JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Jean-Marie Dedecker te scherp? De hyperbool is een krachtig wapen

Felste tegenstander van een regering ooit, als N-VA koeken bakt met PS

Jan Van de Casteele17/10/2019Leestijd 5 minuten
Jan De Meulemeester in gesprek met Jean-Marie Dedecker: ‘Ik heb me gesmeten op
vraag van Theo Francken en Bart De Wever aan twee extra zetels geholpen,’

Jan De Meulemeester in gesprek met Jean-Marie Dedecker: ‘Ik heb me gesmeten op vraag van Theo Francken en Bart De Wever aan twee extra zetels geholpen,’

foto © Michael Domen/Doorbraak

Dedecker strooit met peper en zout. Ook in zijn nieuwste boek en in lezingen en interviews. Zonder straffe quotes overleef je niet in een eenkleurig en monotoon medialandschap.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een huis vol voor de vlammende pijp van Jean-Marie Dedecker op de voorstelling van zijn nieuw boek in Antwerpen, dat was voorspelbaar. Dedecker ging er tekeer als een felle zeekapitein, die weet hoe hij wil varen. En met de heerlijke toegeving dat hij zelf wel weet dat hij in Geen blad voor de mond driftig omspringt met peper en zout. De hyperbool is een stijlfiguur die deuren opent in de heilige huisjes van de door politieke correctheid aangestoken journalistiek. Zonder straffe quotes overleef je niet in een eenkleurig en monotoon medialandschap.

Siegfried Bracke, momenteel columnist bij Doorbraak, mocht de auteur van inleiden. De dit jaar niet opnieuw verkozen Kamervoorzitter, die ook ontslag nam uit de Gentse gemeenteraad, mag dan al uit beeld verdwijnen, als spreker kan hij een publiek boeien. Zijn eloquentie verjaagt al snel het kritisch beestje bij tenminste een deel van het publiek, dat zijn politieke wendbaarheid niet altijd kon appreciëren.

Bracke gebruikte zijn welsprekendheid om Dedecker meteen te confronteren met zijn kwetsbaar hoekje: ‘Honderd procent akkoord gaan met de inhoud van Dedeckers boek? Neen, dat zou zelfs gevaarlijk zijn,’ zo opende hij zijn betoog. Dat liet hem meteen toe om kritisch uit te pakken tegen het bij momenten toch bombastisch taalgebruik (stijl). En tegen sommige overtrokken passages (inhoud). ‘In dit boek staan zinnetjes te veel, overbodige en té scherpe en soms ook foute passages,’ zo klonk het. Dat doet afbraak aan Dedeckers verhaal, vond hij.

Met een paar voorbeelden kreeg hij de lachers op zijn hand. Over bombastische beeldspraak bijvoorbeeld: ‘Verhofstadt maakt meer ideologische U-bochten dan een afvoerbuis onder een lavabo’…  Tja, veel sifons zitten daar best niet in, zeker?

Geen thema uit de weg gaand

Maar na wat tikjes belichtte Bracke ook de positieve kant van het politieke breedbeeld van de auteur, die inderdaad geen thema uit de weg gaat en ‘geen blad voor de mond’ neemt. Zijn interventies – in dit geval samengevat in een bundeling van een derde van de 300 artikels die hij voor Knack.be en sporadisch Doorbraak schreef — zijn bovendien doorspekt met ongelooflijk veel weetjes. Dedecker is ook sterk met feiten, cijfers, historische verwijzingen… Dedecker is geen universitair zoals ook Hugo Claus er geen was … maar wel een belezen man, rad van tong en pinnig met de pen. Eén citaatje, ook hier: ‘De PS is een volière vol roofvogels.’  Dedecker houdt van beeldspraak, neologismen, associaties, alliteraties. Misschien zelfs iets te veel.

DedeckerMichael Domen | Doorbraak.be

Siegfried Bracke vindt dat Jean-Marie Dedeckers teksten altijd net ’twee zinnetjes te veel’ tellen.

De man is een zeldzame barrière in een politiek correcte wereld waar de culturele, academische en journalistieke elite bijna op een Chinese manier de opinies menen te mogen betonneren.

Bracke pikte er een paar thema’s uit, en zwierde met citaten. Citaten van Dedecker zelf, over migratie natuurlijk (‘Een grenzeloos welkom leidt niet tot een grenzeloze bereidheid tot integratie. Elke verzorgingsstaat heeft daarom het recht om grenzen te stellen aan het aantal nieuwkomers dat de samenleving kan absorberen. Staten moeten open staan voor vreemdelingen, maar hoeven zich niet te verplichten tot het recht op vrije vestiging voor iedereen’),  over inburgering (‘Als je je identiteit laat afhangen van een stuk stof komen er vodden van’) over de politiek (‘De PS is een volière vol roofvogels’).

Waar Bracke zalfde met lof op de brede focus van Dedecker, op zijn politiek incorrecte boodschap, op zijn belezenheid en zijn stijl, zag hij hem toch liever wat spaarzamer omgaan met scherpte en tirades. ‘Ge kunt het wel als ge wilt,’ gaf hij mee. Het antwoord hierop van Dedecker staat in de titel van dit stuk.

De auteur trok in Antwerpen niet naar het spreekgestoelte, maar naar de tafel, waar voormalig VTM-journalist Jan De Meulemeester hem nog wat nieuws probeerde te ontfutselen. Na een korte vlucht over zijn politiek curriculum kwam hij al gauw bij de actualiteit: de Spaanse schande in Catalonië en de Turkse in Koerdistan en de ‘laffe reactie’ daarop van de tandenloze tijger Europa, de pretentie van Juncker die aan de Vlaamse kust ‘automatisch’ in het Frans wil worden bepraat, de brexit (de ‘weerwraak van het Britse volk dat wordt vernederd door de EU’), enzomeer.

Hoe?

Hoe kwam het boek tot stand? Zoals Streuvels werkend uitkeek boven Ingooigem, schrijft Dedeceker met zicht op zijn biotoop in Middelkerke, omringd door 2000 à 3000 boeken, en begiftigd met een fotografisch geheugen.

N-VA

Hoe is zijn verhouding tot de N-VA, vroeg De Meulemeester. Dat blijft een moeilijke. In het parlement zit hij alleen, maar dan toch vooral omdat hij dan meer spreektijd krijgt, zo blijkt. Dedecker bevestigde zijn vriendschap met Theo Francken en zijn ‘goede contacten’ met De Wever.  ‘Ik heb me gesmeten op vraag van Theo en Bart aan twee extra zetels geholpen,’ maar als de N-VA koeken bakt met de PS, dan voorspelt hij onheil… ‘Dan word ik de felste tegenstander die een regering ooit heeft gekend,’ lazen we deze week nog in Dag Allemaal.

‘In geen geval met de PS’ is een standpunt van een ‘grote groep N-VA’ers’…  De anderen, de pragmatici, onderschatten de druk die Vlaams Belang vanuit de oppositie zal opvoeren, ‘al was het maar door het indienen van voorstellen… uit het N-VA-programma,’ verduidelijkte hij nog in Antwerpen.

In Het Nieuwsblad keerde hij de zaak om: ‘Als we ooit een nieuwe regering krijgen en N-VA zit in de oppositie, treed ik misschien weer toe tot de fractie. Dan voer ik samen met Theo keihard oppositie. Zij aan zij.’ ‘Dan kom ik nog eens op. Maar niet meer bij N-VA. Dan blaas ik mijn eigen lijst nieuw leven in. Schrijf maar op: dan haalt N-VA geen 15 procent meer.’

Sloganesk

Toch trok hij nog maar eens alle registers open: ‘Deze wereld is niet meer de mijne… Een onderwijs waar men zo nodig sterretjes in plaats van punten moet geven. Een wereld waar je straks geen dikke biefstuk of geen lekker glas meer kan drinken zonder op de vingers te worden getikt. Waar Jill Peeters ons mag ergeren met haar klimaatgejank. Waar ‘racisme!’ het steekwapen is van links.

Nu kwam hij pas helemaal op dreef, met de hakbijl gericht op de doemberichten die ons al zo lang overspoelen, over koude of hitte, over zure regen, over de millenniumbug en het einde van de wereld. En dat terwijl 90 procent van de klimaatbetogers niet eens weet waarover het gaat en diegenen die het wel menen te weten elk debat uit de weg gaan, onder het mom dat alles is gezegd…

Sloganesk, zo is Dedecker, maar hij pakt wel vlotjes uit met de wapens van de klimaatsceptici (van het uitdrogen van de Seine tot de druiventeelt in Oslo, van de superdroogte in de zestiende eeuw tot de klimaatstijging na de kleine IJstijd …)

Voor zijn uitspraken over de genderthematiek kreeg hij – maar één keer gebeurd op de avond — opvallend minder applaus en hier daar wat afkeurende ‘oh’s’ in de zaal. Quota voor vrouwen, behalve dan in de tijd beperkt, vond hij betuttelend, en ‘onnodig als vrouwen voor vrouwen stemmen’.

‘Ik verwoord het soms erg straf,’, verdedigde Dedecker zijn eigen scherpte, ‘op persoonlijk vlak doet iedereen wat hij wil, maar vraag me niet om voor sommige excessen te applaudisseren’ (hij had het over lessen nagellakken voor jongens…).

Vuurpijlen

De  uiteenzettingen van Dedecker zijn ideologische vuurpijlen. Als hij er nog enkele jaren in slaagt die wat minder hoog, maar gerichter naar zijn doel te schieten, zal hij over een aantal jaren als een tevreden man kunnen afscheid nemen van de politiek die hem boeide, maar ook mateloos enerveerde.  De hyperbolen in zijn betoog zijn vaak amusant. Er kwistig mee opspringen opent deuren, maar sluit er ook. Maar hoe dan ook, op het speelveld van de ideologie zorgt hij als weinig anderen voor een beetje evenwicht. Een beetje. Daarin ligt zijn grootste verdienste.

Geen blad voor de mond is te koop in de Doorbraak webwinkel.

Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.

Commentaren en reacties