JavaScript is required for this website to work.
post

Iraanse Koerden grijpen naar de wapens

Karl Drabbe1/5/2017Leestijd 3 minuten

Na Syrië, Irak en Turkije, grijpen de Koerden in Iran ook terug na de wapens, de discriminatie en willekeurige onderdrukking beu. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In deze kolommen kunt u wel vaker nieuws en analyses lezen – doorgaans van de hand van Dirk Rochtus – over de Koerden in Syrië, Turkije en hun autonome regio in Irak. Ook in Iran leven Koerden, ongeveer 7 miljoen. Na twintig jaar hebben ook in Iran peshmerga’s de wapens opgenomen tegen de staat.

De Democratische Partij van Iraans Koerdistan (PDKI)  werd opgericht in 1945, riep zelfs kortstondig de onafhankelijke Democratische Republiek Mahabad uit, naar de hoofdstad van de Koerdische regio in Iran. Na de executie van haar leiders, verdween de partij tot de jaren 1960. In 1979 was ze medestander van Khomeini in de Islamitische Revolutie. De Iraanse Koerden hoopten van de islamisten te krijgen wat ze van de sjah niet kregen: een autonome regio en het stopzetten van de discriminatie. Dat viel anders aan. Nog voor de oorlog met Irak uitbrak, voerde het leger raids uit op Mahabad, om de Koerdische peshmerga’s (letterlijk: zij die bereid zijn te sterven) van de gewapende vleugel Hakada klein te krijgen. Die vluchtten op hun beurt naar het noordoosten van Irak, en zitten daar op vandaag nog.

In 1996 besliste de partij de strijd te staken. Tot vorig jaar, de aanslepende discriminaties uit de hand liepen. Een agent van de Revolutionaire Garde verkrachtte een jonge, 25-jarige Turkse. Die zich daarop vanop een hotel naar beneden stortte. De zelfmoord was aanleiding voor de grootste anti-Iraanse demonstratie in de regio. En activeerde de PDKI in Irak, die er in de autonome regio min of meer vrij spel krijgt. De pro-Koerdische partij greep naar de wapens, maar is momenteel nog niet actief in Iran.

 

Hadaka

Hadaka is een typische Koerdische gewapende militie. Met een militaire structuur en uniformen en – hoewel allen soennitische moslims – absolute gelijkheid voor mannen en vrouwen binnen de militie. Met de partij beschikt ze over televisiekanalen, kranten in meerdere talen, sociale media en een website, alles opererende vanuit de Koerdische autonome regio in Irak.

Partij en militie streven officieel ‘een onafhankelijk Koerdistan’ via ‘democratisch socialisme’. In vluchtelingenkampen in Irak organiseert ze ook een eigen netwerk van scholen, waar kinderen al van jongs af aan worden geïndoctrineerd en voortaan ook klaargemaakt voor de strijd. 

Al zijn het vooral jongeren, studenten en recent afgestudeerd, die naar de wapens grijpen, ook oude veteranen, van de strijd voor 1996 tekenden opnieuw present. Vele jongeren zijn in Irak geboren; hun ouders vluchtten eerder naar Irak om de Iraanse discriminatie te ontwijken.

Hoewel Hadaka naar de wapens greep, is er nog geen sprake van terroristische aanslagen. Iran, Turkije én de VS beschouwen de beweging als terroristisch, maar meer dan soldaatje spelen in vluchtelingenkampen, en patrouilleren langs de grens met Iran, is het niet. Opgeleide milities zitten verspreid in kleine groepjes in de bergen, ook in Irak, beweren ze. En hoewel er op de grens incidenten zijn met de Iraanse Republikeinse Garde, is er nog geen sprake van heuse infiltratie van de militie op Iraans grondgebied.

 

Teheran

In Iran zelf haalt men de schouders op. De overheid beschouwt Hakada niet als een bedreiging van de nationale veiligheid. ‘Grensconflicten komen overal voor’, stelt Teheran. Maar families die een zoon of dochter zagen vertrekken naar de Hakada worden brutaal gepest, of verdwijnen zelfs. Jongeren die eens de rode lijn oversteken richting Hakada, hoeven niet meer terug te keren naar Iran.

Naast Hakada, dat beweert sinds 2016 vijfhonderd nieuwe strijders te hebben gerecruteerd, is ook de PJAK actief. De Kurdistan Free Life Party opereert in Iran en waagt zich wel aan terreuraanslagen, voorlopig in de Koerdische regio.

Partijleider Mustafa Hijri past een dubbele moraal toe. Enerzijds wordt er in Iran gerecruteerd om de Hakada te versterken. Anderzijds bepleit hij een vredevolle oplossing. ‘We vechten niet, we hebben de wapens opgenomen tegen wie ons wil vernietigen en wil onderdrukken waar we in geloven.’ Hij kijkt uit naar internationale steun van de vijanden van Iran: ‘We zijn klaar om met elke politieke kracht samen te werken dat wil helpen om het doel te bereiken.’ Dat doel is uiteindelijk een eigen staat, maar Hijri zou al tevreden zijn met een Democratische Federale Republiek, waar de Koerden, net als andere minderheden, over een autonome regio kunnen beschikken.

Ondertussen beticht Teheran de Koerden ervan ‘om een buitenlandse agenda uit te voeren’. De Revolutionaire Garde stelt dat de Koerden steun krijgen van aartsvijand Saoedi-Arabië ‘en soennitische groepen elders’. Codetaal om hen uit te roepen tot vijanden van de Islamitische Republiek Iran.

En de Koerdische Autonome Regio in Irak? Daar laat men betijen. Ali Hussein: ‘Wij steunen de Koerdische nationale doelen in alle regio’s, maar enkel via dialoog.’ (Al Jazeera). De Koerden daar zijn bezig stappen te zetten hun eigen onafhankelijkheid voor te bereiden en IS te bestrijden. Een extra conflict – en dan nog wel met het zwaar bewapende buurland Iran – kan men daar wel missen als kiespijn.

Foto: (c) Reporters

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties