Literair & Levend: A/Z van Wilfried Adams
Links, Vlaamsgezind en weerbarstig
Wilfried Adams
foto ©
Chris Ceustermans staat stil bij het leven en werk van de overleden dichter Wilfried Adams.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWilfried Adams (1947-2008) was niet alleen een van de grootste dichters van zijn generatie. Hij was bovendien een echte vrijdenker in de links-Vlaamse traditie van Jef Van Extergem. Adams bleek niet in hokjes te vatten en al zeker niet in het hippe, progressieve wereldje. Daarom is hij vandaag zo goed als vergeten. Een kleine herinnering aan een groot kunstenaar; en één van zijn vele indringende gedichten: A/Z.
2008: rampjaar van de Vlaamse literatuur
Het jaar 2008 bleek een rampzalig jaar voor de Nederlandstalige literatuur. Er was de dood van de — ondanks al zijn ijdele poses— geniale dichter Hugo Claus. Datzelfde jaar stierf ook een van de grootste en meest legendarische Vlaamse prozaschrijvers: de poète maudit J.M.H. Berckmans. Die werd dood in de sofa van zijn schamele Antwerpse OCMW-flat aangetroffen niet lang na het overlijden van zijn boezemvriend en begenadigd reisverhalenschrijver Kamiel Vanhole.
Het tienjarig overlijden en het oeuvre van Hugo Claus en J.M.H. Berckmans werd in 2018 op heel wat plaatsen en publicaties herdacht. Kamiel Vanhole kreeg helaas veel minder aandacht. Bij het herdenken van al dat menselijk en literair verlies werd het sterfjaar van een groot auteur echter vergeten: Wilfried Adams, een groot dichter en bovendien een vrijdenker die, tegen de stroom in, zijn linkse idealen en het streven naar Vlaamse autonomie trachtte te verenigen.¹
Weerbarstige Einzelgänger
Net zoals hij als mens niet ‘gemakkelijk’ was, koos Adams al als jongeman voor een niet vanzelfsprekende, gelaagde, soms ietwat plechtstatige poëzie, weerbarstig maar bijzonder authentiek en warmhartig net zoals hijzelf. Dat kunnen al degenen beamen die wel eens op zijn pad kwamen — waaronder ikzelf. Toen hij in 1973 naar Antwerpen verhuisde om er aan de kost te komen als leraar Nederlands, bleef hij toch vooral een Einzelgänger. Van de bekende Antwerpse Pink Poets is hij nooit lid geworden, ondanks zijn vriendschap en bewondering voor Pink Poets als Hugues Pernath of zijn vriend Michel Bartosik. Vooral een gemeenschappelijke vriend van hem en Michel Bartosik, de jonggestorven experimenteel, maniëristische Jan de Roek (1941-1971), maakte een grote indruk op hem en op de niet lang na De Roeks fatale auto-ongeluk opgerichte Pinks Poets.² Adams zou voor zijn overleden kompaan in 1972 het ontroerende In memoriam Jan de Roek, 4.9.71 publiceren.
Maatschappelijke breuk
Van de ‘officiële’ en hippe literaire wereld ontving Adams tijdens zijn leven weinig erkenning. Hij belandde middenin een poëtisch en maatschappelijk breukvlak dat hem dreigde te verstikken. In de jaren tachtig sloeg de poëtische slinger in de richting van een speelsere en meer toegankelijke poëzie. Voorbeelden daarvan waren auteurs zoals Herman de Coninck. Deze evolutie liep deels samen met het opdoeken van het relatief pluralistische, nog door August Vermeylen opgerichte Nieuw Vlaams Tijdschrift aan het begin van de jaren tachtig. In de geest van Vermeylen en diens Van Nu en Straks was dat een progressief blad dat tegelijk open stond voor Vlaamsgezinden — waaronder heel wat Pink Poets — of gelovigen. Dat blad was een kruispunt van diverse literaire en ideologische families. Het Nieuw Vlaams Tijdschrift was niet voor niets de organisator van de Arkprijs voor het Vrije Woord. Vandaag is die verworden tot de ‘prijs van de politieke correctheid’.
Enggeestig kosmopolitisme
Het Nieuw Vlaams Tijdschrift werd in 1983 door de linkse strever-uitgever Julien Weverbergh brutaal opgedoekt. De fondsen van de socialistische zuil werden in het bekende Nieuw Wereldtijdschrift gepompt. Aan het hoofd daarvan kwam Herman de Coninck die vanuit zijn statig pand in de Cogels-Osylei tegelijk de literaire pagina’s van De Morgen bestierde. Hoewel het Nieuw Wereldtijdschrift veel kosmopolitischer leek dan het Nieuw Vlaams Tijdschrift, was het op bepaalde vlakken meer enggeestig. Aandacht schonk men vooral aan hen die door de progressieve goegemeente als ‘zielsverwanten’ werden beschouwd. Hoe goed ook sommige nummers waren — Herman de Coninck en de zijnen hadden best een avontuurlijke smaak en een neus voor kwaliteit — voor werkelijke experimentele teksten was er weinig ruimte, want het blad mikte op een breder publiek.
