Klimaatsceptici lijmen zich ten minste niet vast
Klimaatactivisten gedragen zich als kleuters en toch worden ze ernstig genomen
In een Nederlandse talkshow lijmt een praatgast zich plots vast op de tafel, voor de neus van presentator Beau van Erven Dorens.
foto © Screenshot RTL4
Klimaatactivisten gedragen zich als kleuters, toch worden ze ernstig genomen en mogen ze onze kinderen indoctrineren en panische angst aanjagen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEerst komen klimaatactivisten meermaals in het nieuws omdat ze kunstvoorwerpen vernielen en zich eraan vastlijmen. Dan nodigt de televisie een klimaatactivist uit om hierover tekst en uitleg te geven, en wat doet die? Hij lijmt zich ook vast tijdens de uitzending. Van een klimaatscepticus is daarentegen nog nooit een dergelijk potsierlijk gedrag opgetekend, en toch blijven zij verplicht aan de zijlijn in het klimaatdebat.
Je zal het zien, het verhaal van soep gooiende, aardappelpuree bekladdende en superlijm klevende activisten is nog geen voltooid verleden tijd, en toch krijgen ze nog steeds veel krediet van de mainstream. De sociale media-reacties van burgers over deze zelfklevende alarmisten geven een heel ander beeld. Het is niet moeilijk te bedenken wat er gebeurt als je kinderlijke activisten alle aandacht geeft en tegelijk hun serieuze critici van de gesprekstafel weerhoudt: dan worden zij – net als verwende peuters – nóg driester. Daarom hier een pleidooi voor het ernstig nemen van de critici van de klimaatconsensus!
Voordelen klimaatcritici
Laat ons beginnen met een aantal objectieve voordelen bij het uitnodigen van een klimaat criticus in de studio. Om te beginnen kleeft die zich niet vast aan het meubilair, evenmin zal hij kunstvoorwerpen vandaliseren. Maar het voordeel reikt veel verder: over het algemeen doen klimaatcritici geen onhaalbare politieke voorstellen en durven ze zelfs na te denken over effectieve manieren om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen – zoals ik vorig jaar nog deed in ‘Vlees is wel goed voor milieu en klimaat’. Dat zijn objectieve tekenen van een ondogmatische geest, al zeg ik het zelf.
Daarnaast hebben klimaatcritici meestal geen duistere banden met industrie en lobbygroepen: Knack beweerde drie jaar geleden het omgekeerde en dat bleek al snel fake nieuws te zijn. Klimaatrealisten willen hun inhoudelijke tegenstrevers ook niet het woord afnemen. Ook dringen ze Westers beleid niet op aan ontwikkelingslanden, zoals ik al voor Doorbraak schreef in ‘EU-klimaatactivisme duwt Afrika in klauwen van China’.
Klimaatcritici zouden de klimaatopwarming ontkennen, zo hoor je vaak, terwijl ze expliciet erkennen dat de wereld de laatste decennia is opgewarmd. Ze vragen zich wel af in welke mate de mens daar wel de oorzaak van is en of zo’n opwarming een grote ramp is. Bovendien vinden ze het klimaatbeleid totaal ineffectief. Zelfs als het CO2-verhaal helemaal zou kloppen, slaagt het hedendaags Europese beleid er niet in om daar iets relevants tegen te doen. Maar ja, je hoort ze weinig in de mainstream dus kan men alles over hen beweren wat men wil, zonder tegenspraak.
Klimaatactivisten misbruiken kinderen
Misschien is het ergste wat de klimaatactivisten doen dat ze kinderen panische angsten bezorgen, met een flinke dosis zelfhaat: de wereld zou vergaan, de volwassenen zouden er niets tegen willen doen en onze samenleving zou gedomineerd worden door de macht van oliebelangen. In realiteit worden kinderen problemen aangepraat die zelfs volwassenen niet kunnen oplossen en wordt vooral het klimaatbeleid gedomineerd door politiek-industriële belangen.
Zoiets doet wat met jonge mensen: zoals bekend werd Greta Thunberg als klein meisje eerst zwaar depressief en sprak en at een hele tijd niet meer omdat ze niet kon begrijpen dat de mens zo weinig deed – vooraleer ze zelf activist werd. In ons land zijn duizenden kinderen en jongeren die eenzelfde neerslachtigheid doormaken, of ze nu activist worden of niet. Dat we kinderen zoiets aandoen valt niet goed te praten.
Zo waren de klimaatactivisten in London piepjong toen ze het schilderij ‘Zonnebloemen’ in Londen met tomatensoep besmeurden – werden zij gemanipuleerd door oudere activisten? Ze zeggen alvast zelf dat de organisatie ‘Just Stop Oil’ er achter zit. Hoe dan ook, volwassen activisten of niet, hun acties zijn als driftbuien van een kleuter die nog niet weet hoe te reageren op een neen. Ook de bekende ecomodernist Michael Shellenberger klaagt hun infantiliteit aan. En de Nederlandse Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) ziet het klimaatactivisme al jarenlang als een risico.
Jongeren engageren in wetenschap
Maar het klimaat brengt de jongeren toch in contact met de wetenschap? Misschien is dat een voordeel: het klimaatactivisme zou jongeren kunnen stimuleren om wetenschappelijke richtingen te volgen, en zo het klimaat te bestuderen en technologische oplossingen te vinden. In de praktijk valt daar niet veel van te zien.
Zoals bekend beweerde Anuna De Wever over de klimaatmarsen: ‘Dit is belangrijker dan de wiskundeles’. Ook nu nog geven klimaatactivisten niet vaak het advies voor ingenieur of wetenschapper te studeren. Er zou namelijk geen tijd meer zijn – alweer iets dat niet echt wetenschappelijk is onderbouwd, ook niet door het IPCC.
Klimaatsceptici moedigen hun kinderen wel aan om wetenschappelijke richtingen te kiezen, geven kritiek op onwetenschappelijk beleid (zoals de waanzin van de hernieuwbare energie) én vertellen een veel positiever alternatief verhaal op de klimaatconsensus. Zij stimuleren kinderen wel om zelf na te denken over wat men allemaal vertelt en geven angstige kinderen redenen om deze angst te relativeren.
It’s the global climate, stupid!
Kinderen worden volwassen en misschien blijven die volwassenen nogal kinderlijk. Dat het wetenschappelijk peil niet erg hoog is, ook niet in de volwassen media, dat klopt. Je hoort dit vaak: de klimaatverandering gaat niet om weer, wel om klimaat. Dat klopt, maar eigenlijk is dat ook niet helemaal volledig: als Europa warmer wordt en andere delen in de wereld koeler, is er geen sprake van globale klimaatopwarming.
Het is dus even verkeerd om te claimen dat het klimaat verandert omwille van een weersfenomeen, als dat het verkeerd is te claimen dat het globale klimaat verandert omdat het lokale klimaat ergens opwarmt. De meeste waarnemers maken zelden dat onderscheid tussen lokaal en globaal klimaat, zoals in De Standaard, zelfs als ze dat wel doen tussen lokale klimaat en weer.
Warm weer kan wijzen op een warmer klimaat maar dat is niet noodzakelijk. Warmer klimaat in Europa kan wijzen op warmer globaal klimaat, maar ook dat is niet noodzakelijk. Ondanks de lokale klimaatopwarming in Europa de laatste jaren, waar je veel over hoort, is het gemiddelde, globale klimaat de laatste zes of zeven jaar ongeveer even warm gebleven: dat kan iedereen duidelijk aflezen op de temperatuurgrafiek van de NASA. Andere gedeeltes van de wereld koelden dus licht af – zodat deze recente Europese opwarming door natuurlijke fluctuaties komt, en op zich geen effect is van het broeikaseffect. Deze strikte logica is niet in tegenstrijd met het IPCC, wel te genuanceerd in een kinds debat.
Wanneer was er nog geen klimaatconsensus?
Maar zelfs op het IPCC als consensus-wetenschap valt af te dingen. Zo gaat het verhaal: klimaatsceptici zouden een overduidelijke consensus ontkennen: er was ooit een wetenschappelijk klimaatdebat en dat is nu voorbij wegens zeer sterke bewijzen. Maar klopt dat wel? De bewering zou namelijk betekenen dat er ooit wel een discussie was. Wanneer? En wanneer werd dat debat dan wel afgesloten? Het is aan de voorvechters van de klimaatconsensus om dat te vertellen, toch zeggen ze zelden meer dan ‘the debate is over’.
Dat deed ook al de bekende NASA klimaatwetenschapper James Hansen: hij riep zoals bekend al in juni 1988 uit dat het ’99 percent zeker was’ dat de wereld opwarmde omwille van het broeikaseffect. Ofwel was er voordien dus het ernstige debat waarover vandaag gezwegen wordt, ofwel blufte Hansen en was deze klimaatconsensus in 1988 een onwaarheid. Een blik op de hierboven gelinkte temperatuurgrafiek van NASA leert ons snel dat in 1988 de globale wereldtemperatuur maar net een beetje steeg na zo’n veertig jaar van stabiliteit – waardoor het me nogal zeker lijkt dat toen het debat nog niet voorbij kón zijn, aangezien de temperatuurmetingen nog lang onvoldoende abnormaal waren om zoiets te staven.
Het ernstige debat
Ons klimaatbeleid zorgt vandaag al voor een enorme energiecrisis die de volgende jaren nog stevig kan verergeren tot ernstige black-outs van het elektriciteitsnet en tot een stevige verarming van Europa kan leiden. Alsof dat niet genoeg is, spelen klimaatactivisten de huilerige peuter die vindt dat het allemaal niet snel genoeg gebeurt: ‘ikke wil nu!’
Ook politici spelen daar graag op in, al doen ze ook graag mee aan de hypocrisie van de zoveelste ronkende klimaattop – waarop Greta Thunberg terecht kritiek geeft (maar geen oplossing). Hele generaties kinderen worden de daver op het lijf gejaagd omwille van zwaar overdreven alarmisme dat zelfs niet door het IPCC wordt ondersteund. En toch worden ernstige critici het woord ontzegd. Een ongezond debat-klimaat herken je aan zijn bittere vruchten.
Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.
Supermarkten schreeuwen het uit hoe goedkoop en lekker hun producten zijn. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel. En stijgen de gezondheidskosten.
Luckas Vander Taelen en Piet Lamberts-Van Assche over Wagner, de Ring en waarom die zo bijzonder zijn.