Kristien Hemmerechts, de schrijfster die haar volk leerde ontlezen
Waarom foutloos Nederlands er wél toe doet
Kristien Hemmerechts is eigenlijk het type vrouw dat tegen zichzelf moet beschermd worden
foto © VRT
Taalrijkdom, leesvaardigheid, zin voor ironie: als het van de ‘wokes’ afhangt, is het allemaal ballast
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZe is als een monster van Loch Ness, maar dan verrijzend uit een regenplas aan de rand van een Vlaamse kasseiweg op een donkere aprildag: schrijfster Kristien Hemmerechts en haar pleidooi om dt-fouten over het hoofd te zien. Elke zes maanden doet ze dat: zeggen dat spellingregels er niet toe doen. Vandaag, op een moment dat leerachterstand een prangend probleem is, een bijzondere boodschap. Het lijkt vreemd voor iemand die met taal en taalverfijning bezig is, maar Hemmerechts, docente Creatief Schrijven, zit anders in mekaar: ze ziet dat jongeren de regels aan hun laars lappen — ‘hij word’ bijvoorbeeld — en concludeert daaruit dat foutloos schrijven buiten de tijdsgeest valt. Ze mocht haar punt nog eens maken in De Afspraak, het Canvas-opinie en duidingsprogramma waar Bart Schols tot vervelens toe dezelfde Vlaamse grootheden de revue laat passeren.
Fuck de grammaticaregels, zegt onze lerares schoonschrift, wier manuscripten waarschijnlijk zelf nog door de handen van een stel correctoren moeten gaan. Nu snap ik alvast waarom Kristien mensen ‘Creatief’ leert schrijven, en niet gewoon schrijven: hoe minder goed je het Nederlands beheerst, hoe creatiever en beter je tekst wordt. Er wordt ons verder een tip van de sluier gelicht over het waarom: ‘Er zijn ook zo veel studenten die onze taal pas op latere leeftijd geleerd hebben, natuurlijk hapert er dan wat aan’, aldus de gaste van Bart Schols. Het is discriminerend, beledigend, jawel verlammend om mensen op spelfouten te wijzen. Anders gezegd: het is niet ‘inclusief’. Tja.
Regelloos tussentaaltje
Kristien Hemmerechts is eigenlijk het type vrouw dat tegen zichzelf moet beschermd worden: ze slaat zoveel onzin uit, dat het schadelijk wordt voor haar, zonder dat ze dat ook maar beseft. Want in feite brengt ze de multicultuur en het feit dat allochtonen gebrekkig Nederlands praten (en schrijven) als argument aan om dat Nederlands te herleiden tot een tussentaaltje dat zich om regels niet hoeft te bekommeren. Het zijn niet de anderstaligen die zich het Nederlands moeten eigen maken, neen, het is de taal zelf die zich moet aanpassen aan de ongeletterdheid. Waardoor bijvoorbeeld ook autochtone Vlamingen hun taal niet kennen, niemand nog een foutloze sollicitatiebrief kan schrijven, en waardoor uiteindelijk zelfs de kranten vol spelfouten staan.
Deze omgekeerde wereld werd vastgesteld door onderwijsexpert Wouter Duyck (‘Je verhoogt de sociale mobiliteit niet als je de geletterdheid verlaagt’) die ook mee aan de Afspraak-tafel mocht zitten, maar dat achterlijk argument werd genadeloos weggeblazen door la Hemmerechts die niet beseft dat niemand haar boeken nog kan lezen binnen tien jaar, tenzij ze zich bedient van een soort sms-taal.
Met het ontmantelen van de taal, het geraffineerd communicatie-instrument dat wij als samenleving delen en waarmee wij het burgerschap beleven, verdwijnt het laatste greintje intellectuele weerbaarheid. Hemmerechts is een schrijfster die, 170 jaar na Hendrik Conscience, haar volk leert ontlezen. Ik wil niet het woord ‘omvolking’ in de mond nemen. Maar toch.
