Iedereen deze week (een beetje) Marc Coucke
Vrijgevigheid is goed, zolang ze de sociale rechtvaardigheid maar niet vervangt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMarc Coucke, mede-eigenaar van het Waalse pretpark Pairi Daiza, heeft ervoor gezorgd dat een jonge kankerpatiënte het park toch kon bezoeken, al is het deze dagen gesloten. Het Belgisch Kinderkanker Steunfonds (BKKS) kon hem daartoe overhalen, en ik gun de vierjarige Sofie uit Gavere alle plezier van de wereld.
In alle dagbladen werd de geste van Coucke meteen breed uitgesmeerd (als bij wonder was er in dat gesloten pretpark veel pers aanwezig). Marc kan de goede publiciteit wel gebruiken na het collectief ontslag bij Omega Pharma dat hij via een opgedreven boekhouding aan de Amerikanen had verkocht,- een meevaller van 1,45 miljard waarop de succesondernemer naar het schijnt 0,0% belastingen betaalt.
‘Coucke, die het bezoek gistermorgen op Twitter aankondigde, reed het meisje persoonlijk rond in een golfkarretje’, lezen we. Het is natuurlijk moeilijk om Marcs gebaar niét sympathiek te vinden: waarlijk een zure steen moet je zijn om daar iets achter te zoeken en over publicitair gewin te lullen. Het is ook niet makkelijk om rijk te zijn. In een vroeger interview liet hij al weten, elke dag een hoop verzoeken te krijgen van mensen om geld of bijstand of tussenkomst, en dat hij dan telkens een ‘afweging in eer en geweten’ moet maken.
Filantropie en belastingen
Kijk, dat zit me nu wel dwars, en sorry als ik nu weer het feestje verknal. Marc Coucke zet via zijn investeringsvehikel Alychlo zwaar in op kankerdiagnose en –therapie, en ondersteunt ook bepaalde vzw’s daar rond. Maar op het einde telt de apotheker zijn kassa, en dat wil ik hem zelfs niet eens kwalijk nemen. Wél is de opgeklopte liefdadigheidssfeer rond deze wilde weldoener ongezond, en moet altijd de vraag gesteld worden of solidariteit en zorg geen kerntaken zijn die door de gemeenschap alias de Res Publica dienen waargemaakt te worden, jawel, via billijk geïnd belastinggeld waar uitgerekend Coucke niet echt voor wil opdraaien, en dat ook met zoveel woorden zegt.
Op de Knack-webstek van 6 december trok ene Francine Mestrum onder de titel ‘Van rode neuzen tot warmste week: maatschappelijke problemen zijn geen goede doelen’ van leer tegen de liefdadigheidsgekte die zo tegen het jaareinde een hoogtepunt bereikt. Ik citeer haar even:
‘Armoedebestrijding, ontwikkelingssamenwerking, wetenschappelijk onderzoek, integratie van migranten en vluchtelingen, zelfs dierenbescherming: het zijn geen goede doelen. Het zijn maatschappelijke en politieke problemen die structureel moeten aangepakt worden. Hier past geen liefdadigheid maar sterk beleid met een substantiële begroting. Dit zijn verantwoordelijkheden voor de overheid. En jazeker, burgers kunnen helpen, maar moet dat met geld inzamelen? Is burgerparticipatie dan beperkt tot amusement voor de poen? Wedden dat iemand meteen zal reageren en zeggen: ja, maar dat sterkt ook de sociale relaties. Zucht.’
Zucht, inderdaad. Alle media heeft ze ondertussen over zich heen gekregen: journalisten, columnisten, naast politici zoals Dr. Louis Ide (N-VA). Maar ze heeft een kei van een punt: de gulheid van de burger, omlijst met veel emo-kerstversiering en Studio Brussel-decibels van zich voor de micro en in het beeld verdringende BV’s, mag voor de overheid geen excuus zijn om haar kerntaken te verwaarlozen. Zorg voor de zwakkeren en empowerment is daar een van.
Niet toevallig is de rechtsconservatieve publicist en goeroe van Bart De Wever, Theodore Dalrymple, een grote fan van liefdadigheid. Ide haalt hem in een repliek op bovenstaande column ook aan: het gaat bij goede doel-acties om ‘eerlijke gevoelens van sympathie en medelijden’, en een reactie tegen de staat die ‘geld versluist naar de uitkeringsgerechtigde’ (sic). Met andere woorden: mensen die bij de overheid aankloppen voor bijvoorbeeld een handicap-tussenkomst of een duur geneesmiddel zijn parasieten en zouden beter gaan bedelen.
Dat brengt ons weer op de mediagenieke vrijgevigheid van miljardairs als Marc Coucke. Hij wil niet alleen ondernemer zijn, maar ook weldoener en volksheld. Natuurlijk hebben we liever genereuze rijken dan gierige, maar het is zoals met de loterij: een aalmoes verandert de samenleving niet, en het kan zelfs als oogverblinding werken. De mediastrategie van de oligarchen, de klasse van superrijken, is wel degelijk demagogisch en politiek. Hun filantropisch aureool krijgt het licht vanuit een extreem-liberale meritocratie en maakt hen tot maatschappelijke sleutelfiguren die ook als ‘opiniemakers’ incontournable worden, vele malen populairder en charismatischer dan menig politicus. Een imago dat bv. ook schoenenfabrikant Wouter Torfs probeert te forceren: dat van succesrijk zakenman én ethisch bewogen patroon die op alle TV-praatprogramma’s en in menig krantencolumn zijn maatschappelijk gewicht in de verf mag zetten. Dat komt het merk ten goede, het bevordert de sociale vrede in zijn bedrijf, en het geeft hem ook echt een goed gevoel van niet alleen als schoenenverkoper door het leven te gaan.
Coucke staat op plaats 10 van de rijkste Belgen, doch is maar een garnaal in de klasse van de supergewichten. Het totaal van de donaties van ’s wereld rijkste man, Bill Gates, staat op zowat 30 miljard dollar, onder meer besteed aan de bestrijding van malaria, AIDS en polio. Ook Facebookbaas Mark Zuckerberg gaat deze filantropische weg op, via hetzelfde tussenstation van een stichting of privé-fonds. Gemeende vrijgevigheid? Allicht wel. Maar het is tegelijk wel weggeboekt belastinggeld dat in privé-handen blijft en eigenlijk als promotievehikel functioneert. Of wie weet speelt er toch een soort schuldgevoel van de rijke, en het verlangen om zijn hemel af te kopen?
Het kapitalisme 3.0 (na het primaire uitbuitingskapitalisme en het Keynesiaanse model van een regulerende overheid) gaat resoluut voor de privatisering van solidariteit en een nieuwe nadruk op liefdadigheid. Niemand heeft nog recht op iets, het gaat om de mildheid van de rijke, voor de behoeftige is het kwestie van handig te bedelen en zijn zieligheid in de markt te zetten. In de Warmste Week worden we allemaal even kleine Marc Couckes of Bill Gates, en mogen we doneren om zo mee de warme samenleving waar te maken.
In werkelijkheid verdwijnt er een stuk politiek bewustzijn, en worden we warm van een miljardair die persoonlijk met zijn golfkarretje één kankerpatiënte doorheen zijn pretpark loodst. Eentje maar, de rest ziet het op TV en moet plaatsvervangend blij zijn. Komaan zeg, geen pruillippen, weg dat gekanker, iedereen vrolijk, straks Kerstmis!
Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.
Tags |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.