JavaScript is required for this website to work.
post

Liever professor dan politicus

Guy Schrans maakte de weg vrij voor Verhofstadt, die andere Guy

Dirk Rochtus2/4/2018Leestijd 3 minuten
De rechters van het Bundesverfassungsgerichtshof. Over een van hun voorgangers
schreef Guy Schrans.

De rechters van het Bundesverfassungsgerichtshof. Over een van hun voorgangers schreef Guy Schrans.

foto © Uli Deck/dpa Reporters / DPA

Op 27 maart 2018 overleed emeritus Guy Schrans. Hij bestudeerde de geschiedenis van het Gentse liberalisme. Een ander verdienstelijk werk van hem ging over Duits-joodse rechtsprofessoren die vluchtten voor Hitler.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

 Mocht Guy Schrans (1937-2018) verder gegaan zijn in de actieve politiek, zou zijn overlijden op 27 maart toch nog enkele regels waard geweest zijn in de Vlaamse pers. Nu heerst er stilzwijgen in de media over de gewezen professor emeritus in de Rechten uit wiens pen diepgravende historische studies gevloeid waren. Enkel de webstek van Liberales, een onafhankelijke denktank binnen de liberale beweging, eert hem met een ‘in memoriam’.

Schrans was dan ook thuis in de kosmos van de Vlaamse liberalen. Van 1999 tot 2017 was hij secretaris van de raad van bestuur van het Liberaal Archief, daarna nog lid van de Algemene Vergadering ervan. In de jaren ’70 zetelde hij korte tijd als volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Gent-Eeklo en van 1970 tot 1984 als gemeenteraadslid van de stad Gent.

Verhofstadt

De freelance journalist Thierry Goorden schreef in zijn boek Willy De Clercq: een biografie : de kunst van het haalbare (2004) dat Schrans, die als begenadigd spreker zijn toehoorders ‘in vuur en vlam kon zetten’, beschouwd werd als de ‘gedoodverfde dauphin van Willy De Clercq.’ Diens zoon, Yannick, zou gezegd hebben dat met het terugtrekken van Schrans ‘de weg breed open [lag] voor Verhofstadt’.

Naast advocaat en assessor bij de Raad van State was Schrans hoogleraar handels- en financieel recht aan de universiteit van Gent. Hij publiceerde over de Gentse vrijmetselaars in de 18de eeuw en de Gentse sociaalliberalen tussen 1789 en 1914, twee boeken die volgens Liberales ‘van blijvend belang zullen zijn voor het bestuderen van de Gentse (liberale) geschiedenis’. Een minder bekend werk van hem — maar dat mijn bijzondere belangstelling als docent Duitse geschiedenis trok — gaat over Duits-joodse professoren in de rechten die voor de nationaalsocialisten gevlucht waren naar Groot-Brittannië. Aan dit boek,   Heraus Professoren! Duitse émigré professoren in Oxford en Cambridge (1933-1945)Gent-Kortrijk, 2013, wijdde ik onderstaand signalement in Wetenschappelijke tijdingen (3/2015):

Nazi-Duitsland

“De ‘Machtergreifung’ door Adolf Hitler op 30 januari 1933 zadelde veel tegenstanders van het nieuwe, nationaalsocialistische bewind op met de vraag: Wat doen? In het verzet gaan? Emigreren? Verzet plegen in nazi-Duitsland was risicovol. Heel wat linkse, liberale en gelovige politici en kunstenaars verkozen Duitsland te verlaten. Niet iedereen was de keuze gegund tussen ‘Exil’ (ballingschap) of ‘Innere Emigration’ (in Duitsland blijven, maar zich in een stil hoekje terugtrekken). Sommige mensen moesten wel naar het buitenland emigreren, alleen al om wie ze als persoon waren. In Nazi-Duitsland was geen plaats voor burgers van joodse origine. Hoe geïntegreerd of geassimileerd ook, Duitse joden konden geen ‘Reichsbürger’ zijn, hoogstens ‘Staatsbürger’. In de loop van de jaren zou het duidelijk worden dat zelfs dat tweederangs statuut hen niet zou behoeden voor de dood in een of ander vernietigingskamp. Wie kon, nam tijdig zijn biezen.

‘Joodse exodus’

Het boek van Guy Schrans, emeritus van de Universiteit Gent, belicht een aparte categorie van Duitse joden, namelijk rechtsprofessoren die hun heil zochten in Groot-Brittannië. Dat liep voor hen niet altijd van een leien dakje, noch op het menselijke noch op het professionele vlak. De Duitse juristen moesten vaak een schitterende carrière in eigen land opgeven om dan terecht te komen in een vreemde omgeving waar hen wantrouwen of vereenzaming wachtte. Ze moesten als docent hun weg zien te vinden in een vreemde taal en in een rechtscultuur die op andere tradities stoelde. Emeritus Marcel Storme (die ook eind maart 2018 overleden is) heeft het in de inleiding over de tragiek die het leven van deze émigré professoren tekende, maar ook over de ‘onvoorstelbaar rijke bevruchting’ die van deze ‘Joodse exodus’ uitging op het Engelse en tegelijk ook het internationale recht (p. 6).

De twaalf Duitse professoren van wie Schrans hier een portret schetst, hadden niet alleen als jood geen toekomst in nazi-Duitsland, maar ook niet als geleerde. Zo ontketenden de nationaalsocialisten ook een hetze tegen het vak ‘Romeins Recht’ waarin de professoren Fritz Schulz en Fritz Pringsheim gespecialiseerd waren, zogezegd omdat het ‘on-Germaans’ zou zijn (p. 12). Hoe moeilijk het nieuwe leven in Groot-Brittannië ook was, toch zouden slechts enkele van de professoren na de oorlog terugkeren naar Duitsland. De pijn om het doorstane leed zat te diep, het wantrouwen ook, of Duitsland weer een echte democratie zou kunnen worden. In dat opzicht heeft Gerhard Leibholz zichzelf wel ‘overwonnen’. Hij werd in 1951 benoemd tot rechter bij het Bundesverfassungsgericht, het Grondwettelijk Hof, dat een belangrijke rol speelde bij de vestiging en verdieping van de democratie van de Bondsrepubliek Duitsland. Allemaal droegen de Duits-joodse professoren in hun nieuwe heimat vanuit een grotere aandacht voor ‘ideeën en theorieën’ (p. 65) bij tot de bestuiving van het Britse rechtssysteem dat toch vooral door ‘case law’ wordt gekenmerkt. Hun onderscheiden levensverhalen geven een dieper inzicht in de persoonlijke, maar vooral ook professionele moeilijkheden waarmee een geleerde in het buitenland wordt geconfronteerd, alle internationalisering en globalisering ten spijt.” ​

 

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties