JavaScript is required for this website to work.
post

Literair & levend: Magrieten van Alice Nahon

De vrouw zonder huis

Chris Ceustermans30/6/2019Leestijd 3 minuten

foto ©

Alice Nahon was geen grote dichteres, maar stond symbool voor de godsvruchtige maagd. Haar leven deed meer denken aan dat van Amy Winehouse.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het is verbazend hoe de middelmatige dichteres Alice Nahon (1896-1933) bij veel Vlamingen nog een belletje laat rinkelen. Bij het zoeken naar een naam voor een nieuwe straat in Mortsel in juni 2019, krijgt een Alice Nahonstraat meer bijval dan een Ivo Michielsstraat. Dat Ivo Michiels een veel groter schrijver was dan Nahon zullen nochtans weinigen ontkennen.

Vrijgevochten, diep tragische vrouw

Wat dit alles nog meer verbazend maakt, is dat Alice Nahon de absolute tegenpool was van het door haar omgeving en in haar gedichten gecultiveerde beeld van de ietwat ‘seutige’ en diepgelovige maagd. Ze was een (seksueel) vrijgevochten vrouw die een tragisch leven leidde.

Als kind van een Vlaams-Nederlands familie begint dat leven voorspoedig. Vader Nahon is procuratiehouder van de bekende ‘Nederlandsche Boekhandel’ in Antwerpen. Door hard zwoegen, weet de familie genoeg geld te sparen om in de Antwerpse voorstad Mortsel een houten huis te laten bouwen waarin de elfkoppige kroost min of meer past. Alice Nahon lijkt een zorgeloze toekomst als verpleegster tegemoet te gaan. Dan slaat het noodlot toe. Niet alleen wordt ze ziek tijdens haar opleiding in het Stuivenberg-ziekenhuis – waar ze zich erg aangetrokken voelt door een vrouwelijke pleegzuster. Door de dreigende Eerste Wereldoorlog moet ook het houten huis van de familie Nahon met de grond gelijk gemaakt worden. Het bevindt zich in het schootsveld van de Antwerpse fortengordel.

Gesloopt ouderlijk huis

De familie Nahon geraakt in financiële en logistieke nesten. Om een dochter minder te hoeven verzorgen en huisvesten wordt Alice naar de Burgerlijke Godshuizen (OCMW) gestuurd. De inspectiearts is er Franstalig en begrijpt het Nederlandstalige medisch dossier van Nahon niet. Hij concludeert verkeerdelijk dat Alice aan tbc lijdt, een in die tijd vaak dodelijke ziekte. Vanaf dat ogenblik zal Alice nooit meer een echte thuis kennen. Van 1917 tot 1922 verblijft de sensuele Nahon in de vleugel ‘der ongeneeslijk zieken’ van een bejaardentehuis in het Limburgse industriedorp Tessenderlo.

In die bedrukkende omgeving begint ze treurige ‘liedekens’ te schrijven die eerst in tijdschriften zoals Vlaamsch Leven verschijnen en daarna in de bundels Vondelinkskens (1920) en Zachte Vooizekens (1921). Haar hunkerend romantische gedichten kennen een enorm succes, zeker in katholieke, flamingante middens. Met een totale verkoop van 250.000 exemplaren, is ze de best verkopende Vlaamse dichter aller tijden.

Ontgoocheld in mannen

De publieke figuur Nahon wordt ontzettend geliefd; een popster avant la lettre. De jonge vrouw Alice blijkt echter steeds meer wanhopig. Steeds meer beseft ze dat ze niet aan tbc lijdt. Wat dan wel die ellendige kortademigheid van haar veroorzaakt, blijft lange tijd onduidelijk. Door doodsangst gedreven, stort ze zich in romantisch-erotische affaires met jonge dichters zoals Geert Pynenburg en de latere avant-gardist Michel Seuphor. Die hoogst artistieke knapen deinzen uiteindelijk terug voor de wispelturige en intense Nahon oftewel ‘poes’ zoals ze zichzelf in liefdesbrieven noemt.

Wanneer ze in 1922 voorgoed Tessenderlo verlaat, leidt ze noodgedwongen het leven van een zwervende poète maudit. Met de hulp van schrijvers als Emmanuel de Bom weet ze aan fondsen te komen om in buitenlandse kuuroorden haar chronisch zieke luchtwegen te verzorgen. In België woont ze uit geldgebrek bij zij die haar tijdelijk onderdak willen verlenen, zoals de familie van schrijver Edgar du Perron in Brussel – die later haar emotionele noden in nauwelijks verhulde egodocumenten belachelijk zou maken. In 1929 verblijft ze in het Mortselse kasteel Cantecroy, bij de bekende familie De Groodt die bevriend was met intellectuelen zoals Albert Einstein of Johan Huizinga. Vandaar de (niet op waarheid berustende) mythe dat Alice Nahon ‘iets’ met Einstein zou hebben gehad.

De laatste maanden van haar leven slijt Nahon bij een intieme vriendin in een appartement aan de Antwerpse Carnotstraat. Ze blijkt erg verzwakt en bedlegerig. Haar gedreven biograaf Manu Van der Aa (Ik heb de liefde liefgehad – het leven van Alice Nahon) vermoedt dat die snelle aftakeling te maken heeft met een miskraam of een slecht uitgevoerde vruchtafdrijving in 1931. Hoe dan ook, uitgeput, uitgebloeid en afgeleefd sterft de zangeres van ‘zachte vooizekens’ begin 1933.

Alice Nahons gedicht Margrieten is weinig bekend, maar een van haar meest geslaagde. Minder zoetgevooisd, laat ze op een ingetogen manier haar eenzaamheid en wanhoop voelen; haar ontgoocheling in het leven en in de mens. Alice Nahon verdient het om herinnerd te worden als vrijgevochten, ‘moderne’ vrouw en als auteur van een handvol gedichten waarin ze de enorme prijs van die vrijheid weet te vatten.

Magrieten

’t Is of die bloemen het weten:
Ze buigen beurt om beurt
uit eerbied voor de stilte
die aan mijn hart is gebeurd.

En reder dan aan mensen
doe ik die elfen in ’t gras
het effen verhaal dat hij heenging
om ’t heimwee dat ik was.

Ze neigen bevreemd naar elkander
’t naïeve margrietenhoofd:
dàt hadden ze van de mensen
toch nooit geloofd.

Nu staan ze zonder vragen,
een bleke sterrenstoet,
een goedheid zonder woorden,
te bloeien aan mijn voet.

Een kommer te raden, te helen,
en te doen of men weet het niet,
dat moeten de mensen nog leren
van de hoge stille margriet.

Alice Nahon
(uit: ‘Verzamelde gedichten’)

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties