Sinds de vervanging van Joachim Coens door Sammy Mahdi aan het hoofd van CD&V valt met die partij geen land meer te bezeilen. In de Vlaamse regering houdt Sammy zijn CD&V in een ijzeren greep. Dat zeggen ook de burgemeesters. Sammy snapt echter niet dat de Boerenbond hier louter rijdt voor industriële landbouwbedrijven. Vaak op de vlucht voor de strenge normen in Nederland hebben zij de Boerenbond als lobbymachine ingeschakeld. Zo is er Piet Roelen, manager van onder meer zanger…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Sinds de vervanging van Joachim Coens door Sammy Mahdi aan het hoofd van CD&V valt met die partij geen land meer te bezeilen. In de Vlaamse regering houdt Sammy zijn CD&V in een ijzeren greep. Dat zeggen ook de burgemeesters. Sammy snapt echter niet dat de Boerenbond hier louter rijdt voor industriële landbouwbedrijven. Vaak op de vlucht voor de strenge normen in Nederland hebben zij de Boerenbond als lobbymachine ingeschakeld. Zo is er Piet Roelen, manager van onder meer zanger Helmut Lotti, die de Vlaamse artiesten de rug toegekeerd heeft en nu zijn fortuin liever investeert in gigantische koeien- en kippenstallen van z’n broer net over de grens in België.
De Boerenbond misbruikt dus kleine boeren om dergelijke investeerders rijker te maken. Wie voeling heeft met de Vlaamse klei, zoals de burgemeesters en dus ook Hilde Crevits, weet dat. Maar dat is net het probleem van iemand als Mahdi, die zichzelf wijsgemaakt heeft dat hij de Vlaamse Bouchez moet spelen. Vlaanderen zit niet te wachten op strengere stikstof- of milieuregeltjes maar evenmin op voorrechten voor industriële landbouwbedrijven of exorbitante uitkoopvergoedingen voor bepaalde boeren.
Er gaan nu stemmen op om CD&V uit de Vlaamse regering te gooien. Het komt er dan op neer dat Hilde Crevits, Benjamin Dalle en Jo Brouns vervangen worden door excellenties van andere partijen.
Een snuifje staatsrecht
In tegenstelling tot de federale regering is de Vlaamse regering, net zoals de andere gewest- en gemeenschapsregeringen in België, een legislatuurregering. Dit houdt in dat de regering niet kan ‘vallen’ tussen twee verkiezingen.
Een legislatuurregering is immers een regering die voor een volledige regeerperiode benoemd is. Legislatuurregeringen kunnen geen ontslag nemen tenzij het parlement een nieuwe regering benoemt door middel van een constructieve motie van wantrouwen. Het ontslag van een regering kan niet tot vervroegde verkiezingen leiden.
Het voordeel van legislatuurregeringen en -parlementen is dat de verkiezingen op vaste en dus lang vooraf voorspelbare tijdstippen plaatsvinden. Op die manier zijn er ook minder vaak verkiezingen. Een argument dat door de voorstanders van legislatuurregeringen weleens gebruikt wordt, is dat ze meer stabiliteit brengen binnen de regeringen omdat de coalitiepartners niet met vervroegde verkiezingen kunnen dreigen. De tegenstanders argumenteren dan weer dat een diepe crisis, zoals we die nu kennen, tot een electorale afstraffing kan leiden, en het probleem niet opgelost kan worden rekening houdende met die potentieel politieke aardverschuiving.
Federaal niveau
De Belgische Grondwet voorziet dat er om de vijf jaar verkiezingen zijn voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en voor de Senaat. De regering moet te allen tijde het vertrouwen hebben van de meerderheid van de leden van de Kamer. Wanneer blijkt dat de regering dat vertrouwen niet meer heeft, is zij in principe verplicht ontslag te nemen.
Als een nieuwe regering niet gevormd kan worden, resulteert dat in nieuwe verkiezingen. In 1993 werd de grondwet op dit punt veranderd en werd het systeem van de constructieve motie van wantrouwen ingevoerd. Hiermee wil men vermijden dat het parlement de regering al te lichtvaardig zou laten vallen zoals de voorbije decennia wel eens gebeurde.
