Jordi Savall, de grote musicus, over Catalonië
Een meester van de oude muziek aan het werk
foto © Reporters / Abaca
De grote Catalaanse musicus Jordi Savall, aanvankelijk geen independentist, is het door de franquistische methodes van Rajoy wel geworden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementSarah Halifa-Legrand, journaliste van Le Nouvel Observateur had op 4 oktober een gesprek met Jordi Savall, de beroemde gambist en violist, en dirigent van de Capella Reial de Catalunya-Hespèrion XXI. U heeft zijn schitterende klank ongetwijfeld al gehoord, misschien in de zaal of zeker wel op de radio, bij Klara. In ieder geval kunt u hier zijn muziek op de achtergrond zetten terwijl u verder leest.
Savall begon met te zeggen: ‘Ik ben heel triest. Vorige zondag heeft Madrid ons veertig jaar achteruitgezet. Ik denk dat die reactie een heel zware breuk heeft veroorzaakt tussen de Spaanse regering en Catalonië. Ik verzeker u dat Catalonië nooit nog zal zijn zoals voorheen. En laat men nog alle mogelijke argumenten tegen het illegale referendum aanvoeren: bejaarde vrouwen over de grond sleuren, weerloze burgers met een dergelijke brutaliteit behandelen is absoluut onverdedigbaar. […] De Spaanse staat ontkent de realiteit. Hij weigert te zien dat er een probleem is. Hij miskent ons. Hij spreekt niet met de Catalanen. Hij spreekt enkel tot de rest van de Spanjaarden.’
Toen ze om een gesprek vroegen, zagen zowel de Catalaanse president als de burgemeester van Barcelona hun brieven aan Rajoy onbeantwoord. Mariano Rajoy greep meteen naar de wet, en daarover zegt Savall: ‘Als wij de wet altijd hadden gerespecteerd, dan waren de slaven nog altijd slaven, konden de vrouwen nog altijd niet stemmen, en hadden de arbeiders geen rechten. Wetten zijn niet altijd rechtvaardig, en de samenleving heeft ze altijd laten evolueren om ze passend te maken. Je kunt onmogelijk de wet inroepen als zijnde iets onveranderlijks.’
Franquistische ideologie
Bart De Wever zal volgende analyse van Savall wel kunnen smaken: ‘Mariano Rajoy blijft op de strakke lijn van de franquistische ideologie die berustte op de constructie van een Spanje als ‘una, grande y libre’. Die ideologie heeft ons naar de burgeroorlog geleid.’
Ook het statuut van beperkte autonomie, el Estatut, goedgekeurd door zowel het Catalaanse als het Spaanse parlement, heeft Rajoy voor de rechtbank aangevochten, en die houding heeft bij Savall kwaad bloed gezet. Het Grondwettelijk hof besliste dat er geen Catalaanse natie bestond, en een Catalaanse burger dus evenmin: ‘Omdat de Spaanse regering niet in staat was om onze verschillen te accepteren, hebben wij gevraagd daarover te mogen stemmen. Wij wilden enkel weten hoeveel mensen onder die voorwaarden bij Spanje wilden blijven, en hoeveel er een ander statuut wensten. […] In alle democratieën zijn er mensen die verschillend denken. Opinies mag men niet criminaliseren. In Catalonië zijn er mensen die rechts denken en mensen die links denken, mensen die denken dat wij beter af zouden zijn in een vrij Catalonië, en mensen die vinden dat het beter is bij Spanje te blijven. Wat is er zo verkeerd aan om te willen nagaan wat een volk denkt?
Weet u, aanvankelijk wás ik geen independentist. Ik ben een muzikant die zich goed voelt in alle steden van de wereld waar muziek gemaakt wordt. Maar de weigering om respect op te brengen voor de gehechtheid van mensen aan hun eigen cultuur, die weigering om hen te laten uitdrukken wat zij voelen, heeft me doen aansluiten bij deze strekking. Ik vind die absolute onbuigzaamheid, en wat ze teweegbrengt, onaanvaardbaar. Denkt Spanje miljoenen Catalanen met geweld het zwijgen te kunnen opleggen?’
