The Lady is not for turning (4)
De ondergang van de vakbonden in het Verenigd Koninkrijk - deel IV
Thatcher en T.I.N.A.: ’there is no alternative’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn oktober 1977 presenteerde Thatcher haar economische beleid in een document met de titel The Right Approach. Het verzoenende conservatisme van na de Tweede Wereldoorlog was dood en begraven.
The Right Approach
‘We geloven dat de overheid minder afweet van de zakenwereld dan de zakenmannen, minder afweet van investeringen dan investeerders en minder van loononderhandelingen dan vakbondsafgevaardigden en werkgevers. We denken dat we de limieten begrijpen van wat een overheid kan doen. Dit is zeker de start van intelligent handelen en gezond verstand.’
Een echt nieuw geluid was het echter niet: ‘Zonder groeiende handel is er geen geld voor sociale hervormingen. De staatsportemonnee, waarin socialisten denken voor eeuwig te kunnen graaien, wordt alleen door het bedrijfsleven gevuld. De staat spendeert, maar het verdient niets’, het zijn woorden van Neville Chamberlain, de premier en de partijleider van de Tory’s van vlak voor WO II. Thatcher ging ‘back to basics’
Margaret Thatcher wilde het gevecht met de vakbonden aangaan. Zij was ervan overtuigd dat om een staking te starten, de vakbondsleden zich eerst hierover in een geheime stemming dienden te buigen. Legde de vakbond het werk neer zonder algemene steun van de leden (‘secret ballot’), dan werd de vakbond financieel verantwoordelijk gesteld voor de opgelopen economische schade van de staking. Ook dit idee ging al tijd mee. Het conservatieve kabinet van Stanley Baldwin werd in mei 1926 geconfronteerd met een algemene staking en speelde met de gedachte van de ‘secret ballot’. Ook in 1957 werd het idee geopperd door een conservatief kabinet, maar men zag af van het idee, omdat het alleen haalbaar indien men het door de strot duwde van de vakbonden. Die confrontatie vermeed men liever.
Make or break
Ook in Thatchers omgeving werd er sterk getwijfeld aan de haalbaarheid van de geheime stemming. Maar de twijfelaars in haar partij werden over de streep getrokken door het gewelddadige vakbondsprotest aan de fotofilmfabriek van Grunwick in Noord-Londen in juni 1977. Keith Joseph omschreef het als het ‘make or break’-moment van de Britse politiek. De beruchte stakingen in de ‘Winter of Discontent’ van 1978-’79 overtuigde Thatcher nog meer van haar gelijk. Zes weken lang bleef het huisvuilnis onopgehaald, de treinen reden niet, de vrachtwagenchauffeurs staakten, etc. Het jaar 1979 kende een verlies van 29,9 miljoen werkdagen in het Verenigd Koninkrijk. De Conservatieve Partij daagde Labour nu uit met de slogan ‘Labour isn’t working’. Thatcher kon in maart 1979 een vertrouwensstemming uitlokken in het Lagerhuis, nadat Labour zijn belofte voor regionalisering in het voordeel van Wales en Schotland niet waarmaakte. Door het verlies van de nationalistische steun in Westminster verloor Labourpremier Callaghan met één stem zijn meerderheid. In mei 1979 wonnen de Tory’s overtuigend de verkiezingen en kon Margaret Thatcher haar rechtse programma lanceren.
‘You turn if you want to’
Op minder dan veertien dagen na haar grote verkiezingsoverwinning lagen de plannen voor de hervorming van de vakbonden op tafel. Stakersposten werden strikter gereglementeerd, werknemers die niet wensten aan te sluiten bij een vakbond werden beter beschermd en men nam het verplichte lidmaatschap van bepaalde vakbonden (het zgn. ‘closed shop’) onder vuur. De Trade Union Congress (TUC), de overkoepelende vereniging van vakbonden, verzette zich heftig tegen de voorstellen van de regering. Zelf was de premier ervan overtuigd dat ze de steun kende van de gewone arbeider. Op haar partijcongres sprak ze: ‘Tegenwoordig beïnvloeden stakingen vakbondsleden en hun gezinnen evenzeer als de rest van ons. Eén vakbond kan ons allemaal heel gemakkelijk kolen of levensmiddelen of transport ontnemen. Wat ze niet kan doen, is haar leden beschermen tegen gelijksoortige acties door andere bonden.’
Tussen 1979 en 1981 was haar beleid gericht op de afbouw van staatsinmenging en de ondersteuning van ondernemerschap. De prijsmaatregelen opgelegd aan bedrijven werden geschrapt. Op de inflatie had de regering echter geen vat. Dit gecombineerd met een stijging van de BTW en de oliecrisis van 1979-’80 leidde tot heftige kritiek op het beleid. Het land zat in een recessie en de werkloosheid steeg naar een ongeziene twee miljoen. De oppositie, de vakbonden en verschillende leden van haar kabinet wilden een omkering van het gevoerde beleid. Onder andere Edward Heath riep op tot een ‘u-turn’. In oktober 1980 maakte Thatcher echter in haar intussen beruchte speech duidelijk dat ze dit geenszins van plan was: ‘You turn if you want to. The Lady is not for turning.’
Volgens haar was er geen alternatief, ’there is no alternative’. Dat ondanks het protest van 364 economen in een open brief naar The Times, rellen in Londen, Manchester en Liverpool en het ongeloofelijke cijfer van drie miljoen werklozen in januari 1982. De Iron Lady, een roepnaam die de lijfkrant van het Rode Leger haar gaf in 1976 n.a.v. haar defensieplannen, stevende af op een politiek mislukte carrière.
Kerende kansen
Tot het moment in maart van dat jaar de Argentijnse dictatuur besliste om een oorlog aan te gaan met het Verenigd Koninkrijk omwille van de Falklandeilanden. In weerwil van Amerikaans en ander protest zette Thatcher een succesvolle Task Force in om de eilanden terug in Britse handen te brengen. De militaire overwinning, de rechtkrabbelende economie met de succesvolle privatiseringen van Jaguar, British Telecom, Britoil en British Gas deden de kansen keren. Dat Labour een uiterst linkse koers voer en daarbij intern sterk verdeeld was – waarbij verschillende leden het partijprogramma in vraag stelden als ’the longest suicide note in history -, hielp een aardig handje. Margaret Thatcher stond in 1983 sterker dan ooit.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
In Engeland en Wales wordt er een recordaantal ‘niet misdadige incidenten’ gemeld. De politie verschijnt nu aan de deur voor de meest onnozele zaken.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.