JavaScript is required for this website to work.
Media

Is Joël De Ceulaer een gevaar voor de democratie?

Bedenkingen bij journalistieke bedenkingen

ColumnJohan Sanctorum1/10/2019Leestijd 5 minuten
Joël De Ceulaer

Joël De Ceulaer

foto © Kanaal Z

Het boek van Joël De Ceulaer over democratie is vooral systeembevestigend, en toont de journalist als belerende apologeet en perspedagoog

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Als een journalist een boek uitgeeft, krijgt dat veel amplitude, wellicht meer dan het boek dat verdient, omdat journalisten nu eenmaal zelf aan de knoppen van de micro zitten en hun netwerk gebruiken om dat opus te promoten. Dat geldt zeker ook voor Hoera! De democratie is niet perfect  van DM-journalist Joël De Ceulaer. In een Doorbraak-interview betoogt hij dat de klassieke representatieve democratie, ondanks haar gebreken, nog altijd het beste systeem is, en dat we er niet zo op moeten afgeven. Zelf klopt hij zich rouwmoedig op de borst: ‘Volgens mij moeten journalisten nog een beetje bevrijd worden van hun paternalistische reflex. Zelf ben ik daar in de loop der jaren van verlost geraakt.’

De journalist als pedagoog en bewaker van de mainstream

Dat is dan goed nieuws. In een interview op kanaal Z  doet Joël het nog eens over, en verdedigt het cordon sanitaire  rond het Vlaams Belang als ‘iets democratisch’. Het klopt dat partijen mogen scheep gaan met wie ze willen. Dat leidt tot rare situaties zoals in Ninove, waar Guy D’haeseleer op een zucht van de absolute meerderheid strandt en alle verliezers kouwelijk bij elkaar kruipen om aan een meerderheid te geraken. Men kan zich de vraag stellen of dat nog wel overeenstemt met de geest van de democratie, maar formeel mag het. Wanneer interviewer Guy Polspoel dan vraagt waaraan het VB die voorkeursbehandeling te danken heeft, komt pas de aap uit de mouw: het Vlaams Belang zou de rechtsstaat schade kunnen toebrengen, de partij betekent een gevaar voor onze democratie.

Een niet mis te verstane waarschuwing: wie voor het VB stemt, stemt tegen de rechtstaat. Het feit alleen al dat De Ceulaer dat zomaar zegt, zonder ergens een zweem van argumentatie, betekent al dat die paternalistische reflex nog niet helemaal bedwongen is. Journalisten van de mainstream media zijn gewoon onverbeterlijke pedagogen, maar dan in de meest pejoratieve betekenis van dat woord: mensen die zichzelf een quasi-monopolie op relevante opinies hebben toegekend. Ze worden geflankeerd door ‘opiniemakers’, die uiteraard ook alleen bestaan bij gratie van de media. Het kransje dat steevast in De Afspraak  opduikt bijvoorbeeld, of gastcolumns in de kranten mag vullen. Op die manier is de democratie gewoonweg een mediademocratie geworden, waarin bijvoorbeeld wordt afgehamerd welke partijen conform de rechtstaat zijn, en welke niet.

Tot in de diepste vezel verstrengeld

Ik veronderstel dat grondwetspecialisten als Hendrik Vuye van hun stoel vallen als ze kennis nemen van het ongezonde amateurisme van orakels als De Ceulaer (die het als germanist ook zowaar tot kandidaat in de filosofie bracht), maar dat is naast de kwestie: Vuye zelf is afgeserveerd door het politieke systeem, in casu de N-VA, wegens te lastig en te kritisch, én te deskundig. Onafhankelijk zetelen, zonder fractie, bleek in de realiteit niet haalbaar. Hendrik Vuye is nochtans met voorsprong de beste parlementariër die ik in mijn carrière van politiek observator de revue heb zien passeren, net omdat hij de particratie uitdaagde, het parlement als centrum van de democratie wilde herwaarderen, en daarom ook door de perslui ietwat argwanend als een alien  werd bejegend. Perslui die met het Wetstraatmilieu nu eenmaal tot in de diepste vezel verstrengeld zitten.

Ik refereer nog eens naar het moment van woede bij de heer De Ceulaer, toen Gwendolyn Rutten (Open VLD) volgens hem niet voldoende mededogen opbracht voor een gezin van asielzoekers, waarna de journalist als represaille een ‘geheimpje’ uitbracht dat ons anders nooit zou bereikt hebben. ‘Dan neem ik u niet langer in bescherming voor de flaters die u ooit hebt geslagen terwijl ik u zat te interviewen, staat er letterlijk. Het is een lapsus die kan tellen: journalisten en politici houden elkaar gegijzeld. De eersten zijn van primeurs en inside-informatie afhankelijk, de tweede van goodwill  om vooral ook zaken niét prijs te geven. Omerta in de democratische rechtstaat, het kan, het is zelfs perfect normaal.