Nu volstaat zo’n motie van wantrouwen dus niet langer om de regering tot ontslag te dwingen. Het federale parlement moet tegelijkertijd een nieuwe eerste minister aanduiden. Als het parlement dit niet doet, kan de regering aanblijven en is dit slechts een waarschuwing om haar beleid bij te sturen. Als het parlement wel een opvolger voor de eerste minister aanduidt, is de aftredende eerste minister verplicht het ontslag van zijn regering aan te bieden aan de koning, die ook verplicht is het ontslag te aanvaarden. De koning benoemt de aangeduide opvolger dan ook meteen als formateur.
Wanneer het parlement er niet in slaagt een opvolger voor te dragen of die opvolger slaagt er niet in een regering te vormen, kan het parlement ontbonden worden en volgen er nieuwe verkiezingen. Tot zover het verschil tussen Vlaams en federaal.
Op Vlaams niveau
Zoals gezegd kan men binnen legislatuurregeringen conflicten oplossen door de coalitie te wijzigen of de regeringen op verschillende niveaus op elkaar af te stemmen.
Ook hier moet de regering evenwel te allen tijde het vertrouwen hebben van de meerderheid van de leden van het parlement. Het Vlaams parlement telt 124 leden. De huidige meerderheid van N-VA, Open Vld en CD&V heeft een meerderheid van 69 leden. Het waren er 70 maar er wordt er eentje verdacht van fraude en haar parlementaire onschendbaarheid werd opgeheven. Ze werd uit Open Vld gezet en wordt nu betaald als onafhankelijke.
Elke Vlaamse volksvertegenwoordiger kan een motie van wantrouwen indienen na een debat over een regeringsverklaring, een regeringsmededeling of een beleidsnota, of na een interpellatie of een actualiteitsdebat.
Met een motie van wantrouwen zegt het Vlaams parlement zijn vertrouwen op in de volledige Vlaamse regering of in één of meer ministers al dan niet van dezelfde partij. In een dergelijke motie moet het parlement ook opvolgers voorstellen voor de hele regering of voor de minister(s) in wie het geen vertrouwen meer heeft.
Als de plenaire vergadering een motie van wantrouwen aanneemt, wordt de hele regering of de minister(s) in wie het parlement geen vertrouwen meer heeft, ontslagen. De kandidaat of kandidaten die in de motie worden voorgesteld als opvolger, worden dan direct verkozen verklaard.
Motie van wantrouwen
Het zou zomaar eens kunnen dat één of meer Vlaamse volksvertegenwoordigers een motie van wantrouwen indienen tegen de CD&V-excellenties. Er moeten dan ook opvolgers voorgesteld worden. Die moeten buiten de huidige coalitie gevonden worden aangezien het weinig waarschijnlijk is dat CD&V de motie zal steunen.
Stel dat die drie opvolgers leden zijn van Vooruit dan is er een zeer nipte potentiële meerderheid van 63 van de 124 stemmen. Hannelore Goeman en Bruno Tobback kunnen zich alvast beginnen warmlopen. Conner Rousseau kan zo ook al eens oefenen als minister van lager onderwijs. Wanneer die motie vervolgens goedgekeurd wordt dan treedt de regering Jambon II aan.
De voorbije twaalf jaar zijn er drie moties van wantrouwen ingediend door oppositieleden, telkens tegen N-VA-ministers. In de geschiedenis van het Vlaams parlement is er tot nu toe echter nog nooit een motie van wantrouwen goedgekeurd. De kans is nu misschien iets groter dat het lukt.
Hilde Crevits deed ooit een voorstel om, als er na zes maanden geen federale regering is, een afspiegelingsregering te vormen, zijnde een federale regering met vertegenwoordigers van de Vlaamse en de Franstalige regering. Wat nu gebeurt zou een voorafname hierop kunnen zijn aangezien het beter aansluit bij het vermeende akkoord tussen Bart De Wever en Conner Rousseau.
Als we zien dat Vooruit zich in Gent gisteren losgeweekt heeft van Groen en samen met Open Vld naar de gemeenteraadsverkiezingen trekt, mogelijk samen met N-VA, dan krijgt in Gent ook een Antwerpse coalitie vorm. Veel zal afhangen van wat er vrijdag bereikt wordt maar CD&V zal toch al sterk moeten scoren om zich tegen deze achtergrond terug aan boord te hijsen van een nieuwe Vlaamse regering.