afgewaterde hutsepot van de Belgische consensus, verzandt het beleid in een moeras van slappe mediocriteit. Het is bovendien een neerwaartse spiraal, want de ondemocratische kiesdrempel en de antidemocratische haat voor extreme partijen doen meer ideologieën samenhokken met als resultaat een banaal surrealistisch consensusbeleid waar zelfs Magritte, Picasso en Dali de neus zouden voor ophalen.
Vrijdenker
Ik ben een liberaal die vrijdenker geworden is. Sorry aan zij die iedereen graag in hokjes indelen. Ik pas nergens in. Ik ben geen progressief en geen conservatief. Niet links, niet centrum en niet rechts (meer). Ik ben geen sociaaldemocraat, christendemocraat, liberaal (meer), Vlaams-nationalist of communist. Ik ben geen federalist, confederalist, regionalist, separatist of Belgicist. Evenmin ben ik (nog) utilitarist, existentialist, rationalist, idealist of humanist.
Bovendien behoor ik ook tot geen enkele politieke partij. Ik pas maar in één hokje. Dat van een vrij mens die binnen een bepaald tijdskader, ideologisch vrij en politiek ongebonden de maatschappelijke problemen analyseert en daar een mening over ventileert. Jammer dat er in de politiek niet meer vrijdenkers zijn zonder ideologische rem of partijpolitiek dwangbuis.