‘Ik kom aan huis voor 4000 euro’
Hoe pococratie leidt tot verlies van journalistiek zelfrespect
foto © Foto VRT
Lang heb ik me afgevraagd waarom de VRT mij altijd links (!) laat liggen in de bonte parade van opiniemakers die voor de micro of de camera hun zegje mogen doen. Het raadsel is nu opgelost: het kost gewoon 4000 euro. Hadden ze dat meteen gezegd, ik heb het nu in De Morgen [https://l.facebook.com/l.php?u=https%3A%2F%2Fwww.demorgen.be%2Ftvmedia%2Fvrt-kreeg-ook-geld-voor-live-uitzendingen-van-de-ochtend-b05427d9%2F%3Futm_campaign%3Dnewsletter%26utm_medium%3Demail%26utm_userid%26utm_source%3Ddemorgen%26utm_content%3Dochtend%26ctm_ctid%3D6f958c8dfd40362a5858953554f28a03&h=AT2uN7ddcrYUaIbRTnfwfuQSfVcrxEgPwKjY1CcBYK7sHzOONX1rTEe0gz15igMrLvEn7XkqwmX1BTGmvcGGhC14UpZdijepIkCzjCraEDvBCEqbPyHd9b_z2JZ-4utEePNQASxIapl1a5oJ5MI] moeten lezen: 4000 euro en Culture …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementLang heb ik me afgevraagd waarom de VRT mij altijd links (!) laat liggen in de bonte parade van opiniemakers die voor de micro of de camera hun zegje mogen doen. Het raadsel is nu opgelost: het kost gewoon 4000 euro. Hadden ze dat meteen gezegd, ik heb het nu in De Morgen moeten lezen: 4000 euro en Culture Club komt bij je langs voor een fijn interview, of zelfs ietsje meer. Ook voor De Ochtend kan je mits betaling op antenne, naar de voorwaarden is het voorlopig gissen. Terwijl een bonafide bedrijf of eenmanszaak toch transparant hoort te zijn over zijn tarieven. Of is het toch een beetje à la tête du client? Of moet het net in het halfdonker gebeuren? Wie met vragen hierover zit, bel 02 741 31 11.
Het lijkt een paradox: een openbare omroep met een missie van kwaliteit en objectiviteit, die zich bezig houdt met het soort gesjacher waarvoor VTM zich zou schamen. De verklaring heet: gebrek aan zelfrespect. Onderhuidse gêne voor het niet kunnen en niet willen halen van de kwaliteit en objectiviteit die het publiek verwacht en de overheid oplegt. De openbare omroep is doordrongen van normvervagende vooringenomenheid, alles ruikt er naar pococratie in de ergste graad, constructivistische ijdelheid, het willen afschermen van het publiek tegenover ‘foute’ meningen die alleen in de ‘juiste’ context mogen geserveerd worden, tot en met het compleet ensceneren van nieuwsitems, simulacres zoals filosoof Jean Baudrillard het formuleerde (Zie mijn vorig artikel over dit onderwerp: Het nieuws als sacrament).
Judascomplex
Maar die politiek-correcte arrogantie heeft dus een Freudiaanse keerzijde: eigenlijk schamen VRT-journalisten zich ook een beetje, diep in hun binnenste voor dat vertoon. Ze zijn wel drager van een ideologie die ze willen verdedigen,- rood, groen, het hoeft niet eens een partijpolitieke kleur te hebben-, maar ze weten eigenlijk ook wel dat dit tot bekakte journalistiek leidt.
Hoe kijkt iemand als Ivan De Vadder ’s morgens in de spiegel? Het is de vraag die ik me bijvoorbeeld ook stel bij beroepen als deurwaarder, mensen die weten dat ze vandaag medemensen met hun kinderen uit hun huis gaan zetten. De oplossing van die cognitieve dissonantie heet: geld. Of zoals de Romeinse keizer Vespasianus zei, toen hij de uitwerpselen van zijn onderdanen inzamelde als grondstof voor…. zeep: geld stinkt niet. Alles vertalen naar een financieel-boekhoudkundig register, de cijferlogica, het gewin. 4000 euro en ik kom bij u langs, alleen de duurste call girls gaan voor die categorie.
Officieel hoort dat soort praktijken natuurlijk helemaal niet voor een omroep die met belastinggeld wordt gespijsd – vandaar het tumult-, en je kan toch niet veronderstellen dat de VRT zich met dat soort schnabbels financieel staande houdt, maar het verklaart net de malaise achter het gordijn: een omroep die de feeling voor objectiviteit mist, geraakt ook moreel in het drijfzand en meet zich de logica van de pooier aan,- met excuus voor deze beroepstak. Gebrek aan zelfrespect, schaamte, verdringing en compensatie: in die zone van het Judascomplex moeten we de verklaring zoeken voor het verkwanselen van etherruimte. Idem dito voor de methodes van product placement (betaalde reclame binnen fictiereeksen, zoals Witse die altijd met een Lexus rijdt) en de kijkcijferobsessie: indien de VRT echt journalistieke kwaliteit zou brengen, en die gedrevenheid ook zou uitstralen, zouden die kijkcijfers haar worst wezen.
