JavaScript is required for this website to work.
Media

De toxische bedrijfscultuur van de Vlaamse media

Clickbait verloedert journalistieke mores

ColumnLode Goukens30/1/2022Leestijd 5 minuten

foto © Pixabay

Kwaliteitsmedia zoals Knack, De Morgen of De Standaard vervallen steeds meer tot persoonlijke aanvallen in hun berichtgeving.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Steeds meer observeer ik met plaatsvervangende schaamte de Vlaamse kranten en weekbladen. Ik heb een diploma als journalist, zelfs een master in de journalistiek. Ik heb jaren gewerkt als journalist en dat was lang de fijnste baan ter wereld. Daarnaast heb ik ook steeds over de sector of het métier geschreven (o.a. in de Journalist van de NVJ).

Verdiende rot weinig

Toegegeven het verdiende soms rot weinig en bij De Morgen ben ik boos opgestapt omdat ze meer dan een half jaar mijn honoraria niet betaalden en hoofdredacteur Yves Desmet dat tijdens een tête-à-tête over dit heikele punt niet de moeite vond om even zijn gsm opzij te leggen.

Zijn arrogante opmerking dat ie voor mij tien anderen kon vinden deed de deur dicht. De ene dag noemde de krant me nog ‘de Vlaamse Internet-goeroe’, de volgende jaren werd duidelijk dat ze bij de lancering van een nieuw ruim opgezet vakblad waar ik hoofdredacteur van was zelfs geen letter over hadden om dit te melden. Dat maandblad Network&Telecom werd een succes (vanaf het proefnummer break even) en de uitgeverij kreeg in de Internet-bubble zelfs een notering op de Brusselse beurs. Dit terzijde.

‘Modem’

In die periode (1994-2000) schreef ik vijf jaar lang een wekelijkse rubriek ‘Modem’ in Knack over oude en nieuwe media en daarnaast tal van multimedia specials (advertentiefuiken) of features. Zelden kwam ik zo’n professionele ploeg tegen. Hoofdredacteur Hubert Van Humbeeck en eindredacteuren Frans Vuga en Ben Herremans waren streng, leerrijk en vooral aimabel.

Ik liep daar als freelance broekje tussen coryfeeën zoals Rik Van Cauwelaert (die de rubriek later wegbezuinigde), Marc Reynebeau (in een bezemhok dat op een fort leek met wallen gebouwd van boeken) of Koen Meulenaere (die ik enkel op voetbalmatchen sprak op de perstribune) maar de belangrijkste herinnering is dat het stuk voor stuk gentlemen waren. Al klaagde de eindredactie dat ze meer werk hadden aan steken onder water tussen Draulans en enkele hoger genoemden uit de teksten halen dan met spelling of feitencontrole.

Over die hoffelijkheid en eindredactie wil ik het in dit persoonlijk commentaar hebben. Meer bepaald bij De Morgen en Knack anno 2022. Ik ben stilaan beschaamd om op mijn cv te vermelden dat ik als eerste in Vlaanderen over het Internet schreef in die krant en dat ik een rubriek deed in dat opinieweekblad.

Absoluut dieptepunt

Afgelopen weken bereikten beide media een absoluut dieptepunt in het genre van de ad hominem of de karaktermoord. Los van de toxische tweets van hoofdredacteur Bart Eeckhout van De Morgen die er vaak zover over zijn. De haat jegens centrumrechts tot extreemrechts of al wie direct of indirect geassocieerd wordt met rechts, zoals elke kritische stem op het covid-beleid is bijna tastbaar.

Los van de soms vermakelijke tirades van een Joël De Ceulaer. Los van die opiniestukken en tweets, duiken steeds meer onwelvoeglijke zaken op in de gewone berichtgeving. Het feit dat die door de eindredactie geraken doet vermoeden dat dit bewust en met goedkeuring van hoofdredactie en uitgever gebeurt.

Korte bloemlezing

Ik geef een korte bloemlezing. Peter Casteels in Knack bedong van de zieke onderzoeker en datawetenschapper Tijl De Bie een interview en maakte daar een nogal tendentieus verslag van gevolgd door een column ad hominem of zeg maar een karaktermoord. Enkel om af te kunnen geven op Vlaams Belang of N-VA blijkbaar. Nu was Casteels niet aan zijn proefstuk toe, eerder had hij al het uit de kast komen van de fractieleider van Vlaams Belang, Chris Janssens, geridiculiseerd en zelfs gebrandmerkt als plat politieke opportunisme.

Het tweede voorbeeld is van Joël De Ceulaer over arts en epidemioloog Luc Bonneux die hij in De Morgen een ‘kroegtijger’ noemde, die als een zatte nonkel wild loopt te schelden op Twitter. Ten eerste bleek dat feitelijk onjuist zoals Bonneux zich verweerde en ten tweede gewoon van laag allooi als karaktermoord. Het was ook journalistiek irrelevant. Droeg niks bij voor de lezer.

In het derde voorbeeld presteerde De Morgen het om de volgende zin in een artikel te publiceren: ‘Wij hielden – lees vooral mee, Lieven A. – de populairste theorieën tegen het licht van de wetenschap om na te gaan wat ervan klopt en wat niet’. Dergelijke ad hominem is ongepast, waarbij de hoogleraar Lieven Annemans in de zeer herkenbare stijl voor het niet publiceren van de naam van een verdachte in gerechtelijke berichtgeving wordt weggezet als een crimineel omwille van wetenschappelijke inzichten of persoonlijke opinies.

