Komen de jaren ’30 terug?
De 'casus' Hitler en de hedendaagse democratie
Adolf Hitler.
foto © Reporters / Photo12
Het is bon ton om te waarschuwen voor een ’terugkeer naar de jaren ’30!’, maar hoe waarschijnlijk is dat nu eigenlijk?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEr waart crisis door Europa en bij uitbreiding de wereld. De crisissfeer wordt gevoed door problemen rond migratie, klimaat, globalisering en identiteit. Partijen uit het rechtse spectrum beloven zekerheid en een kordate aanpak. Ze doen het dan ook vaak goed in opiniepeilingen of bij verkiezingen. In sommige staten zwaaien zogeheten rechtspopulisten de plak of staan ze mee aan het roer. Dat verleidt mensen van een andere politieke gezindheid er al eens toe om het spookbeeld van de ‘jaren ’30’ weer op te roepen. Herhaalt de geschiedenis zich?
Volgens Karl Marx herhaalt de geschiedenis zich eerst als tragedie en dan als farce. Staat er ons dus een tragedie te wachten? We associëren de jaren ’30 met de figuur van Adolf Hitler en met het nationaalsocialisme (vanaf nu afgekort als NS, zoals gebruikelijk in Duitse wetenschappelijke literatuur). Er rijzen dus vragen op of en in welke mate het zogeheten rechts-populisme sporen draagt van de NS-ideologie, en of er uit de schoot van dat rechts-populisme een nieuwe Hitler kan opduiken? Met andere woorden: of ons parlementair-democratisch systeem lamgelegd en vervangen kan worden door een autoritair of zelfs totalitair bewind zoals in de jaren ’30?
Zit er in de geschiedenis van het nationaalsocialisme een patroon dat zich eigent tot herhaling? Of stond en viel het NS-regime met zijn ‘Führer’ en is een nieuwe Hitler vandaag de dag niet meer mogelijk? Is onze democratie vandaag de dag beter gewapend tegen haar vijanden, in dit geval van extreemrechts? Andere bedreigingen zoals moslimfundamentalisme of extreemlinks laten we gezien de beperkte plaatsruimte buiten beschouwing.
Perspectief
Hoe valt het te verklaren dat een Einzelgänger als Hitler een cultureel en technisch hoogontwikkelde natie als Duitsland kon bedwelmen? Heeft het toeval hem misschien gewoon een handje geholpen? Hijzelf zou het over de ‘Voorzienigheid’ gehad hebben. Niets leek er op te wijzen dat iemand als Hitler ooit aan de macht zou kunnen komen. Op zijn dertigste stond hij nergens. Hij bracht als niet-gedemobiliseerde soldaat uit de Eerste Wereldoorlog zijn dagen zonder perspectief door in München. Hij had voor de rest geen diploma, geen werkervaring, nauwelijks familie en vrienden. 14 jaar later, op 30 januari 1933, zou hij in Berlijn tot rijkskanselier worden benoemd.
Stootram
Laten we kort de context schetsen waarin Hitler kon gedijen. Nadat Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren, werd het keizerrijk opgedoekt en vervangen door de Weimarrepubliek (1919-’33). Die republiek ging zwaar gebukt onder het Verdrag van Versailles dat opgesteld was door de geallieerde overwinnaars. Duitsland moest 13% van zijn grondgebied afstaan en torenhoge herstelbetalingen voldoen aan Frankrijk en België. Bovendien kreeg het land het verwijt van de ‘Alleinschuld’ te slikken, zo alsof het als enige schuldig was aan het uitbreken van de oorlog.
Inflatie en massawerkloosheid versterkten de collectieve verbittering van de Duitsers over Versailles. In die crisissfeer snakten vele Duitsers naar een sterke man, een ‘Messias’ als het ware, die hen uit het morele, politieke en sociaaleconomische moeras zou trekken. Dankzij redenaars- en organisatietalent, charisma en wilskracht slaagde Hitler er in aan dat profiel te beantwoorden. Maar ondanks al die voor hem gunstige omstandigheden wist Hitler tot aan zijn ‘Machtergreifung’ (machtsovername) slechts één derde van de bevolking te bekoren. Rond de jaarwisseling ’32-‘33 was zijn ster zelfs aan het tanen en stond zijn partij op het punt uiteen te vallen. De conservatieve Duitse elites minachtten hem, maar wilden hem gebruiken als een stootram tegen het ‘communistische gevaar’. Op de valreep konden ze zijn benoeming tot rijkskanselier erdoor krijgen.
Knikkende knieën
Belangrijker voor onze vraagstelling is natuurlijk hoe Hitler zijn macht wist uit te bouwen. Het geluk lachte hem toe in de vorm van de mysterieuze brand van de Reichstag eind februari 1933. De angst van de mensen voor de ‘boze communisten’ gaf de kersverse kanselier de kans om de noodtoestand te laten uitroepen en de politieke tegenstanders te vervolgen. Maar zelfs onder deze voor hem gunstige uitgangspositie haalde hij bij de nieuw uitgeschreven verkiezingen van 5 maart 1933 samen met zijn Duits-nationale kartelpartner amper 51% van de stemmen. En bij de stemming van de volmachtenwet op 23 maart haalde hij slechts door procedurele trucs en de knikkende knieën van centrumrechtse politici zijn verhoopte meerderheid. Flankerende maatregelen effenden Hitler het pad naar de dictatuur.
Kern
Extreemrechts vandaag de dag moet al heel wat geluk hebben om Hitler te kunnen evenaren die zoveel meer meehad op zijn weg naar de macht. De rechtsstaat is vandaag de dag — zeker in Duitsland — beter gewapend tegen extremistische tendensen. Ten tijde van de Republiek van Weimar kon een partij er op nationaal niveau niet verboden worden; vandaag kan dat er wel indien nodig. Hitler kon met zijn volmachtenwet de ‘Verfassung’ (grondwet) niet alleen wijzigen, maar ook ‘durchbrechen’ (‘doorbreken’).
De Bondsrepubliek Duitsland heeft daaruit geleerd. Het parlement kan niet raken aan de onveranderlijke, de democratische beginselen omvattende kern van de Duitse grondwet (de ‘Ewigkeitsklausel’). ‘Verfassungsdurchbrechende’ maatregelen zoals onder het NS-regime kunnen dankzij deze ‘eeuwigheidsclausule’ niet meer. Geïnspireerd door de ‘formule’ van de rechtsfilosoof Gustav Radbruch, een sociaaldemocraat, kan de rechterlijke macht weigeren discriminerende wetten toe te passen.
Aureool
Er zijn verschillende institutionele mechanismen in ons systeem ingebouwd opdat een legale machtsovername door een nieuwe Hitler niet meer mogelijk zou zijn. Dat betekent niet dat de democratie niet bedreigd kan worden; extremisten die mee in het politieke bad getrokken worden, drukken hun stempel op het beleid. Maar ze kunnen ook hun aureool verliezen en de volgende keer door de kiezer afgestraft worden. De gevaren voor de democratie kunnen zich ook op de morele uitholling ervan situeren, met name door het verbrokkelen van het respect voor haar wezenskern: het vrije woord en de bescherming van de persoonlijke integriteit van de burger.
(Dit stuk verscheen eerder op www.knack.be)
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.