JavaScript is required for this website to work.
post

Köpenick

Jan Becaus30/9/2016Leestijd 3 minuten

Hoe een clochard van een uniform profiteerde.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De stafchef heeft het gezegd: militairen moeten zich wat gedeisd houden en op de sociale media geen foto’s van zichzelf in uniform plaatsen. Dat trekt namelijk alleen maar de aandacht van terroristen. De waarschuwing kwam nadat IS enkele foto’s van Belgische soldaten had gepubliceerd, met de oproep om hen ‘iets aan te doen’.

Het is ver gekomen. De tijd dat een uniform eerbied en ontzag opwekte, ligt ver achter ons. In het Pruisen van vóór de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld opende een uniform nog alle deuren. De Berlijnse clochard Friedrich Wilhelm Voigt besefte dat als geen ander. Voigt was een kleine crimineel. Tussen 1864 en 1891 werd hij zes keer veroordeeld voor diefstal, roof en vervalsing, waarvoor hij in totaal 29 jaar achter de tralies zat. In februari 1906 kwam hij vrij. Van de Berlijnse politie kreeg hij geen verblijfsvergunning, maar toch vond hij een illegale stek in een woonkazerne, waar hij een brits deelde met een arbeider die ’s nachts werkte. Maar Voigt was niet dom. Hij zag hoe het Pruisische Militär de hele maatschappij beheerste en hij werkte een plan uit. De hele zomer van 1906 verzamelde hij in rommelwinkels in Potsdam en Berlijn uniformstukken van een kapitein van het eerste Garderegiment, die hij bewaarde in het bagagedepot van een treinstation. De ochtend van 16 oktober haalde hij zijn ‘uniform’ uit het depot en trok naar buiten om zich te verkleden.

Als Pruisisch kapitein nam hij de tram naar het centrum, waar tegen de middag de wacht aan alle kazernes gewisseld werd. ‘Kapitein’ Voigt hield een wachteenheid tegen, bestaande uit vier soldaten en een onderofficier. Voigt deelde hen gewoon mee, dat hij ‘op koninklijk bevel’ het commando overnam. De onderofficier mocht meteen beschikken, maar Voigt vond dat zijn troep wat te bescheiden oogde en hield nog zes soldaten staande die terugkwamen van een schietstand. Met zijn legertje van tien nam Voigt de trein naar de voorstad Köpenick. Onderweg trakteerde hij zijn manschappen op een biertje. Aan het stadhuis van Köpenick zette Voigt een paar wachtposten voor de deur en trok met de rest van zijn troep naar binnen. Zonder enig bevelschrift sloeg hij de burgemeester en de stadssecretaris in de boeien. Burgemeester Langerhans, zelf reserveluitenant, sprong in de houding en bood geen weerstand toen Voigt hem vertelde dat hij hem zou escorteren naar Berlijn. De politie-inspecteur werd snurkend in zijn kantoortje aangetroffen – het was een warme nazomerdag – en kreeg een stevige uitbrander. Voor hij het stadhuis verliet, liet Voigt zich door de schepen van Financiën de volledige inhoud van de stadskas overhandigen, 4000 mark en 70 pfennig, een bedrag dat Voigt in zijn hele leven nooit bij elkaar had gezien. Zoals het een Duitse ambtenaar betaamt, schreef schepen Wildberg een kwitantie voor het ‘overgemaakte’ bedrag.

Voigt beval een deel van zijn troepen de gevangen ambtenaren naar Berlijn te escorteren en zich te melden bij de wachtpost van de kazerne Neue Wache. Hij werd nog even opgemerkt toen hij het stadhuis verliet in de richting van het station van Köpenick. ‘Kapitein’ Voigt trok zijn uniform uit en ging op een terrasje zitten, rechtover de Neue Wache, waar even later de gevangen ambtenaren arriveerden, wat tot grote opschudding aanleiding gaf. Tien dagen later werd Voigt opgepakt en op 1 december 1906 tot vier jaar opsluiting veroordeeld.

Het verhaal van de bedrieger die er in kapiteinsuniform in slaagde de stadskas te beroven ging rond als een lopend vuurtje. Ook de buitenlandse pers smeerde het breed uit. De ware geschiedenis werd ontelbare keren ten tonele gebracht. De beroemdste versie was die van Carl Zuckmayer uit 1931. Het stuk werd kort daarop verfilmd, met Heinz Rühmann in de glansrol van kapitein.

En hoe verging het Voigt zelf? Wel, uitstekend eigenlijk. Nadat hij amper de helft van zijn straf had uitgezeten, schonk keizer Willem II hem genade. Na zijn vrijlating begon Voigt op te treden in Berlijn, maar dat vond de overheid niet kunnen, waarop Voigt op tournee ging naar Dresden, Wenen en Budapest. Twee jaar lang trad hij op in nachtclubs, restaurants en jaarmarkten, waar hij zijn belevenissen telkens weer vertelde aan een geamuseerde schare bewonderaars. Na afloop verkocht hij hen een gesigneerde prentbriefkaart met hemzelf in uniform van Hauptmann. In 1910 verlegde Voigt zijn actieterrein naar Groot-Brittannië, Canada en de Verenigde Staten. Hij kreeg zelfs een wassen beeld bij Madame Tussauds. Voigt schreef zijn avontuur ook neer in het boek Wie ich Hauptmann von Köpenick wurde, dat in 1909 in Leipzig verscheen. Het bracht hem zoveel geld op dat hij zich het jaar later in Luxemburg een huis kocht waar hij van zijn renten leefde. Hij stierf, arm als een kerkmuis, in 1922.

 

Foto: © Reporters

 

Jan Becaus (1948) is een voormalig journalist en nieuwsanker van VRT. Van 2014 tot 2019 was hij gecoöpteerd senator voor N-VA.

Meer van Jan Becaus

Opperrechter Amy Coney Barrett: ondanks een schitterende carrière, toch omstreden. Omdat ze benoemd werd onder Donald Trump.

Commentaren en reacties