Fraaiste voorbeeld

Die uitwassen zijn echter geen losstaande voorvallen, maar passen binnen een toxische bedrijfscultuur in de media. Het fraaiste voorbeeld is een reeks tweets van Knack-journalist (ex-De Morgen) Walter Pauli: ‘Ik heb ‘Wintermanifest’ aandachtig gelezen (wat een woordenbrij). Mijn conclusie: een tekst van de verzamelde rechtse wetenschappers, aangevuld met een aantal nuttige idioten. Als ik enkele ondertekenaars beledigd heb: dat was precies de bedoeling, stel ijdeltuiten.’

Mijn eerste reactie was dat als bepaalde mensen me nog enigermate met Knack associeerden ik een probleem had. Wat moeten die mensen wel niet denken? Vroeger was de journalist een deftige meneer (ik parafraseer hier zowel Jan Blokker als Louis Heldring). Tegenwoordig lijkt een journalist eerder een lid van een politieke knokploeg.

Partizane provocatie

Nu is partizane provocatie blijkbaar de modus operandi geworden van de meeste media en dan zelfs vooral de zichzelf als kwaliteitsmedia profilerende media. Zo doet journaliste Samira Attilah bijna dagelijks op Twitter haar zelfbeklag over racisme, haatberichten en stalking door halvegaren. Haar hoofdredacteur Bart Eeckhout betuigt steeds online zijn witte ridderschap. Veel tweets lijken oprecht en ze zal wel veel bagger over zich heen krijgen. Andere tweets blijken duidelijk pure mythomanie zoals haar zeer vaag relaas over de racistische behandeling door de politie.

Het probleem is echter dat al die tweets fungeren als rode lap op een stier en deel uitmaken van de ‘street credibility’ van journaliste en redactie. Door dit telkens uit te spelen exploiteren ze een slachtofferschap en etaleren ze hun morele superioriteit. Eigenlijk etaleren ze vooral waar ze ideologisch staan en hoe fanatiek ze zijn. De lezer heeft daar nul komma nul boodschap aan. Anders kocht ie wel pamfletten of partijprogramma’s.

Banaal

Als je puur objectief naar de aantallen likes, retweets enzovoort kijkt dan valt pas op hoe banaal het allemaal is. Daarmee zeg ik niet dat twittertrollen en hun gedrag banaal zijn, maar dat de betrokkenen door dit biotoop te misbruiken juist helpen echte problemen van online haat of racisme te bagatelliseren. Ze leven zelf actief in die bubbel van haat en uitsluiting. Ze participeren wetens en willens aan het fenomeen. Mijn oma zei altijd: ‘om ruzie te maken moet je met twee zijn’.

Dat kranten of media zeer pervers omgaan met dit fenomeen illustreert het volgende voorval. De Standaard pakte met twee grote artikels over twee heel extreme figuren uit in haar weekendkrant. En bij het interview met Soumaya Majdoub troffen ze de roos. Het viel vooral op dat de quotes duidelijk gekozen waren in functie van clickbait.

Journaliste Marjan Justaert of de eindredactie of beiden weten verdomd goed dat bepaalde extreme uitspraken uit het genderdiscours niks te maken hebben met het wetenschappelijk werk van demografe Majdoub. Door haar afkomst en die controversiële uitspraken disproportioneel uit te venten, koos de krant doelbewust voor het uitlokken van een online zondvloed van haat, spot en afkeuring. Enkel en alleen om kranten te verkopen. Na een halve dag hetze op Twitter haalde de krant het artikel zelfs vanachter de paywall.

Lokaas of clickbait?

Ik heb hierbij een deontologische vraag: Gebruikte De Standaard Majdoub als lokaas om ranzige reacties te provoceren om zo kranten te verkopen? Was Soumaya Majdoub dus lokaas of clickbait? Gooide De Standaard haar bewust voor de trein? Volgens mij is het onderhand onderdeel van het business model van de cross-mediale krant of tijdschrift.

Dit handvol voorvallen op hooguit een week tijd wijzen op een toxische bedrijfscultuur bij de Vlaamse media. Het soort cultuur waar wij vroeger meewarig het Duitse schandaalblad of boulevardblad Bild mee associeerden. Het feit dat eindredacties niet ingrijpen, uitgevers en hoofdredacteuren geen mea culpa slaan of sanctioneren doet vermoeden dat ze mee in de slag zitten. De grote verliezer helaas is de lezer, gevolgd door de adverteerder.

Die laatste wil ook niet in straatgevechten betrokken raken. Die wil gewoon de lezer binnen een bepaalde demografische groep bereiken. Ik durf te wedden dat twittertrollen, intellectuele knokploegen en onbeschofte karaktermoordenaars daar niet bijhoren. Voor de mediakritiek binnen enkele decennia zal het allicht een boeiend onderzoeksveld zijn, tenminste als Knack of De Morgen dan nog bestaan of serieus genomen worden, want anders wil geen enkel promotor daar zijn tijd in steken.

Lode Goukens is master in de journalistiek. Zijn masterproef behandelde de journalistieke cartografie. Voordien was hij jaren beroepsjournalist en schrijver. Begonnen als officieel IBM multimedia developer in 1992 en één van de eerste professionele ontwikkelaars van DVD’s (dvd-authoring) schreef hij ook het eerste Belgische boek over het Internet in 1994. Hij behaalde ook al een master in de kunstwetenschappen en archeologie en een master filmstudies en visuele cultuur.

Commentaren en reacties