Intellectuelen en nationaal zelfbewustzijn
Deel 2: in Tsjechië en in (een deeltje van) Polen
Het geboortehuis van Smetana in Litomysl.
foto © DR
We ervaren meer over twee intellectuelen uit de Habsburgs-Oostenrijkse tijd, de ene een exponent van Duits, de andere van Tsjechisch nationalisme.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVorige aflevering reisden we via Beieren naar Brno in Tsjechië. We hebben de eindbestemming van onze reis, de Poolse grensstad Cieszyn, op dag drie bereikt: het vroegere Teschen, dat zich ten tijde van de Dubbelmonarchie tot een volwaardig cultureel en economisch centrum had ontwikkeld met goede treinverbindingen naar Wenen, Krakau en Lemberg (het huidige Lviv).
Op voorhand hadden we Poolse instanties en professoren aangeschreven met de vraag of ze het geboortehuis van de rechtsgeleerde Hermann Heller wisten staan. Uiteraard is zijn werk van groter belang, maar ons interesseert altijd ook de ‘genius loci’, de geest die op een bepaalde plaats rondwaart. Alleen de Poolse academicus Michal Bozek heeft gereageerd, maar ook hij kon alleen maar de straten noemen, in de ooit door Joden bewoonde wijk, waar Heller vermoedelijk heeft gewoond.
Heller stamde uit een Duitstalige Joodse familie. In 1932 doceerde hij aan de universiteit van Frankfurt, maar de ‘Machtergreifung’ in 1933 door de nationaalsocialisten noopte hem ertoe naar Madrid uit te wijken. Op 5 november van datzelfde jaar overleed hij in de Spaanse hoofdstad aan de gevolgen van hartlijden dat door zijn deelname als soldaat van het Oostenrijks-Hongaars leger aan de Eerste Wereldoorlog was veroorzaakt.
Duister verleden
De volgende dag besteden we helemaal aan het bezichtigen van Cieszyn en van Český Těšín aan de overkant van de rivier, die de grens tussen Polen en Tsjechië vormt. In de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw hebben Polen en Tsjecho-Slowakije geruzied over het bezit van de hele stad. Het verhinderde de politieke en militaire samenwerking tussen beide landen die een tegengewicht had kunnen vormen voor de groeiende macht van nazi-Duitsland. Erger nog, toen Hitler begin oktober 1938 het Sudetenland inlijfde – op basis van het Akkoord van München met Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië – lijfde Polen het Tsjechische gedeelte van de stad in bij Cieszyn.
De vreugde van de Polen zou van korte duur zijn. In september 1939 bezetten de Duitse troepen na hun inval in Polen Cieszyn. De stad kreeg haar Duitse naam terug en werd aan Schlesien (Silezië) toegevoegd. Ook de Joodse bevolking van Cieszyn, dan Teschen, viel ten prooi aan het antisemitisme van de nationaalsocialisten. Ettelijke Stolpersteine (struikelstenen) voor bepaalde woningen herinneren aan de afgevoerde Joodse bewoners van Cieszyn en Český Těšín. Wanneer we een koffie gaan drinken in een cafeetje, merken we dat de jonge dame die ons bedient, een ketting met een davidster om de hals draagt. Ze moet een nakomelinge zijn van een van de weinige Joden van de stad die de holocaust heeft weten te overleven. Het duistere verleden komt dan weer even dichtbij, overbrugd in de tijd door een onschuldige tijdgenote.
Optimisme
Van het Oostenrijkse verleden van de stad valt, buiten de ‘stenen die Duits spreken’, niet veel meer te bespeuren. Hoewel, het Deutsches Haus waar vroeger de Duitstalige verenigingen vergaderden, wordt nu in Cieszyn mooi gerestaureerd, met het nodige vakmanschap dat de Polen siert. De stad bevalt ons met haar mooie burgerhuizen en monumenten, ingebed als ze is tussen heuvels en bossen.
In het Zamek (kasteel) heeft de Oostenrijkse keizer verschillende malen overnacht en in het voormalige hotel Zum Braunen Hirschen op het marktplein was de Russische tsaar Alexander ooit te gast. Nu komen er veel jonge mensen en gezinnen met kleine kindjes samen en flaneren meisjes en vrouwen er veilig behoed tot laat in de avond. Ook al is Cieszyn een provinciestadje, blijkt er toekomst te zijn. Het valt op, zowel in Tsjechië als Polen, hoeveel optimisme er heerst, hoe veilig en ontspannen de mensen met elkaar omgaan.
Natie en socialisme
Intussen zoeken we verder naar sporen van Heller. Een geleerde met nieuwe inzichten. Hij was zoals zovele intellectuelen voor de sociale rechtsstaat, maar wilde het socialisme verzoenen met de natie. Net zoals Ferdinand Lassalle (1825-1864), de ‘concurrent’ van Karl Marx, was hij een Duits patriot. Zijn toetreding tot de SPD, de sociaaldemocratische partij, maakte Heller afhankelijk van zijn afzweren van het internationalisme en het historisch materialisme van het marxisme. Onze zoektocht wordt beloond. Het K.K. Albrechts-Gymnasium waar hij tot zijn zeventiende levensjaar school liep, heet nu Liceum Anthony Osuchowski. Het statige gebouw draagt trots het Kantiaanse motto ‘sapere aude’ (Durf te denken).
Smetana
Op dag vijf verlaten we Cieszyn richting Praag. Via moeizaam te berijden landwegen bereiken we na 200 kilometer Litomyšl (het vroegere Leitomischl). Ook weer zo een prachtig Tsjechisch stadje als uit een ‘Bilderbuch’ of een postkaartenverzameling. Het imposante renaissance-slot is erkend als UNESCO-werelderfgoed, het marktplein met zijn mooie huizen is een streling voor het oog. En van wie staat daar het standbeeld? Inderdaad, van niemand minder dan Bedřich Smetana (1824-1884) die we allemaal kennen van het meeslepende symfonische gedicht Vltava (De Moldau). Smetana werd er geboren als zoon van de brouwer van het Zamek. Net zoals een Richard Wagner had Smetana zich tijdens de revolutie van 1848 politiek geëngageerd. Hij werd rond zijn dertigste ook aangestoken door het opflakkerende Tsjechische nationalisme en begon in het Tsjechisch te schrijven.
We verlaten het landelijke Tsjechië en stevenen af op de grootstad Praag, de ‘Gouden Stad’, 150 kilometer verder westwaarts. We leerden tijdens deze etappe van de reis ook dat intellectuelen als Heller en kunstenaars als Smetana toentertijd het verlangen naar meer democratie en sociale rechtvaardigheid koppelden aan respectievelijk Duits en Tsjechisch patriottisme en nationaal zelfbewustzijn.
Tags |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Albrecht Mendelssohn Bartholdy, kleinzoon van de grote componist, werd 150 jaar geleden geboren. Als jurist zette hij zich in voor vrede en verzoening.
Het is Conner Rousseau zelf die een vermogensbelasting tegenhoudt, zo klinkt het dicht bij de federale onderhandelingen.