JavaScript is required for this website to work.
post

Koerden bijten van zich af

Doorbraak redactie3/10/2011Leestijd 3 minuten

Het regende eind augustus weer bommen in Noord-Irak. Turkse jets voerden raids uit op de stellingen van de PKK, de Koerdische rebellenbeweging, die vanuit het Kandilgebergte de grens was overgestoken om aanslagen te plegen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Sinds midden juli was al een veertigtal Turkse dienstplichtigen omgekomen in botsingen met de PKK. De escalatie van het geweld bereikte een hoogtepunt op 17 augustus toen een honderd kilo zware bom een Turks konvooi in Zuidoost-Anatolië uiteenreet. Acht Turkse soldaten bleven dood achter. Turkije sloeg onmiddellijk terug met luchtaanvallen op de PKK-bases in Noord-Irak. De Turkse pers droeg haar in inkt gedoopt steentje bij met leuzen als ‘actie tegen de moordenaars’ (bedoeld was de PKK). Die emotionele nieuwskoppen verrieden waar het bij de bombardementen van de Turkse luchtmacht om te doen was: een ventiel openen om de woede van de Turken te bekoelen.

Opschudding
De ‘vernietiging van de terroristen’, zoals de Turkse premier Erdogan als officieel doel vooropstelde, is verder weg dan ooit. De Turkse generaals krijgen de PKK maar niet klein. Drie jaar geleden voerde het Turkse leger nog een grootschalige operatie uit in Noord-Irak. Het mocht niet baten, de PKK valt niet uit te roken. Hoezo niet? De Koerdische kwestie vergt een politieke benadering, geen militair geweld. Bovendien heeft het Turkse leger al heel wat pluimen verloren in zijn strijd tegen de Koerdische PKK-guerrilla’s. Vorig jaar bijvoorbeeld, in Çukurca, seinden verkenningstoestellen een nakende PKK-aanval op een kazerne door, maar de militairen maakten zich niet op voor de verdediging. Zes soldaten sneuvelden door de nalatigheid van hun oversten. De Turkse stafchef Kosaner, die eind juli ontslag nam uit onvrede met de AKP-regering, veroorzaakte een maand later alweer opschudding. Op het internet was een geheime opname geplaatst waarin hij zich bitter uitliet over de interne zwakte van het leger. Ze hebben het niet onder de markt, de Turkse generaals. Hun macht is aan banden gelegd door de religieus geïnspireerde regering, een zevende van alle hogere officieren zit in voorarrest op verdenking van samenzwering tegen de staat en de strijd tegen de PKK werpt niet de verhoopte vruchten af.

‘In de bergen’
De vraag blijft waarom de PKK zich weer roert na zich zolang op de vlakte, of beter, in het Kandilgebergte, te hebben gehouden. De Turkse parlementsverkiezingen van 12 juni zaten daar zeker voor iets tussen. De PKK wilde de pro-Koerdische Partij voor Vrede en Democratie (BDP) de kans geven haar posities te versterken. De Turkse overheid houdt partijen die de Koerdische zaak langs democratische weg willen oplossen nauwlettend in de gaten. Verschillende van hen werden al verboden onder het voorwendsel dat ze zich onvoldoende distantieerden van de PKK. Het is een beetje zoals IRA en Sinn Feín in Noord-Ierland en ETA en Batasuna/Bildu in Baskenland. Heel wat Koerden die zich engageren voor de BDP (en de verboden voorgangerpartijen als HADEP en DTP) hebben vrienden of familieleden in ‘de bergen’ (de cryptische omschrijving voor het toebehoren tot de PKK). Omdat de kiesdrempel bij een ondemocratische tien procent ligt, liet de BDP haar kandidaten als ‘onafhankelijke’ kandideren. Die haalden in hun district voldoende stemmen en vormden achteraf de BDP-fractie in het Turkse parlement. Maar dan gebeurde het niet zo verrassende: zes van de 36 gekozen Turkse Koerden mochten geen zitting hebben in het parlement omdat er een gerechtelijk onderzoek rond ‘banden met de terroristische PKK’ tegen hen loopt. Daarop weigerden de BDP-gekozenen de parlementseed af te leggen. Deze boycot spoort de PKK aan om de Turkse regering weer het vuur aan de schenen te leggen.

‘Prison break’
De huidige leiding van de PKK ziet niet veel redenen meer om zich gedeisd te houden. Er zouden geheime gesprekken aan de gang zijn tussen de Turkse overheid en Abdullah Öcalan, de legendarische PKK-leider die al sinds 1999 de geneugten van het Turkse gevangeniswezen mag smaken. Öcalan maakt zich geen illusies over een ‘prison break’, maar hij wil hét aanspreekpunt zijn voor de Turken en tegelijk hoopt hij invloed te blijven uitoefenen naar de Koerden toe. De gesprekken zouden wellicht een afzweren van het geweld door de PKK beogen in ruil voor een algemene amnestie, behalve – en daar wringt het schoentje – voor zijn topfiguren zoals Karayilan (‘zwarte slang’). Die wil zijn vel redden en zet dan liever de strijd voort. Ook al omdat hij niet gelooft dat Turkije het ernstig meent met autonomie voor de Koerden die verder gaat dan Koerdische liedjes op een Turks ‘Tien om te Zien’ zoals op TRT 6, het Koerdische kanaal van de Turkse omroep.

[meer lezen]
Dirk Rochtus publiceerde zopas een boek over geschiedenis en uitdagingen van Turkije: Turbulent Turkije. Europese of Aziatische tijger? Zie ook p. 21.

De redactieploeg van Doorbraak bestaat uit een grote groep redacteuren. Standpunten en andere artikelen kunnen verschijnen als "De Redactie". Uiteraard betekent dit niet dat al onze redacteuren per definitie aan deze standpunten gebonden zijn.

Commentaren en reacties