Iran in bloedige chaos
Stijging van de brandstofprijs werkt als lont in het kruitvat
In 2009 bracht het regime een tegenbetoging op de been, als antwoord op het protest.
foto © UPP / Reporters
In Iran loopt het bloed van betogende burgers door de straten van Teheran, Karaj, Kermanshah, Shiraz en tientallen andere steden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementToen in april 2018 de waarde van de Iraanse munt ineenstortte, bleef het opvallend rustig in de Islamitische Republiek Iran. Sindsdien is het leven er alsmaar duurder geworden. Deels door de heringevoerde Amerikaanse sancties, deels door corruptie en economisch mismanagement van de machthebbers. Occasioneel leidde dat tot protesten, stakingen of relletjes. Soms ernstig genoeg om enkele internationale media te halen, maar nooit ernstig genoeg om de machthebbers zenuwachtig te maken. Tot vrijdag 15 november 2019.
Benzine
Brandstof is goedkoop in Iran. Automobilisten krijgen een kaart van de overheid, waarmee ze maandelijks 250 liter kunnen tanken aan een verlaagde prijs. Donderdagnacht kondigde de regering aan dat deze prijs met 50% wordt verhoogd, en dat de hoeveelheid bovendien wordt beperkt tot 60 liter per maand. Wie meer nodig heeft, moet de volle prijs betalen: 3 maal het oude verlaagde tarief. De overheid zit krap bij kas, en kon zich de brandstofsubsidies niet langer veroorloven.
Voor de vele Iraniërs die het al bijzonder moeilijk hadden om financieel het hoofd boven water te houden, was dit de druppel. Vrijdag brak er protest uit. Met auto’s werden over het hele land belangrijke wegen geblokkeerd. De staatsmedia zwegen het protest dood, en weten de files aan overvloedige sneeuwval. Maar de geest was uit de fles, en het protest werd heel snel grimmig.
Doden in Iran
Tankstations, overheidsgebouwen en banken werden over het hele land gevandaliseerd of in brand gestoken. Ook religieuze instellingen, die gezien worden als steunpilaren van het regime, werden aangevallen. Op zaterdag werd de internettoegang in Iran geblokkeerd, en sindsdien is het moeilijk om te volgen wat er exact gebeurd, temeer omdat ook internationale telefoongesprekken vaak worden onderbroken. Maar het is wel duidelijk dat het regime hard terugslaat.
Wanneer ik dit schrijf, is het dinsdagavond. De protesten duren voort. Amnesty International heeft tijdens de 5 dagen protest al 106 doden geteld, maar, zo zegt Amnesty, het echte aantal slachtoffers ligt ongetwijfeld al veel hoger. Gewonden die naar het ziekenhuis worden afgevoerd, blijken later verdwenen. Zijn ze overleden? Of gearresteerd? Hun familie heeft er het raden naar.
Theocratie
Sinds het presidentschap van Mohammad Khatami (president van 1997 tot 2005), is het politieke landschap van de Islamitische Republiek opgedeeld in conservatieven en hervormers. Lang slaagden de hervormers er in om onvrede onder de bevolking te kanaliseren en er hun politieke invloed mee te versterken. Iran kent verkiezingen, en lijkt op het eerste zich een vrij democratisch land, maar dit zijn geen vrije verkiezingen. Wie niet door de Raad der Hoeders wordt goedgekeurd, mag geen kandidaat zijn in verkiezingen. De hervormers zijn dan ook trouw aan de Islamitische Republiek, anders zouden ze niet politiek actief kunnen zijn. Maar ze vinden hervormingen noodzakelijk om het politieke systeem van de Islamitische Republiek overeind te houden.
Toen zittend president Mahmoud Ahmadinejad in 2009 volgens de officiële resultaten de verkiezingen won, leidde dit tot protesten. Hervormers vermoedden fraude, en hun aanhangers kwamen massaal de straat op. Afhankelijk van de bron, kwamen hierbij tussen de 36 en 72 mensen om. Maar de protesten van 2009 zijn in niets te vergelijken met die van 2019. 2009 was een conflict tussen 2 fracties van het politieke establishment.
Wat we vandaag zien, is een totale verwerping van het hele politieke systeem. De hervormers, die zich lang opwierpen als spreekbuis van het ontevreden volk, weten zich al langer geen raad meer hoe om te gaan met de groeiende onvrede. Bekende gezichten, die jarenlang rustig, zelfzeker en met autoriteit spraken, leken het voorbije jaar plots zenuwachtig, onzeker en prikkelbaar. Wat de huidige protesten aan de hele wereld duidelijk maken, voelden zij al aankomen: de ontevreden bevolking heeft lak aan de politieke spelletjes tussen conservatieven en hervormers. Beide fracties zijn deel van hetzelfde corrupte politieke systeem dat door steeds meer Iraniërs gezien wordt als de oorzaak van hun ellende.
Toekomst
Hoe de huidige protesten verder zullen verlopen, is koffiedik kijken. Het is een ongelijke strijd, en het lijkt duidelijk dat de machthebbers niet zomaar zullen wijken. De Islamitische republiek was natuurlijk altijd al een dictatuur. Ze werd geboren uit een bloedbad. Maar sindsdien had ze zich een zekere legitimiteit aangemeten.
Er was het referendum van 1979, in volle post-revolutionaire euforie, waarin het systeem van de Islamitische Republiek werd aangenomen. En er waren telkens de opkomstcijfers van parlements- of presidentsverkiezingen, die steeds werden voorgesteld als een legitimatie van het politieke systeem. Maar het enthousiasme en de hoop bij miljoenen Iraniërs in 2013, toen Hassan Rouhani tot president werd verkozen, is vandaag helemaal verdwenen. En, in tegenstelling tot wat door velen werd verwacht, hebben de zware Amerikaanse sancties niet geleid tot een sterk anti-westers gevoel. Integendeel. Het volk houdt haar eigen leiders verantwoordelijk. Leiders, die nu elke pretentie van democratische legitimiteit laten vallen. Het bloed loopt door de straten van Teheran, Karaj, Kermanshah, Shiraz en tientallen andere steden. De Islamitische Republiek gaat over lijken, dat is in haar 40-jarig bestaan nooit anders geweest.
In Iran woeden hevige protesten. Eerdere protesten slaagden er niet in verandering af te dwingen. Maken de demonstranten nu wel een kans?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.