De kanselier en de Groote Oorlog
Het Duitse keizerrijk worstelde 100 jaar geleden met een regeringscrisis. Spilfiguur was de tragische kanselier Bethmann Hollweg.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen verwilderd graf, zijn slot dat afgebroken is, geen enkele straat die in zijn land naar hem vernoemd is: bitter is de nagedachtenis aan de man die honderd jaar geleden poogde de Groote Oorlog te beëindigen. Dezelfde wereldbrand die hij trouwens mee in gang had gestoken. Als de Duitse rijkskanselier Theobald von Bethmann Hollweg (1856-1921) minder een twijfelaar was geweest, had hij dan een einde kunnen maken aan het bloedvergieten dat al bijna drie jaar bezig was?
Trofee
De Friedensresolution van parlementslid Matthias Erzberger (katholieke Zentrumspartei) – de vredesresolutie waarover de Rijksdag op 19 juli 1917 stemde – heeft de geschiedenisboeken gehaald. Over de vredesnota daarentegen waarmee kanselier Bethmann Hollweg zich zeven maanden eerder, op 12 december 1916, gericht had tot de vijandelijke machten, de neutrale staten en de Paus, wordt amper nog gerept. Onder historici is de bedoeling ervan omstreden. Ze noemen Bethmann Hollweg dan ook de ‘raadselachtige kanselier’. Woodrow Wilson, de president van de toen nog neutrale Verenigde Staten van Amerika, had met het oog op een vredesconferentie de strijdende partijen om de duidelijke formulering van hun oorlogsdoeleinden verzocht. Dat zinde de legerleiding in Duitsland niet. Voor de imperialistisch denkenden onder de Duitsers vormde het bezette België een trofee, terwijl het herstel van de soevereiniteit van die staat voor de Entente, de geallieerden, nu net een conditio sine qua non was om vrede te kunnen sluiten. Bethmann Hollweg kon in zijn vredesnota dan ook geen gewag van België maken. Hij liet wel verstaan dat als zijn aanbod werd afgeslagen Duitsland en zijn bondgenoten de strijd verder zouden voeren ‘bis zum siegreichen Ende’.
Hoop
De Franse premier Aristide Briand en zijn Britse collega David Lloyd George merkten dat de nota van de kanselier onder hun eigen bevolkingen hoop op vrede had gewekt, maar wezen hem af als een afleidingsmanoeuvre en een poging om een ‘Duitse vrede’ op te dringen. Beide partijen volhardden in de boosheid. Het Duitse keizerrijk joeg met de Unbeschränkter U-Boot-Krieg (de onbeperkte duikbootoorlog) Amerika tegen zich in het harnas. In Rusland trad de tsaar af na een volksopstand. Daardoor bestond de Entente nu uit landen met een parlementair systeem. Wilson kon voortaan zeggen dat het ging om een oorlog van de democratie tegen de autocratische monarchieën Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije en het Osmaanse Rijk. Vergeefs probeerde Bethmann Hollweg nog het kiessysteem in Pruisen, de kernstaat van het keizerrijk, democratischer te maken. Hij hoopte zo ook de sociaaldemocraten mee te krijgen in het bedwingen van de groeiende sociale onrust.
Gedwarsboomd
De reactionaire kringen in Duitsland, die zijn vredesnota sowieso niet konden smaken, vreesden de ondermijning van hun macht binnen de staat. Stafchef Erich Ludendorff dreigde met ontslag als de keizer de kanselier zou blijven steunen. Om de monarch de pijnlijke keuze te besparen nam Bethmann Hollweg zelf ontslag op 13 juli 1917. De kanselier was op alle fronten gedwarsboomd. De vrede was uitgebleven net zoals de democratisering van het politieke systeem. Bethmann Hollweg trok zich terug in de eenzaamheid op zijn landgoed in Hohenfinow ten noordoosten van Berlijn. Begin jaren 1960 lieten de DDR-autoriteiten het slot afbreken. In de ogen van de bazen van de Oost-Duitse communistische staat was Bethmann Hollweg immers een symbool van het reactionaire keizerrijk en een oorlogsstoker. Voor de paradoxen in het handelen van de raadselachtige kanselier hadden ze geen oog.
(Dit stuk verscheen in Mededelingen nr. 56 van het ADVN)
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.