JavaScript is required for this website to work.
post

Marx versus Mazzini

Dirk Rochtus8/7/2015Leestijd 2 minuten

Nationalisme een progressieve idee? Twee denkers met elkaar in de clinch.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De aandacht van de Britse historicus Mark Mazower (°1958) gaat vooral uit naar de rol die nationalisme en imperialisme spelen in de geschiedenis van Europa. Dat blijkt bijvoorbeeld uit zijn boek over Salonica (het hedendaagse Thessaloniki) waar christenen, moslims en joden eeuwenlang samenleefden. In een ander lijvig werk beschrijft Mazower hoe de nationaalsocialisten het bezette Europa tot een ‘Großreich’ onder Duitse leiding wilden omvormen. Van recentere datum is zijn boek ‘Governing the World’ over de strijd voor meer orde en beter bestuur in een gevaarlijke ‘anarchische’ wereld.

Gemeenschapsgevoel

De relatie tussen nationalisme en ‘het internationale’ belicht Mazower aan de hand van het ideologische dispuut tussen de Italiaanse politicus Giuseppe Mazzini (1805-1872) en de Duitse denker Karl Marx (1818-1883). Mazzini ijverde onvermoeibaar voor de eenmaking van Italië en zag de vrede gewaarborgd in een internationale gemeenschap van democratische natiestaten. Het liberale nationalisme van Mazzini vertoonde wegens zijn gerichtheid op Europa ook een internationaal karakter. Voor Mazower schuilt daarin het bewijs dat het principe van de ‘nationaliteit’ en het geloof in internationale harmonie zeker in de 19de eeuw niet met elkaar botsten. Volgens Mazzini was de mensheid het best gediend met het collectief strijden voor de natie. Wegens haar gemeenschapsgevoel was de natie immers verheven boven een ‘ouderwets kosmopolitisme’ dat draaide rond het individu [1]. Maar in de jaren ’40 van de 19de eeuw begonnen socialistische denkers met de theorie van de strijd tussen Kapitaal en Arbeid en de klemtoon op de emancipatie van de werkende klasse die opvatting over het nationalisme te bedreigen. Waar Mazzini geloofde in de emancipatie van het volk binnen het bestaande kapitalistische systeem en van de volkeren op basis van internationale samenwerking, noemde Karl Marx in een speech in Londen in 1847 de ‘brotherhood of nations’ een ‘holle frase die vandaag de dag op de lippen van alle bourgeois partijen ligt’ [2]. Het republicanisme van Mazzini zou door de ontkenning van de klassenstrijd leiden tot een ‘andere vorm van bourgeois despotisme’ [3]. Net de overwinning van het proletariaat zou volgens Marx de nationale en industriële conflicten oplossen die vijandigheid tussen de volken creëerden.

Bouwstenen

Mazower ziet drie redenen waarom de opvattingen van Mazzini over het nationalisme als weldoende, vredescheppende doctrine aan aantrekkingskracht inboetten. Met de oprichting van het Duitse Rijk in 1871 ontstond er een ‘Reichsnationalismus’ dat de argwaan van de buurlanden zou opwekken. Mazzini bleef ook het antwoord schuldig op de vraag hoe zijn nationalisme toegepast kon worden op de etnisch gefragmenteerde regio’s in oostelijk Europa. Daarmee hing een economische problematiek samen: het nationalisme creëerde in het geval van Duitsland en Italië grote staten en grote markten, en in het geval van Centraal- en Oost-Europa kleine, economisch nauwelijks leefbare staatjes. Wat Marx en Mazzini wel gemeen hadden volgens Mazower, was hun geloof in de naties als de bouwstenen van de internationale orde, om het even hoe die er moest gaan uitzien [4].

 

[1] Governing the world : the history of an idea, Penguin Press 2012, p. 49.

[2] Ibid., p. 53.

[3] Ibid., p. 59.

[4] Ibid., p. 53.

Dit artikel verscheen als voorwoord in de Mededelingen nr. 48 van het ADVN (www.advn.be)

Fot: Mazzini  (bron: www.fineartamerica.com)

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties