Liberale dromen van een sterke staat
De sociaal-liberaal Friedrich Naumann overleed precies 100 jaar geleden. Hij brak een lans voor een sterk Duitsland als leidende kracht van 'Mitteleuropa'
Friedrich Naumann leidt een protest tegen de economische voorwaarden van het Verdrag van Versailles in 1919. Neumann staat net rechts van het standbeeld.
foto © Everett Collection / Reporters
De sociaal-liberaal Friedrich Naumann (1860-1919) brak een lans voor een sterk Duitsland als leidende kracht van ‘Mitteleuropa’. Een portret
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen liberaal die misschien toch niet zo liberaal was, want te nationalistisch? Of een liberaal in de Amerikaanse betekenis van het woord, want te socialistisch ingesteld? Friedrich Naumann (1860-1919) mag dan wel grotendeels vergeten zijn, maar wekt af en toe weer wat controverse op. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer het gaat over de Duitse liberale stichting die zijn naam draagt, of wanneer het concept ‘Mitteleuropa’ — zo de titel van zijn bekendste boek — weer eens opduikt.
Naumann stierf honderd jaar geleden, op 24 augustus 1919, aan een beroerte toen hij aan het kuren was in Travemünde aan de Oostzee. Iets meer dan drie weken tevoren had hij, voorzitter van de mede door de grote socioloog Max Weber opgerichte Deutsche Demokratische Partei (DDP), als lid van de Reichstag mee de grondwet van de Republiek van Weimar goedgekeurd. Hij was nauwelijks 59 jaar oud geworden, maar wat een bewogen leven had hij niet geleid als politicus en publicist.
Natiestaat als machtsstaat
Na zijn studies in de protestantse theologie had Naumann als geestelijke gewerkt, en altijd in een sociaal kader. Christendom betekende voor hem dienst aan de zwakken. Hij had het vaak over ‘christlich-sozial’ en ‘christlicher Sozialismus’, en werkte die ideeën verder uit in het door hem opgerichte weekblad Die Hilfe. Die begrippen stootten op weerstand bij conservatieve gelovigen en zo begon Naumann zich meer en meer te distantiëren van de christelijke leer als oplossing voor de sociale kwestie. In 1897 legde hij zijn geestelijk ambt neer. Hij begon zijn oogmerk te richten op de machtsstaat zoals Otto von Bismarck die met het Duitse keizerrijk had geschapen. In 1896 had hij al een vereniging met de naam Nationalsozialer Verein gesticht. Het sociale kon volgens hem alleen gedijen binnen het kader van de natiestaat. Duitsland moest sterk zijn om sociaal te zijn. Alleen een Duitsland dat zijn plaats in de wereld wilde veroveren, kon iets doen voor de arbeidersklasse.
Hoewel Naumann sympathie had voor de sociaaldemocraten van de SPD, vond hij dat ze met hun internationalistische opstelling een rem zetten op die ambities van de staat. Tegenover de ‘vaterlandslose Gesellen’ (de ‘kameraden zonder vaderland’ zoals de sociaaldemocraten werden genoemd) stelde Naumann dat de arbeiders wel degelijk een vaderland hadden: ‘Die Masse als Masse lebt auf dem Boden, wo sie ist, die hat ein Vaterland!’ (‘De massa als massa leeft op het territorium waar ze is, ze heeft een vaderland!’). Omdat zijn klein gebleven ‘Verein’ bij de parlementsverkiezingen van 1903 verstoken bleef van enig succes, ontbond hij hem en stapte over naar de Freisinnige Vereinigung, een van de drie links-liberale partijen die het Wilhelminische Duitsland rijk was (naast de Nationalliberale, die monarchistisch gezind waren). In 1910 zouden ze zich aaneensluiten tot Fortschrittliche Volkspartei.
Technische vooruitgang
Naumann maakte een onderscheid tussen het ‘formele, theoretische’ liberalisme en het ‘nieuwe, praktische’. Het eerstgenoemde stond voor de vrije markt en de vrijhandel, het laatstgenoemde was er volgens hem een dat inzag dat ‘slechts hij vrij kan zijn, die weet waarvan hij de vier volgende weken kan leven’. Met zijn sociaal liberalisme zou Naumann veel invloed uitoefenen op zijn ‘leerling’ Theodor Heuss, de toekomstige eerste (liberale) president van de Bondsrepubliek Duitsland.
De Freisinnige Vereinigung was wel — en daarin was Naumann consequent — de enige links-liberale partij die de buitenlandse politiek van het keizerrijk steunde, concreet, achter de uitbouw van een sterke vloot en het verwerven van kolonies stond. Naumann geloofde ook rotsvast in technische vooruitgang en industrialisering als middelen om een sterke natiestaat te creëren en zo de sociale nood te lenigen. Vanuit die motivatie richtte hij in 1907 ook de Deutscher Werkbund op, een vereniging van kunstenaars en industriëlen die een kwaliteitsverhoging van de consumptiegoederen nastreefden.
‘Mitteleuropa’ of Centraal-Europa
Tijdens de Eerste Wereldoorlog mengde Naumann zich ook in het publieke debat over wat Duitsland uit de brand zou moeten of kunnen slepen. Verschillende politici pleitten voor annexaties ten koste van de vijand, anderen haalden zich het verwijt van verrader op de hals door voor vrede zonder gebiedsuitbreiding te gaan. Naumann kwam in 1915 op de proppen met het boek Mitteleuropa (Centraal-Europa). De historicus Götz Aly leidde in een polemisch artikel uit 2011 imperialistische wensdromen van Naumann af uit zinnen zoals dat de Duitsers ‘de gedachte [moeten] hebben, in de rij van wereldeconomische machten van eerste klas binnen te treden. Daartoe behoort de aanhechting van de andere centraal-Europese staten en naties’.
Een SPD-politicus als Erhard Eppler daarentegen meent dat Naumann geen lans brak voor de ‘dominantie van een herenvolk over zijn buren’, maar wel voor ‘een federaal verbond van Centraal-Europa onder Duitse leiding’. Aly vindt het niet kunnen dat de serieuze stichting van de Duitse liberalen van de Bondsrepubliek zich tooit met de naam van iemand die in zijn ogen eigenlijk een ‘imperialist’ was. Zou Nauman in die optiek zelfs een ‘Wegbereiter des Nationalsozialismus’ (NS) geweest zijn, iemand die het pad geëffend zou hebben voor het NS-regime, zoals Friedrich A. Hayek in 1944 beweerde? Wat tot zulke voorbarige conclusies bijdraagt, is dat Naumann pleitte voor een Duitse machtsstaat en sprak over de verbinding van nationalisme en socialisme. Maar lang voor Adolf Hitler zou doorbreken met zijn NSDAP, was gewagen van een nationaal socialisme (‘nationaler Sozialismus’, niet ‘Nationalsozialismus’!) of dromen van een ‘Duits socialisme’ bon ton in nationalistische en nationaal-conservatieve kringen.
Wolfgang Gerhardt, de toenmalige voorzitter van de Friedrich-Naumann-Stiftung für die Freiheit, nam de naampatroon van de stichting in bescherming tegen de aantijgingen vanwege Götz Aly. Hij verwees daarbij naar de liberale denkbeelden die Naumann altijd al verdedigd had zoals vrouwenemancipatie, de uitbreiding van het kiesrecht en de strijd tegen de discriminatie van de joden en andere minderheden (zoals de Poolse). Naumann hechtte ook veel waarde aan ‘politische Erwachsenenbildung’, de politieke vorming van volwassenen, wat een kernopgave is van de politieke stichtingen die in de Bondsrepubliek in het leven zijn geroepen. Zo heeft Naumann in 1917 de Staatsbürgerschule gesticht, die drie jaar later in Hochschule für Politik werd omgedoopt en vandaag het Otto-Suhr-Institut van de Freie Universität Berlin vormt.
Tragiek
Als voorzitter van de DDP verdedigde Naumann de kersverse Republiek van Weimar. Hij werd niet oud genoeg om haar met zijn volle gewicht te kunnen beschermen tegen haar belagers uit links- en rechts-extremistische hoek. Dat is de tragiek van de republiek dat grote politici of staatslieden zoals Friedrich Naumann (DDP), Friedrich Ebert (SPD) en Gustav Stresemann (Deutsche Volkspartei) haar door hun vroegtijdig overlijden aan haar lot moesten overlaten.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.