Onderhandelaars van het Europees Parlement en de Europese Raad hebben dinsdagnacht een akkoord bereikt over een bijzonder ambitieus en verregaand plan voor de verplichte uitbouw van een grootschalig oplaadnet voor elektrische auto’s. Opvallend genoeg blijft dat plan redelijk vaag over de massale – en levensnoodzakelijke - uitbreiding van de netcapaciteit. Tegen eind 2027 moet er langsheen de snelwegen in de volledige EU – eventueel met uitzondering van enkele dunbevolkte gebieden of eilanden – om de zestig kilometer een laadstation voor…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Onderhandelaars van het Europees Parlement en de Europese Raad hebben dinsdagnacht een akkoord bereikt over een bijzonder ambitieus en verregaand plan voor de verplichte uitbouw van een grootschalig oplaadnet voor elektrische auto’s. Opvallend genoeg blijft dat plan redelijk vaag over de massale – en levensnoodzakelijke – uitbreiding van de netcapaciteit.
Tegen eind 2027 moet er langsheen de snelwegen in de volledige EU – eventueel met uitzondering van enkele dunbevolkte gebieden of eilanden – om de zestig kilometer een laadstation voor elektrische wagens komen. Voor vrachtwagens en bussen moet er tegen 2028 elke 120 kilometer een laadstation komen, minstens langs de helft van de Europese hoofdwegen. Daarnaast houdt de EU voorlopig ook de deur op een kier voor waterstof als alternatief voor de huidige fossiele brandstoffen, al is het uitgestippelde traject daarvoor een stuk minder dwingend. Vulstations voor auto’s op waterstof moeten pas tegen 2030 langs de Europese snelwegen verrijzen, en ook maar om de tweehonderd kilometer. Daarnaast wil Europa de komende jaren ook inzetten op laadstations voor walstroom in de grote havens, zodat ook de binnen- en zeevaart op termijn van de vervuilende zware stookolie af kan.
Remmend gebrek aan laadpalen
De nieuwe regelgeving kadert in het het Fit for 55-pakket, dat in een eerste fase de uitstoot van broeikasgassen in de EU met minstens 55% wil verminderen tegen 2030. Volgens het Europese Milieuagentschap was de transportsector in 2019 verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de totale Europese CO2-uitstoot. 71 procent daarvan zou afkomstig zijn van het wegvervoer.
Het Nederlandse Europarlementslid Caroline Nagtegaal (VVD) omschreef het politieke akkoord dan ook als cruciaal voor de verdere verduurzaming van het wegtransport in Europa. ‘We moeten eerlijk zijn: naast de prijs van de elektrische wagens werkt vooral het gebrek aan laadpalen vandaag nog bijzonder remmend naar de consument toe. Een rapport van de Europese Rekenkamer, dat zwart op wit bevestigde dat de uitrol van die laadinfrastructuur in de EU bijzonder traag verloopt, legde onlangs nog eens de vinger op de wonde. In die zin is de nieuwe regelgeving voor ons overigens ook geen eindpunt: de dwingende doelstellingen die we nu hebben bepaald, zijn niet meer dan het strikte minimum.’
In de deal worden voor de laadpunten ook kwalitatieve vereisten bepaald: ze moeten zeer laagdrempelig en consumentvriendelijk zijn, uitgerust met snelladers en noodknoppen, en afgestemd op alle mogelijke moderne betalingssystemen.
Duwtje in de rug
Dat er in Europa – en niet in het minst in ons land – qua laadinfrastructuur nog véél werk aan de winkel is, is een eufemisme. Mobiliteitsorganisatie Touring telde in augustus vorig jaar net iets meer dan 7.000 publieke laadpalen in België. De hoofdmoot daarvan, net geen 6.000, vind je langs Vlaamse wegen. In Wallonië zijn er amper 500. Ter vergelijking: Nederland telt er intussen al zowat 90.000.
Volgens Caroline Nagtegaal, die daarover geen exacte cijfers ter beschikking had, zou het aantal laadpalen in de hele EU vandaag oplopen tot zowat 225.000. ‘Binnen twee jaar zouden dat er al minstens viermaal zoveel moeten zijn’, klinkt het. ‘Daarvoor rekenen we in eerste instantie op de de markt, maar vermits net die infrastructuur vandaag een belangrijke remmende factor is kan het geen kwaad dat Europa op dit vlak de energietransitie een extra duwtje in de rug geeft.’
Met het oog daarop stelt de EU nu overigens ook een budget van 1,5 miljard euro beschikbaar, al gaf Nagtegaal zelf ook toe dat dit peanuts is in vergelijking met de vereiste investeringen.
Netcapaciteit overschreden
Minstens even cruciaal op dit vlak is natuurlijk de verdere uitbouw van de netcapaciteit in zowat heel Europa. Onder meer het Nederlandse kenniscentrum ElaadNL waarschuwde vorig jaar al dat de netcapaciteit in Nederland binnen drie jaar op minstens drieduizend plaatsen overschreden dreigt te worden als er daar nog extra laadpalen bijkomen. Ook de Nederlandse netbeheerder gaf toen aan dat er eerder zal moeten worden ingezet op ‘slim’ thuisladen – op momenten dat er weinig vraag is naar stroom dus – dan op nieuwe openbare laadpalen.
Veel verder dan de belofte dat de nieuwe laadinfrastructuur consumenten ook zal toestaan om zelf stroom op het net terug te plaatsen, kwamen de onderhandelaars van de Europese Raad en het Europees Parlement voorlopig evenwel niet. De bal ligt nu dan ook in het kamp van de lidstaten: zij moeten tegen begin 2025 een concreet plan op tafel leggen om een en ander uit te werken en te concretiseren.