Diogenes en de Volksunie
Wilfried Adams leek niet in het plaatje van de nieuwe cultuurpausen te passen. Adams schreef wel vaak voor Diogenes dat door mensen als Ivo Michiels en Henri-Floris Jespers als reactie op het verdwijnen van het Nieuw Vlaams tijdschrift werd opgericht . In het verzuilde landschap van toen werd Diogenes vooral aan de Volksunie gekoppeld. Dat blad kon niet opboksen tegen de media-aandacht en middelen die het Nieuw Wereldtijdschrift en vrienden vanuit de socialistische zuil en linksige cultuurwereld ter beschikking stonden. Het blad Humo fungeerde daarbij als megafoon.
Gewaardeerde dichters als Wilfried Adams bleven in de schaduw van het mediageweld en progressieve hipheid. Dat hij, hoewel ook links, bij momenten luid en klaar zijn sympathie voor de Vlaamse autonomie te kennen gaf, hielp zijn literaire carrière niet echt. Hij koesterde de traditie van Vlaamsgezinde linksen zoals Jef Van Extergem; een traditie die in deze gepolariseerde tijden bijna verloren is gegaan en alleen voortleeft in groepen als Vlinks.
Vlaamse grondwet en Catalaanse gedichten
Toen ik halfweg de jaren negentig Wilfried Adams vrij vaak zag en sprak in onze gemeenschappelijke stamkroeg Het Misverstand in de Antwerpse Sint-Andrieswijk, bleek Wilfried dikwijls erg verbitterd. Hij dronk veel en leed onder huwelijksproblemen. Hij trachtte me warm te maken voor zijn Antwerpse ‘Club Jef Van Extergem’ en schoof me op een avond zelfs een petitie onder mijn neus. Het was een verzoekschrift aan de Vlaamse regering om een Vlaamse Grondwet op te stellen. Toen ik, toen medewerker bij De Morgen en lesgever bij een volkshogeschool, ietwat sceptisch reageerde, haalde hij uit naar die ‘vrolijke en zogenaamd breeddenkende’ jongens en meisjes van De Morgen.
Met zijn vlagen van bitterheid en uitbarstingen leek Adams zich nog meer te isoleren. Voor wie hem geregeld zag, werd echter al gauw duidelijk dat hij niet alleen een begaafd dichter was, maar ook een bijzonder warm en genereus mens. Ik weet nog hoe hij kennissen wist te verrassen door ze een door hem vertaald en sierlijk neergeschreven Catalaans gedicht te schenken. Hoewel ik in de tijden dat we elkaar vaak tegen het lijf liepen, helaas te jong en te springerig was om Wilfried Adams echt te waarderen, is hij één van die mensen van wie je je tracht voor te stellen welke bevlogen gesprekken je met hen zou kunnen voeren, mochten ze nog in leven zijn.
A/Z
Verzongen, met een mond die korst, in weerwil
mompelend over lang verzonken kontinenten
en welke zon. In ons onwillig, aangeslibde lichaam
laagt zich nederlaag op nederlaag.
Het leven dat zich met losse hand
van ons ontdoet, ons glunder afscheept met de dood;
de liefde die niet langer gelukkig maakt,
een smaak slechts laat van goedbedoeld moeras.
Blind is dit uur. De wegen gewaagd, het water
gewogen, bevonden te licht:
grauw en smal liggen wij binnen without te rotten.
– Een dag kerft ons sterven met sileks en licht.
Wilfried Adams (uit Aanspraak, Poëziereeks Masereelfonds 1981)
_____
(1) In het standaardwerk Hotel New Flandres, 60 jaar Vlaamse poëzie (1945-2005) werden maar liefst vijf gedichten van Wilfried Adams opgenomen. Hij wordt er beschouwd, samen met gangmaker Jan de Roek, als een dichter die in belangrijke mate heeft bijgedragen tot het verspreiden en uitdiepen van een eigen idioom binnen het ‘postexperimentele paradigma’. Welke uitgever wil zich eindelijk wagen aan Adams’ verzameld werk?
(2) Over Jan de Roek verscheen in 2011 een prachtige bloemlezing: Ik ben overlevende, VUBPress, 2011.
De erudiete Henri-Floris Jespers (1944-2017) schreef op zijn blog in 2008 een boeiende terugblik op het werk en leven van Wilfried Adams: Hier te lezen.
Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.
Hoe de Britse democratie Boris Johnson verteert en de darmen van de auteur door camera’s worden doorploegd. Ons lichaam, dat weet wat.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.