JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Magistraten en splitsing BHV: meten is weten (II)

Hendrik Vuye29/5/2013Leestijd 3 minuten

Het gerechtelijk arrondissement BHV werd ‘gesplitst’ volgens de Vlaamse partijen van de institutionele meerderheid. Het werd slechts ‘hervormd’ volgens de Franstalige partijen. What’s in a word, denkt u misschien. Daarom geen woorden, maar cijfers. Vandaag deel II, gisteren verscheen deel I [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/magistraten-en-splitsing-bhv-meten-weten-i]. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het vrijwaringskader

Het doekje voor het bloeden is het zogenaamde vrijwaringskader. Indien het aantal Nederlandstalige magistraten daalt onder de 27%, dan worden de ontbrekende magistraten vervangen. Deze regeling is tijdelijk en geldt enkel gedurende het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van de wet. Dit betekent dat het Brusselse kader tijdelijk voor 127% zal zijn ingevuld (sic).

De Adviesraad van de Magistratuur heeft alvast geoordeeld dat het ‘niet te rijmen valt met een redelijk beheer van de rechtbanken, de vrijwaringsregel tot één jaar te beperken’. De Adviesraad wenst dat het vrijwaringskader blijft, zolang de werklastmeting niet is doorgevoerd. Dit advies kreeg geen gevolg. Naar magistraten wordt niet geluisterd.

De werklastmeting

In zijn advies stelt de Hoge Raad dat de werklastmeting best zo snel mogelijk wordt uitgevoerd. De Adviesraad van de Magistratuur is alvast sceptisch. In dit verslag leest men: ‘Hoewel iedereen het anders wenst, is het niet ondenkbaar dat de werklastmeting niet tegen de vastgesteld deadline (1 juni 2014) zal afgerond zijn. In dit geval zal het Nederlandstalig kader opnieuw automatisch verminderen, via geleidelijke uitdoving na een periode van één jaar, tot 20%, zonder dat dit percentage door de werklastmeting zal worden bevestigd of verhoogd’.

Methodologie van de werklastmeting

Een werklastmeting is geen positieve wetenschap. Er bestaat al evenmin een draaiboek. En vooral, het is tot nu toe nog nooit gelukt. Vele ministers van justitie hebben er hun tanden op stuk gebeten. De verdeelsleutel 80/20 is bovendien zo gunstig voor de Franstaligen, dat zij niet echt geneigd zullen zijn om mee te werken aan de werklastmeting. Waarom zouden ze? Ze hebben er alleen bij te verliezen.

Met welke criteria gaat men rekening houden? Tijdens de parlementaire debatten werd door Servais Verherstraeten (CD&V) en toenmalig PS-voorzitter Thierry Giet alvast gesteld dat ‘ook economische, demografische en sociale gegevens en de werkbaarheid van de dienst in functie van de verschillende soorten rechtscolleges’ dienen in rekening gebracht. Hopelijk is er iemand die weet wat dit concreet betekent.

De wet laat toe om de werklastmeting uit te besteden aan een externe instelling. Dit is intussen gebeurd. Het is alvast een handige politieke zet van minister Annemie Turtelboom (Open VLD) om de werklastmeting uit te besteden. Zo kan ze, indien het misloopt, haar handen in onschuld wassen.

Nog handiger: de resultaten moeten uiterlijk op 1 juni 2014 bekend zijn. Dit is dus na de verkiezingen van 25 mei 2014. De hete aardappel wordt doorgeschoven naar de volgende regering. Het gevolg is dat de volgende federale regering zich nogmaals zal mogen buigen over dit netelige dossier. Wie zei daar weer dat BHV van de regeringstafel is?

Meten is weten

Hoe zijn de cijferwonders van CD&V, Sp.a, Open VLD en Groen toch maar aan de verhouding 80/20 geraakt? Men kan in deze alvast niet met de vinger wijzen in de richting van Philippe Muyters (N-VA), want hij zat niet meer aan de onderhandelingstafel.

Waar komen die foute cijfers vandaan? Indien het echt gaat om een politieke afspraak -wat gewezen justitieminister Stefaan De Clerck beweert – dan moet toch de vraag gesteld worden wie verantwoordelijk is voor een politiek akkoord dat mijlenver van de realiteit staat? Waarom onderhandelen op grond van foute cijfers, indien het wel degelijk mogelijk is om juiste cijfers vast te krijgen? En … zouden het dezelfde wiskundigen zijn die de nieuwe financieringswet opstellen?

Tenslotte, de hamvraag. Zou het niet redelijk en verstandig geweest zijn om eerst een werklastmeting door te voeren en vervolgens de hervorming van het gerechtelijk arrondissement in werking te laten treden? Zou de communautaire vrede ook niet meer gebaat zijn bij een akkoord gebaseerd op juiste cijfers, dan op giswerk? Meten is toch weten?

In het Belgische staatsrecht gelden echter andere regels: knutselen is belangrijker dan vakmanschap en het compromis is belangrijker dan een oplossing.

(Dit is het tweede deel van het artikel; gisteren verscheen het eerste.)

<Een goed artikel? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen

Meer van Hendrik Vuye
Commentaren en reacties