Iedereen even dom, dan blijft niemand achter
Het thuis al leren lezen van peuters wordt in Frankrijk ongepast geacht.
foto © Pixabay
Thuis al leren lezen van peuters komt in Frankrijk veel voor, maar sommige intellectuelen vinden dat ongepast omdat het ongelijkheid veroorzaakt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet thuis al leren lezen van peuters komt in Frankrijk meer voor dan in veel andere westerse landen, maar sommige Franse intellectuelen vinden dat ongepast. Het zou ongelijkheid en wedijver op school veroorzaken.
Mijn vader leerde me lezen toen ik vier was. Eerst las hij Okkie Pepernoot voor terwijl ik meelas, en al snel las ik zelf Robinson Crusoë van Daniël Defoe. Onder de dekens met een zaklantaarn omdat er eigenlijk geslapen moest worden. In het eerste jaar van de basisschool was ik de enige die al kon lezen.
Als het aan de directeur van het bekende Franse ‘Observatorium van Ongelijkheden’ ligt, mag dat niet meer, je kind al vóór het naar school gaat leren lezen. Het zou scholieren een ongelijke start geven om vooruit te komen in het leven. Dat moeten we niet willen. Dit observatorium stelt zich tot doel ‘een volledige inventaris van de ongelijkheden in Frankrijk op te maken’ en geeft landelijk populaire cursussen aan professionals om zich bewust te worden van ongelijkheden. Directeur en oprichter Louis Maurin publiceerde recent een artikel op de site van zijn observatorium: “Vroegtijdig leren lezen: een bron van sociale ongelijkheid in het onderwijs.” (https://www.inegalites.fr/apprentissage-precoce-de-la-lecture-et-inegalites)
Een uitzondering
Misschien ben ik de uitzondering die de regel bevestigt; qua maatschappelijk succes schopte ik het een stuk minder ver dan sommige klasgenootjes die veel later begonnen met lezen. Misschien omdat de wereldliteratuur me dermate boeide dat het leren van praktische zaken er nog al eens bij inschoot. Een enkele keer spreek ik een vroegere klasgenoot die huisjesmelker werd, of projectontwikkelaar, zoals hij het zelf noemt. Hij leest nog steeds geen boek en het zou me niet verbazen als hij functioneel analfabeet is. Maar tellen kan hij als de beste; dat komt goed van pas met een banksaldo van acht cijfers.
Volgens Louis Maurin bestaat er geen verband tussen het ‘latere niveau’ van scholieren en de leeftijd waarop ze hebben leren lezen. Dat werpt de vraag op waar deze econoom het ‘latere niveau’ gesitueerd acht. In het hoofd of op de bankrekening? Maurin beroept zich op het zogeheten Pisa-onderzoek van de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, en het werk van een Franse linguïst, Alain Bentolila, verbonden aan zijn eigen observatorium. Volgens de OESO is het verschil in niveau tussen leerlingen uit economisch zwakke en sterkere milieus in Frankrijk veel groter dan bijvoorbeeld in Scandinavische landen. En leren in Frankrijk meer hoger opgeleide ouders hun kinderen vroegtijdig lezen.
Cultuurmarxisme
Er is nog een verschil, schrijft Maurin: in Scandinavië leren kinderen op school een jaar later lezen dan in Frankrijk. Dat moeten wij dus ook doen, concludeert hij; het vermindert bewezen de ongelijkheid in prestaties.
Verschillende waarnemers wijzen erop dat Maurin de vakliteratuur dan wel verkeerd geïnterpreteerd, dan wel erg selectief gelezen heeft. Wat mij in ieder geval duidelijk lijkt: Maurin bewijst hoegenaamd niets met zijn prietpraat, of het zou moeten zijn dat hij aan cognitieve dissonantie lijdt.
U begrijpt dat in een land waar ieder gehucht een Place of een Rue Victor Hugo heeft, met verbijstering kennis werd genomen van dit schotschrift. Al is men hier behoorlijk wat gewend als het gaat om cultuurmarxisme. In ieder geval hoorde ik nog nooit zo vaak in de media de typisch Franse uitdrukking ‘de wereld loopt op zijn kop’. De directeur van het bekende Observatoire is overigens ook auteur van een werkje met de opmerkelijke titel ‘Nog meer! Onderzoek naar de bevoorrechte klasse die er geen genoeg van kan krijgen.’