De mediacratie onderbelicht

Het woord amateurisme is gevallen, en ik ga er even op door. Het feit dat onze wetgeving met haken en ogen aaneen hangt, heeft te maken met de belabberde staat van het politiek personeel. Dat zegt De Ceulaer in zijn boek en daar geef ik hem zelfs gelijk in. Maar wie A zegt, moet ook B zeggen: doordat de pers haar rol niet speelt van kritische outsider, de spreekwoordelijke lastige luis, wordt de politieke klasse ook nauwelijks verontrust. Buitenbeentjes genre Hilde Geens (De Bende van Nijvel) en de overleden Raf Sauviller (Borgerokko Maffia) moesten hun project thuis uitwerken, na hun uren, want hun hoofdredacteur vond het maar niks.

En dàt vind ik een veel groter gevaar voor de rechtstaat: onderzoeksjournalisten worden ontmoedigd, kritische commentatoren à la Rik Van Cauwelaert sterven uit; wat rest zijn de Brinckmans, de Sturtewagens, en, het spijt me voor De Ceulaer, ook onze senior writer  bij De Morgen. Opiniejournalisten die zichzelf vrij schaamteloos op de kansel hebben gehesen om niet alleen in hun eigen krant maar ook op televisie de lezer/kijker/kiezer voor te lichten over wat als politiek correct mag beschouwd worden en wat daarbuiten valt. Dat is een erfenis van ’68.

Na de ontzuiling ontstond er een nieuw journalistiek establishment dat onderdak kreeg en carrière maakte in de grote mediagroepen, en van daaruit een top/down-discours ontwikkelde richting de onverlichte, onwetende massa. Zoals in de goede oude zuilentijd. De arrogantie die we vandaag kennen bij de perskaartjournalisten, en die in uitspraken als deze van de Ceulaer over ‘rechtsstaatvijandige’ politici en partijen doorzindert, is in wezen een restant van dat cultuurmarxistisch syndroom.

Heet van de pers kan ik nog meedelen dat Doorbraak  zich genoodzaakt zag alle kritische verwijzingen naar Knack-journalist Jeroen De Preter in mijn Pukkelpop-artikel te schrappen, omdat betrokkene met een klacht dreigde bij de Raad voor Journalistiek. ‘Het is met lood in de schoenen dat ik toegeef aan wat voelt als chantage’, aldus hoofdredacteur Pieter Bauwens, die geen negatieve energie wou blijven steken in die zaak (waarin Doorbraak  recht in de schoenen stond). Zo werkt intimidatie in onze voor de rest voortreffelijke rechtstaat.

Perspedagogen

Journalisten doen alsof zij als vijfde macht de ‘imperfecte’ democratie werkbaar houden, helaas: ze maken haar nog imperfecter. Het grondwettelijk gegarandeerde recht op vrije mening is een dode mus. Natuurlijk kan iedereen zich ontlasten op Twitter en Facebook, journalisten en politici zelf ook, maar het is op de mediaplatformen en in de televisiestudio’s, de duidingprogramma’s en de talkshows, dat de meningen worden gefilterd en er zoiets als een mainstream  wordt geëlaboreerd. Die helemaal niet conform de publieke opinie hoeft te zijn, want dat heet populisme en het is net die buikdemocratie waar de perspedagogen voor waarschuwen en die ze willen ‘bijsturen’. Opinie en duiding overheersen in de Vlaamse journalistiek, onderzoek, de gedrevenheid om te ‘fileren’ brandt op een laag pitje. Terwijl het accent net op informatie zou moeten liggen, de lezer/kijker zal zich wel zelf een opinie vormen, maar dat is blijkbaar de bedoeling niet.

Het boek van De Ceulaer is voor de rest vooral een kritiek op de particratie, het dotatiesysteem, de opmaak van de lijsten, enzovoort, maar meer en meer blijkt deze (pertinente en al veel gemaakte analyse) een mistgordijn om de mediacratie  niet te moeten onder handen nemen. We hebben geen kwaliteitspers in Vlaanderen, geen satire die naam waardig — maar ook geen ‘serieuze’ kritisch-observerende journalistiek die een gezonde afstand houdt van het milieu. Aan de linkerzijde, waar het gros van de perslui samen met Joël De Ceulaer zich ophoudt, is die reflex nog het zwakst. We leven in de beste der mogelijke werelden, het systeem is ok, zeur niet zo, en laat ons gerust, klinkt de boodschap.

82% van de Vlamingen stemt niet voor het VB, rekent Joël ons nog voor. Dat klopt. Die 82% zitten verspreid over pakweg zes partijen en partijtjes waarvan er maar één groter is dan de rechtsstaatonvriendelijke partij waarrond een cordon moet gehandhaafd blijven. Ongerust stelt hij vast dat het programma van het VB zich toch min of meer realiseert vanuit de oppositie, omdat de bestuurspartijen zich genoodzaakt zien de standpunten ervan over te nemen. Uit schrik voor de kiezer en zijn oordeel. Een betere illustratie voor de zinledigheid van dat cordon ken ik eigenlijk niet.

Na het journaal komt het nieuws, het boek en de lezing over de Vlaamse media: voor meer info klik hier.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties