JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Late aandacht voor identiteit

Kwam De Wevers boek op tijd?

Jan Van de Casteele21/5/2019Leestijd 5 minuten

foto © Reporters

‘Over identiteit’ (2019) is het derde ‘ideologische’ boek van Bart De Wever voor mensen die nu en dan nog eens 150 bladzijden lezen. In deze twittertijd geen evidentie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Over identiteit (2019) is het derde ‘ideologische’ boek van Bart De Wever voor mensen die nu en dan nog eens 150 bladzijden lezen. In deze twittertijd geen evidentie. En zoiets heeft meer dan een paar weken nodig om impact te hebben. Kwam dit boek op tijd?

Voor de derde keer waait De Wever boodschap over Vlaanderen. Na Het kostbare weefsel (2008) en Werkbare waarden (2011) schreef hij nu zijn boek Over identiteit. Een variante op zijn thema’s. Hij staat voor ongedwongen conservatief centrumrechts, neemt een positie in tussen radicaal rechts (‘racisten’ volgens Carl Devos) en ‘postmoderne, kosmopolitische relativisten’. Hij staat dus ook voor ‘een inclusieve, open identiteit die dynamisch, veranderbaar is, via een nieuwe synthese met nieuwkomers’.

Hij herhaalde het de voorbije dagen in de media: ‘Identiteit kan de gemeenschap van zeven miljoen Vlamingen binden. Een identiteitsdiscours wordt gevaarlijk als die identiteit gezien wordt als een absolute waarde. Voor De Wever is een gemeenschap dynamisch is én kan ze nieuwe groepen opnemen. Identiteit evolueert.’ (De Zondag, Knack)

Het is vaak slaan en zalven. Zelfs een hoofddoek kan er deel van uitmaken, maar De Wever hoopt van niet, want hij geeft de voorkeur aan een seculiere samenleving. De nieuwkomers moeten dus inburgeren en – vooral via onderwijs – onze leidcultuur meekrijgen (rechtsstaat, neutrale overheid, solidariteit en taalkennis, de waarden van de verlichting). Maar je kan er veel kanten mee uit.

Waar haalt De Wever de mosterd? Zoals je van een straffe politicus mag verwachten in zijn leeskoffer (Benedict Anderson, Samuel Huntington, Francis Fukyama, Friedrich Nietzsche…), in zijn historische bagage (het oude Rome, Griekenland, de VS…), bij  onderzoekers van groepsgevoel en conflicten, in de oude en jonge politieke actualiteit, in statistieken over migratie, asiel en diversiteit. En – ook de tegenstander moet je kennen – bij diegenen die – vooral sinds de jaren 1960 — dwepen met het ‘wereldburgerschap’.

Gemeenschap

Met bedachtzaamheid gaat hij op zoek naar een definitie van ‘een gemeenschap’. Gemeenschappen zijn volgens De Wever ‘verbeeld’, vluchtig en gelaagd (de lasagne van Marc Reynebeau?), maar ze bepalen wel onze identiteit, die ‘niet eenduidig’, wel dynamisch is. Concreet groeien ze via een gemeenschappelijkheid van taal, van kranten en tv-zenders (‘VTM deed meer voor het Vlaams identiteitsgevoel dan alle IJzerbedevaarten samen’), van cultuur, van geschiedenis.

Of nog: ‘een gemeenschap heeft een naam, een verleden, een grondgebied, een cultureel referentiekader, een unificerende taal, een maatschappelijke (onderwijs, verenigingen) en politieke context…’ Het gaat dus om een genuanceerd verhaal.

Hoe zit dat dan voor die Vlaamse gemeenschap? De Vlaamse bewustwording is iets van de 19de eeuw, omdat een Belgische, francofone elite daar fout mee omsprong. Zo creëerden ze mee het succes van Consciences Leeuw van Vlaanderen, de hele Vlaamse strijdretoriek, en de impact daarvan. Het gegeven België heeft voor De Wever vrijwel geen draagkracht meer. ‘De federalisering is niet de oorzaak, maar het gevolg van dat verschil.’ Ook hier toch weer de nuance: ‘Vlaanderen is nu een realiteit, het moet niet langer worden verzinnebeeld met een strijdbare symboliek over leeuwen die men niet zal temmen.’

Europa

De N-VA-voorzitter heeft het ook over de Europese identiteit. Het Europees project is ‘een aangelegenheid van een hoogopgeleide, goedbetaalde en soms van de realiteit losgezongen bovenlaag’ (van Verhofstadt en Cohn-Bendit tot Juncker). Die krijgt er stevig van langs omdat ze ons in haar kosmopolitisch voluntarisme ‘probeert af te snijden, te vervreemden en zelfs beschaamd te maken voor ons eigen verleden.’

Europa verdient beter. ‘De ontwestelijking van de wereld is een proces dat wij moeten aanvaarden, maar dat wil niet zeggen dat we de ontwestelijking van Europa moeten aanvaarden.’ Hier komt de migratieproblematiek in beeld. Zoals destijds ook het culturele absorptievermogen van Rome werd overschreden (‘het was te veel op een te korte tijd’), moeten we ons ook vandaag hoeden voor het onbehagen inzake de multiculturele evolutie.

Migratie en islam

Massamigratie (verkleuring, verpaupering) zet druk op het sociale leven, maar – alweer de nuance – ‘we moeten op een positieve manier aan de slag gaan met hyperdiversiteit, zoals we dat ook moeten doen met het “cultureel onbehagen”.’ In deze passages geeft De Wever zelfs een pak cijfers over gezinshereniging, asiel, studerende en werkende nieuwkomers, sociale zekerheid enzovoort.

De Wevers conclusie is duidelijk: ‘Wie een beroep doet op solidariteit moet geholpen worden.’ Dat formuleerde hij eergisteren volkser in De Zondag: ‘Wie geld verdient, moet herverdelen. Wij vinden solidariteit heel belangrijk. De kracht van identiteit is trouwens dat ze zorgt voor solidariteit. Als ik mij verbonden voel met mijn gemeenschap, dan zal ik graag mensen helpen in die gemeenschap. Maar wie een beroep doet op solidariteit moet zich dan ook “identitair verbonden” willen voelen. Gaat men daar niet of fout mee om, dan voedt men extreemrechts.’

Pleiten voor een striktere migratiepolitiek en een beperking van volgmigratie (bij ons en in Europa) is volgens De Wever vanuit een sociaal oogpunt dan ook de logica zelve. Het Australische model van gecontroleerde migratie kan ons inspireren.

Ook de islam moet worden gecounterd door een klare keuze voor de verlichting (‘deze vuurtoren van vrijheid en gelijkheid’) in onze identiteitsbeleving. Overigens is voor De Wever ook ‘de taal van het christendom voor velen van ons onbegrijpelijk geworden’. God zit niet meer aan het stuur van onze gemeenschap, ook al zijn christelijke waarden nog steeds dominant in onze cultuur.

Criticasters

De Wever is op z’n best als hij uitpakt tegen criticasters, zowel van links als  van rechts. ‘Als we er voetstoots van uitgaan dat identiteit een verzinsel is dat finaal alleen dient als instrument van uitsluiting en racisme, steken we onszelf de ogen uit.’ Is dat een boodschap waarmee hij allebei de flanken een mep uitdeelt?

De postmoderniteit en het daaraan vasthangende ‘hypocriete cultuurrelativisme’ na de jaren 60 ridiculiseerde ‘het eigene’, maakte het historisch perspectief verdacht, ging ‘enkel voor het nu’ en dat alles in een spiraal van identitaire zelfdestructie. ‘In plaats van één gemeenschap te vormen, hebben we feitelijk iedereen aangemoedigd zich terug te trekken in de eigen culturele of religieuze groep,’ zo analyseert De Wever. Dat alles werd gekoppeld aan positieve discriminatie, het strafbaar maken van laakbare opinies, het subsidiëren van ‘normerende’ organisaties, het in twijfel trekken van elke Europese norm, terwijl die van de migratiegemeenschap moet worden gerespecteerd, het verwerpen van elke traditie…

Conservatisme

We eindigen met de laatste pagina’s van het boek, via enkele citaten. Op het einde pakt de auteur nog eens uit met zijn conservatisme. ‘Wij volgen tradities omdat ze werken, zo simpel is het… Gemeenschappen die niet beschikken over een minimale consensus over waarden en normen zijn gedoemd om ten onder te gaan… Een meerlagige,Vlaamse, gezonde en inclusieve collectieve identiteit is een noodzakelijk instrument om als mens maximaal tot ontplooiing te kunnen brengen.’ Identificatie daarmee is een taak voor ons onderwijs en verloopt best via een burgerschapsexamen dat toegang geeft tot rechten en plichten die exclusief toebehoren aan de leden van de ­gemeenschap.

Besluit

Hoe dan ook: de N-VA-voorzitter heeft met zijn boek over identiteit (en conservatisme) gezorgd voor een stevig referentiepunt in een lastige, maar belangrijke ideologische discussie.

De vraag is of dat op tijd is gebeurd, een paar weken voor de verkiezingen. We hadden die inzichten eerder op de agenda verwacht, zodat de vonk wat feller kon overslaan.

Het is een beetje zoals met het Vlaams profiel. Met separatisme win je geen verkiezingen (‘Wij willen geen radicale splitsing’), maar zónder kan je er een verliezen. Nochtans is er geen een die als De Wever uit kan leggen hoezeer dit land onbestuurbaar wordt en blijft.

Het is een beetje zoals met de sociale kleur van de N-VA. Met te veel sociale insteek win je geen verkiezingen, maar zonder kun je er verliezen. Ook daar moest in allerijl wat worden bijgestuurd (‘Wie geld verdient, moet herverdelen’).

De Wever kan dat allemaal met brio verkopen, enkele luitenanten ook. Maar in de andere provincies moet men op de verkiezingsdag hopen op een Antwerpse bonus. De partij mag dan al een geoliede machine zijn, het ‘spreidingsplan’ voor de ideeën over identiteit, migratie, een meer en socialer Vlaanderen, was blijkbaar een moeilijke oefening. Benieuwd wat Vlaanderen daarvan vindt.

Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.

Commentaren en reacties