Ik zou nog lang kunnen uitweiden over deze Freudiaanse knoop, en voorbeelden aanhalen van meisjes met een laag zelfbeeld die in de prostitutie terecht komen. Of verder reflecteren over de relatie tussen het anale stadium (hoopjes willen leggen, of ze juist proberen in te houden) en geldzucht, de accumulatie van het kapitaal. Kak voor mama Staat, die, o drama, het kind daarvoor bestraft!
De erfenis van ‘68
In de plaats daarvan kunnen we beter eens doorbomen over de vraag: wat is eigenlijk objectiviteit? Waarom vinden zoveel Vlamingen dat de openbare omroep die eigenschap mist? Omdat de journalisten, opgeleid aan onze universiteiten, een soort braafheid hebben verworven die heel het Vlaamse intellectuele spectrum doordringt. Het intellectuele conformisme van docenten kan niet anders dan middelmatige afgestudeerden Pers en Communicatie opleveren, die dan hun opwachting bij de VRT maken.
Zoek het dus niet alleen in de partijpolitieke voorkeuren of de ideologie: het onderwijs op zich staat borg voor weinig durf en creativiteit. Op de hegemonie van de soixante-huitards in cultuur en media, volgt, nu ze op pensioen gaan, een tijdperk van de mediocratie, en dat is nog zacht uitgedrukt. Een jongere generatie die het Kantiaanse motto sapere aude (‘durf te denken’) niet eens meer kent, met dank juist aan de ’68-ideologie die de lat steeds lager legde, zoals ik in De Langste Mars beschrijf. Het gezemel van Zinzen en Van Cauwelaert, ‘de Vlaamse Statler en Waldorf’, klinkt als een bedekte triomf van die ’68-generatie die alles beter wist en de jongere generaties achterlaat in een intellectueel vacuüm.
Zelfdovend medium?
Objectiviteit is niet simpelweg en droogjes het afratelen van het confectienieuws dat door de persbureau’s wordt afgeleverd. Het heeft eerder te maken met eruditie, integriteit, intellectuele eerlijkheid én nieuwsgierigheid om tendensen en meningen in onze maatschappij te vatten die buiten de consensus liggen. Dat is geen zaak van pure cijfers maar vooral van ingesteldheid. Het sleutelwoord voor een goede journalist is ontvankelijkheid, iets tussen afstand en inleving.
Dat maakt hem/haar ook tot de oorspronkelijke betekenis van het woord medium: jezelf leeg maken en vullen met je onderwerp, telkens weer, telkens anders. Ook iemand als Donald Trump verdient eens iets anders dan de zure riedel van ‘Amerika-specialist’ Björn Soenens. Als ik Phara de Aguirre – die dan doorgaat voor een groot talent- Filip De Winter zie interviewen, druipt er zoveel dédain van haar gezicht dat ik het bijna automatisch opneem voor de VB-politicus. Ze doet het wel, omdat het moet, maar met de overgave van een kind dat zijn bord spruitjes moet leegeten. Dat kan natuurlijk niet.
Het bange vermoeden dat de openbare omroep bijna genetisch intellectuele middelmatigheid aantrekt, en dwarsdenkers of echte keien en kurieuzeneuzen afstoot, doet onvermijdelijk weer vragen stellen over de zin en onzin van zo’n instituut. Anderzijds vraag ik me af of de commerciële zenders hier geen kansen laten liggen om dit braakliggend terrein over te nemen, in plaats van de klamme status van ‘amusements- en familiezender’ aan te houden. Zo niet is dit gewoon het einde van het televisietijdperk, en dooft het medium zichzelf uit bij gebrek aan relevantie en door de sterftegraad van zijn publiek. Verdere ontwikkeling van vrije internet-TV kan mogelijk nieuw talent aantrekken en de benepen sfeer in het Vlaamse cultuur- en medialandschap openbreken. Of stel je voor, terug eens wat meer een boek lezen. Liefst niét geplugd door Culture Club. Uw garantie voor kwaliteit.
(*) Na de succesvolle lezingtoernee ‘Mei ’68 – 50 jaar later’ komt er in 2019 een vervolg, getiteld ‘De malaise in de media’, waarin Johan Sanctorum de Vlaamse pers kritisch fileert. Meer info en boeking voor organisatoren: klik hier.
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.