De website van zijn populaire instituut leest als een pamflet van sociale actie. Alles is gericht op gelijkheid. Migranten moeten meteen hetzelfde inkomen en gelijkwaardige huisvesting krijgen als Fransen, iedereen moet hetzelfde pensioen ontvangen, enzovoort. Oh ja, en het is een schandalige ongelijkheid dat Afrikanen moeilijker Frankrijk in kunnen dan Oekraïners…
Wiskunde dekolonialiseren
Recent werd ook al gepleit voor het ‘dekolonialiseren’ van de wiskunde, dat bijvoorbeeld kinderen uit ontwikkelingslanden wil vrijstellen van het bewijzen van wiskundige stellingen. In andere culturen bestaat het wiskundige bewijs vaak niet en het opdringen van onze witte manier van denken zou racistisch zijn en ongelijkheid scheppen. Dan maar liever stellingen voetstoots aannemen. Samen onderweg naar een sociaal rechtvaardige en bankroete maatschappij.
Het zou meneer Maurin allemaal als muziek in de oren klinken. Op zijn ongelijkheden site staat toevallig net een prominent artikel over het vereenvoudigen van de spelling.
Het Frans zou qua spelling de moeilijkste taal ter wereld zijn. Vooral omdat er zoveel letters in woorden staan die niet worden uitgesproken. En verschillende lettercombinaties hetzelfde worden uitgesproken. Zoals de onbepaalde wijs van de meeste werkwoorden, die anders wordt geschreven dan het voltooide deelwoord, maar wel identiek wordt uitgesproken. Favoriser, bevoordelen, klinkt precies als favorisé, bevoordeeld. Zelfs als Nederlander zie ik dat vaak fout gaan. Bijvoorbeeld in annonces, waar mensen het ene gebruiken en het andere bedoelen. Het verraadt de simpele ziel, en ook dat moeten we natuurlijk niet willen. Bovendien, wat heb je aan verschillende lettercombinaties die hetzelfde worden uitgesproken, of aan al die letters die je toch niet uitspreekt?
Inderdaad scoren bij eindexamens de scholen in wijken die favorisé zijn wat betreft taal tot wel 40% beter dan die in achterstandswijken die ‘défavorisé’ zijn, benadeeld. In plaats van te proberen daaraan iets te doen, ziet het Observatorium van Ongelijkheden liever de taal versimpelen…
WhatsApp taal
Genoemd artikel, ‘Het is Tijd Spelling te Moderniseren en te Democratiseren’, werd geschreven door linguïst Christophe Benzitoun van de Universiteit van Lorraine. Hij pleit voor een ‘levende taal’.
‘We zouden bijna fonetisch moeten schrijven, zoals jongeren al doen in mobiele berichten,’ zegt Benzitoun. “Taal is een levend organisme dat almaar verandert, terwijl het op school onderwezen Frans een eeuwenoud en achterhaald instituut is, met dwang in stand gehouden.”
Koren op de molen van het Observatorium. Wat heb je aan de klassieke spelling, die schept alleen maar ongelijke kansen. Berg de Franse wereldliteratuur maar op. Wie leest er nog Proust of Flaubert en hun elitair geschreven boeken?De even rudimentaire als elementaire Whatsapp taal, vooral ontstaan onder jonge Fransen van Noord-Afrikaanse afkomst, is inmiddels razend populair bij alle Franse jongeren. En als het aan het Observatorium ligt, zal dat ooit de enige taal zijn die Franse scholieren nog hoeven te leren. ‘Bonjour, ça va?’ wordt bijvoorbeeld ‘bjr sava?’
Vroeg leren lezen is het begin van autonomie. Het verruimt de geest en ontsluit de wereld. Zelfs communisten koesterden individueel talent omdat ze de waarde ervan inzagen. Maar Louis Maurin, directeur van het Observatorium van Ongelijkheden, lijkt een cultuurmarxist van het zuiverste water: individueel talent moet worden ontmoedigd, omdat het de ongelijkheid bevordert en achterblijvers creëert. De verstikkende moraal? Niemand raakt achterop als iedereen maar net zo dom blijft als de domste.
Mathematicus, documentairemaker (oa VPRO, KRO, NCRV, AVRO), schrijver van één roman ('De Knapste Man van Nederland', Augustus), laatstelijk chroniqueur.
Dat Gisèle Pelicot het proces tegen haar verkrachters openbaar wilde hebben heeft grote gevolgen. De Franse wet over verkrachting staat op de helling.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.