Onbegrijpend lezen
Dat brengt me op een tweede voorval waar ik niet vrolijk van word. Op 14 april verscheen in HP De Tijd een column, drie dagen later overgenomen door De Standaard, van de Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer, getiteld ‘Een poging tot een diverse en inclusieve column die helemaal niemand kwetst’.
De titel alleen al verraadt de insteek van het stukje: het betrof een parodie, waarin de auteur de draak steekt met de zelfcensuur die zijn eigen ideologische spitsbroeders steeds meer praktiseren. We worden geconfronteerd met het pudeur van een ‘blanke, nee witte, heteroseksuele, cisgender, mannelijke schrijfster‘ die schrik heeft om zijn/haar kapster een kapster te noemen, en de vrouwelijke tandarts van zijn/haar vriendin niet wil feliciteren voor de goede zorgen omdat dit betuttelend-paternalistisch zou kunnen overkomen.
Matthias Storme bemerkte de grap wel, en deelde de tekst op Facebook. Hij kreeg welgeteld één like. De ironie-in-de-ironie is overigens dat, indien Pfeijffer een echt, onverbloemd stukje politiek incorrecte opinie had afgeleverd, DS het wellicht nooit had gepubliceerd.
Koester satire
Als dit de graadmeter is van de leescultuur in de lage landen, dan staan ons nog bange dagen te wachten. De flagrante tekortkoming inzake begrijpend lezen is een ander aspect van de ontlettering: alleen nog letterlijk kunnen lezen wat er staat. Dat is ook de reden van het schandaal rond de Lukaku-column, nu bijna twee jaar geleden, waar de linkse mainstream nog altijd niet is over uitgepraat.
Alles letterlijk lezen en metaforen noch ironie snappen: het geldt als kenmerk is van een autistische stoornis, maar vandaag gaat het breder. Het is namelijk een voorschrift voor goede gelovigen. Moslims zijn ertoe gehouden de Koran letterlijk te interpreteren, en mogen dus niet ‘tussen de regels lezen’. Er valt niets te decoderen of te begrijpen, te ontrafelen, er staat wat er staat. Ironie is totaal afwezig in de religie, zeker in de monotheïstische boekgodsdiensten. Het bizarre is, dat het linkse gelijkheidsdenken deze verarming overneemt en als een verrijking verkoopt.
De ‘inclusieve’ woke-ideologie en het religieuze fanatisme zijn perfect compatibel. Ze leiden dezelfde terreur van de ééndimensionaliteit in. Een verbod op ‘foute’ humor, ironie, dubbele bodems, andermaal in naam van de inclusiviteit. Reden te meer voor ons om satire te koesteren. Het is een oer-Europese, door de oude Grieken gecreëerde vorm van humor, met middeleeuwse tussenstations als de Decameroneen onze eigen Van den vos Reynaerde, die deconstrueert, knipoogt, betekenissen verwisselt, de lezer uitnodigt tot een complexe lectuur die aan de censuur ontsnapt. Daar is inwijding voor nodig, het is een leerproces dat intelligente mentors vereist. Die uiteraard niet Kristien Hemmerechts zullen heten.
Mag ik er tenslotte nog op wijzen dat in de eerste plaats Vlaams-nationalisten zorg moeten dragen voor hun taal, en dat het me stoort als een luidruchtige N-VA-politicus uit Roeselare een tweet rondstuurt in schabouwelijk Nederlands. Dat is meegaan in een minachting en een weg-met-ons-mentaliteit die men de andere kant altijd toedicht. Cultuurflamingantisme, het is volstrekt onmodieus en niet trendy, net daarom.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bereid u voor op een oorlog die overal en nergens is, zeggen experts. Misschien bestaat die al veel langer dan we dachten…
‘De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren’, meent Jonathan Hendrickx.