Is Savall dan een Spanjehater geworden? Zeker niet: ‘Het grote probleem is dat naar ons gevoel wij geen plaats hebben in Spanje. Ik houd van Spanje, ik voel me goed op veel plekken van dat land, ik houd van de Spaanse cultuur. Maar ik zou graag hebben dat ook wij erkend werden, dat ook wij respect kregen. En dat is niet het geval.’
Parallel met la Belgique latine
Van de omgekeerde haat, die van Spanje ten opzichte van Catalonië, geeft hij twee schrijnende voorbeelden: ‘Stelt u zich voor: een Spaanse minister van Onderwijs roept op om de jonge Catalanen te hispaniseren. Toen ik nog een kind was, werd ik op school verplicht Castiliaans te spreken. Op mijn geboortebewijs moest men ‘Jorge’ schrijven en niet ‘Jordi’, want een Catalaanse naam dragen was verboden. Met de overgang naar de democratie verkregen we eindelijk dat elementaire recht. Maar je merkt duidelijk dat Spanje het nog altijd niet kan verdragen dat wij onze verschillen laten gelden.’
En hier zullen Vlamingen een oude strijd tegen la Belgique latine herkennen: ‘De Catalaanse taal is even oud als het Frans. Ze gaat terug op de langue d’Oc, de taal van de troubadours. En nochtans mag men ze niet gebruiken in het Spaanse parlement, en zelfs niet in de Catalaanse rechtbanken, waar men zich in het Castiliaans moet uitdrukken. Wij maken deel uit van een natie met een zeer oude cultuur. En wij vragen dat men hiervoor respect opbrengt. Dat is geen kwestie van populisme of van geld, zoals men wel eens hoort. Het gaat om waardigheid en erkenning.’
Savall maakt een vergelijking, en stelt de Britten als voorbeeld: ‘Beeldt u zich in dat Spanje en Catalonië een echtpaar zijn. Denkt u dat een koppel een manier van samenleven zal vinden als ze er zelfs niet meer in slagen met elkaar te praten? Wat heeft de Engelse regering gedaan toen de Schotten hun onafhankelijkheid wensten? Ze heeft hen niet onderdrukt, maar hen gezegd: “Ga niet weg, wij zullen jullie voorstellen doen zodat jullie zich beter voelen bij ons.” In Spanje heeft men geantwoord met de dreiging ons in de gevangenis op te sluiten, en vervolgens heeft men een politiemacht op ons afgestuurd. Het enige dat ons nog overblijft is te zeggen: aangezien wij geen dialoog kunnen hebben, nemen wij de moeilijkste weg, ook al is dat niet de weg die wij hadden willen inslaan.’
Verwijten aan de EU en Frankrijk
En hij besloot het gesprek met zware verwijten aan Europa – waarmee hij de EU bedoelt – en vervolgens ten behoeve wellicht van de lezers van de NouvelObs, ook aan Frankrijk: ‘Wat er nu zal komen weet ik niet. Ik denk dat een oplossing enkel dan te vinden is, als er een bemiddelaar komt die aan Spanje vraagt een stoel te nemen en de discussie aan te gaan. Europa had die rol al lang op zich moeten nemen. Dat het de ogen sluit begrijp ik niet. Misschien is het omdat het in handen is van partijen die voor het merendeel rechts zijn, en geen oren hebben naar aanspraken zoals die hier worden aangebracht.
Helaas zie ik dat in Frankrijk Emmanuel Macron evenmin bijzonder gevoelig is voor kwesties als deze, om de evidente reden dat op het eigen grondgebied het jakobijnse Frankrijk zelf de verschillende aanwezige culturen heeft willen verstikken en verfransen. Maar als Europa niet tussenkomt, maakt het een zeer zware fout.’
vertaling Marc Vanfraechem
Tags |
---|
Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.
Bestuurlijke nalatigheden die rampen erger maken dan ze hadden moeten zijn… dat soort zaken kwam al voor in de vierde eeuw voor Christus.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.