Karl Dietrich Bracher en de fragiele democratie
De historicus waarschuwde voor het machtsvacuüm in de politiek
foto ©
Prof. Karl Dietrich Bracher aanschouwde politiek met weidse historische blik. 100 jaar geleden, op 13 maart 1921, zag hij het levenslicht.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Wetenschap voor de democratie’, dat was voor Karl Dietrich Bracher de politieke wetenschap. Vandaag precies honderd jaar geleden zag de ‘nestor van de geschiedschrijving van de Nieuwste Tijd’ in Stuttgart het levenslicht. Tot aan zijn overlijden in september 2016 op de leeftijd van 94 jaar bleef de historicus begaan met wat er zich in het politieke landschap van de Bondsrepubliek Duitsland afspeelde.
Krijgsgevangen
De drijfveer voor zijn onophoudelijk engagement als publieke intellectueel was de bekommernis om de democratie, haar ontstaan, ontwikkeling en behoud. De verklaring ligt voor de hand: Bracher had het meest bewuste deel van zijn jeugd doorgebracht in het Derde Rijk. Als 18-jarige had hij het uniform van de Wehrmacht moeten aantrekken en drie jaar later geraakte hij als soldaat van het Afrikakorps van Erwin Rommel in Noord-Afrika in Amerikaanse krijgsgevangenschap.
De twee jaren die hij in ‘Camp Concordia’ in Kansas (USA) doorbracht, openden hem de ogen voor de waarden van vrijheid en democratie. Hij keerde in 1945 terug naar het verwoeste Duitsland. Niet verwonderlijk dat de vraag bij hem oprees: Hoe was het zover kunnen komen dat een volk met zo een hoogstaande cultuur als het Duitse zich had laten verleiden door Adolf Hitler, en de dictator tot het bittere einde was gevolgd?
Machtsvacuüm
Amper 23 jaar oud had Bracher al kennis gemaakt met dictatuur, oorlog, krijgsgevangenschap. Nu wendde hij zijn innerlijke steven naar de wijsheden die het verleden in zich borg, wellicht in de hoop er een antwoord te vinden op de vele vragen die hem bezig hielden. Hij vatte aan de beroemde universiteit van Tübingen de studie van geschiedenis en klassieke filologie aan. In 1948 verdedigde hij er zijn proefschrift over ‘verval en vooruitgang in het denken van de vroege Romeinse keizertijd’ (1). De titel ontsluiert al de gedachten die Bracher zijn hele leven zouden begeleiden over de fragiliteit van een politiek systeem waar in een machtsvacuüm dictatoriale krachten de bovenhand zouden kunnen halen.
Daarbij stond hem ook het lot van de Republiek van Weimar – Duitsland van 1919 tot 1933 – voor ogen: hoe ze uitgehold was en plaats had gemaakt voor de nationaalsocialistische dictatuur. Zijn nadenken over de crisis van en het machtsverval in de Duitse democratie van de jaren ’20 mondde in 1955 uit in het werk Die Auflösung der Weimarer Republik. Eine Studie zum Problem des Machtverfalls in der Demokratie (2). De monumentale studie geldt als ‘epochemachend‘, als baanbrekend voor een beter begrip van hoe een democratie – geïllustreerd aan de hand van de Weimarer Republik – ten onder kan gaan.
Standaardwerk
Bracher bekleedde vanaf 1959 de leerstoel voor ‘Politische Wissenschaft und Zeitgeschichte’ [Politieke Wetenschappen en Hedendaagse Geschiedenis] aan de Rheinische Friedrich-Wilhelms-Universität van Bonn. ‘Politieke wetenschap’ was in het naoorlogse Duitsland een jonge discipline. De kersverse professor benaderde haar vanuit zijn basisvorming als historicus. De geschiedeniswetenschap was voor hem de leermeesteres van de politiek. Zo was ‘Politikwissenschaft’ in Bonn onder zijn aansturing historisch georiënteerd. De weerslag daarvan zien we in het standaardwerk Die deutsche Diktatur over de heerschappij van de nationaalsocialisten (3). Hij vervlocht er historische, sociologische en politiek-structurele analyses in.
Het was een gelukkig toeval dat Bracher als vertegenwoordiger van een jonge academische discipline bracht naar Bonn, de beschouwelijke hoofdstad van een al even jonge democratie als die van de Bondsrepubliek. De Bondsdag en het ‘Seminar für Politische Wissenschaft’ (faculteit voor politieke wetenschappen) lagen niet ver van elkaar. Het politieke bedrijf leefde met de – in letterlijke zin naburige – politieke wetenschap in een symbiose van praktijk en theorie. De professoren van het ‘Seminar’ wisselden van gedachten met parlementsleden, politieke journalisten en diplomaten. Bracher verzamelde rond zich een hele schare van door het politieke Bonn aangelokte studenten. Vele van hen maakten carrière in de politiek, de diplomatie of bij denktanks en stichtingen. Onder hen waren ook buitenlandse studenten zoals een Hüseyin Bağci, die professor aan de gerenommeerde Middle East Technical University in Ankara werd, of uit Vlaanderen uw dienaar.
Traditie
Daarbij werden al deze Duitse en buitenlandse studenten diepgaand geschoold door professoren als Bracher, een Hans-Adolf Jacobsen, een Hans-Peter Schwarz (zie hun portretten in Doorbraak). De school van Bracher was ‘Geisteswissenschaft der besten Tradition’, geesteswetenschap in de best denkbare traditie, zoals Ludger Kühnhardt, een van zijn ‘Schüler’, schreef. Kühnhardt werd zelf professor aan de universiteit van Bonn en is er directeur van het Zentrum für Europäische Integrationsforschung/Center for European Integration Studies (ZEI). Ook die blik op Europa dankt Kühnhardt aan zijn leermeester Bracher die de Duitse democratie ingebed wilde zien in een Europees kader. Naar aanleiding van de 100ste geboortedag van Bracher publiceerde Kühnhardt een overzicht van diens leven en werk én Wirkung (4). De ondertitel van de studie luidt betekenisvol: ‘Aus der Geschichte lernen’.
Noten
(1) Karl Dietrich Bracher, Verfall und Fortschritt im Denken der frühen römischen Kaiserzeit. Studien zum Zeitgefühl und Geschichtsbewußtsein des Jahrhunderts nach Augustus. Böhlau, Wien u. a. 1987.
(2) Karl Dietrich Bracher, Die Auflösung der Weimarer Republik. Eine Studie zum Problem des Machtverfalls in der Demokratie. Ring-Verlag, Stuttgart 1955.
(3) Karl Dietrich Bracher, Die deutsche Diktatur: Entstehung, Struktur, Folgen des Nationalsozialismus. Köln 1969.
(4) Ludger Kühnhardt, Karl Dietrich Bracher (1922-2016). Aus der Geschichte lernen. Discussion Paper C269, ZEI, Bonn 2022, 120 p.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.