Linkebeek als bezigheidsterapie en farce
Zolang de N-VA België verkiest boven Vlaanderen, zal ze de communautaire circusnummertjes mee blijven ensceneren.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNatuurlijk heeft Homans gelijk en valt er tussen haar redenering geen speld te krijgen. De wet is de wet, en ‘waarnemend burgemeester’ Damien Thiéry overtreedt hem. Bewust om te provoceren en zijn in meerderheid francofone (om niet te zeggen: fransdolle) kiezers te pamperen. De man spreekt trouwens behoorlijk Nederlands, het is niet dat hij niet in staat is om een schepencollege in die taal voor te zitten.
Bouillon Belge
Ach, die faciliteiten. Van alle rotte compromissen in dit land vormt dit uitwerpsel, daterend uit 1963 en gevolg van een zeer disputabele ‘talentelling’, een van de meest stinkende: van meet af aan waren ze voor de francofonen géén (uitdovend bedoeld) pacificatiemiddel maar het paard van Troje om ooit een annexatie bij het Brusselse gewest af te dwingen.
Daarnaast blijft natuurlijk het feit dat dit schaduwspel de hoofdspelers de kans geeft om zich politiek te profileren waar er een profileringsprobleem is: de MR met de hete adem van het FDF in de nek, en de N-VA zonder communautaire agenda, en dus kwetsbaar op haar flamingante flank. Laten we elkaar geen Damien noemen: dit is politiek op zijn slechtst, en gaat louter over marketing. Het is bezigheidstherapie voor politieke minussen, in casu dus vooral Damien Thiéry, die geniet van de aandacht en de door de media opgepepte vaudeville. Terwijl we toch echt wel andere katten te geselen hebben.
De vraag is natuurlijk, hoe we uit dit voor elke buitenstaander hilarisch circus geraken. Want dit is grotesk theater à la Fabre. Het periodiek zich herhalend vertoon van de taalstrubbelingen is onverbrekelijk gelinkt aan de grammatica van het Belgische surrealisme, de valse bodems, de dubbele rede, pijpen die geen pijpen zijn en nachtelijke treinen die nergens heen rijden. De Belgische politiek heeft zich zo vereenzelvigd met de kunst van het absurde (en misschien ook wel omgekeerd), dat deze in het buitenland verkocht wordt als een streekproduct en een stuk van de ‘Belgische identiteit’. De bekvechtende Vlamingen en Walen, de slimme Latijnen en recht-voor-de-raapse Germanen, hun compromissen, hun constructies: hoe grappig, hoe vermakelijk. Tot in de New York Times verschijnen meewarig-geamuseerde artikels over hoe de Belgen met chaos omgaan. Europa echoot dit verhaal, bewust: het multiculturele België blijft het laboratorium van Europa, de EU in zakformaat.
Territorialiteit
Alleen al om die reden kan dit land niet zomaar met internationale instemming gesplitst worden: veel gevaarlijker dan Schotland of Catalonië, zou de desintegratie van het Belgisch EU-icoon het verlies van een vlag betekenen en de falsificatie van een model.
Net daarom is voor de Vlaamse beweging de huidige EU –die trouwens ‘minderheden’ als de francofonen in Vlaanderen van juridische munitie voorziet om hun imperialisme door te drijven- een weerschijnsel van de Belgische constructie. En omgekeerd. Men kan niet ijveren voor een Vlaamse republiek zonder de EU, zoals ze zich vandaag manifesteert, in vraag te stellen.
Van twee één: zolang de N-VA zich in een Belgische regering verankert om een centrumrechts programma uit te voeren, en zolang ze daaraan de voorkeur geeft op een republikeinse koers, zullen de Linkebeek—vaudevilles zich herhalen. Cosmetische circusnummers die de niet-levensvatbaarheid van een regime moeten verhullen. Principieel zou de simpele territorialiteit nochtans heel de surrealistische poeha moeten doorprikken: Linkebeek is Vlaams grondgebied, punt uit. Vanuit die vaststelling zou een Vlaams parlement verregaande initiatieven kunnen nemen die de facto een Vlaamse staat definiëren, inclusief de aanzet tot een nieuwe grondwet. Binnen dit scenario kunnen nog geen duizend Damien Thiéry’s iets veranderen aan een nieuwe institutionele realiteit.
Maar daar willen Homans en C° natuurlijk niet aan beginnen, in hun ijver om België van het socialisme te genezen. Dus blijft het bij een Linkebeeks theater-zoals-het-te-verwachten-en-te-voorzien-was. Wees maar gerust: de soep zal niet zo heet gegeten worden als hij wordt opgediend. Tenzij er een zwart schaap mag opdraven, zal er nog maar eens een wit konijn tevoorschijn komen. Nieuwe verkiezingen bijvoorbeeld,- de piste werd al geopperd,- die weerom… Damien Thiéry als overwinnaar opleveren. En zo kunnen we nog eeuwen doorgaan.
Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.
Foto: ‘Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was’ (Jan Fabre, Leuven/STUK 2012)
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.