JavaScript is required for this website to work.
post

Meer kosten, minder service: wat is dat met die grootbanken?

Zijn er nog banken voor de consument?

Pieter de Jonge17/10/2021Leestijd 4 minuten

foto © Wikimedia Commons

Probeer nog maar eens geld te storten tegenwoordig. In Nederland kan dat niet eens meer bij de bank zelf! En er is meer…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een incident, afgelopen dinsdag. Mijn moeder is actief binnen een vereniging. U begrijpt waarom die anderhalf jaar inactief was. Vóór corona werd het al een opgave om geld te storten bij de bank. Een maximaal aantal stortingen per jaar ingevoerd. Dinsdag wilde ze voor het eerst weer geld storten. Geld storten kon al niet meer aan de balie, dat moest via een automaat. Blijkt de automaat niet meer aanwezig! Storten moet nu in winkels. Papiergeld bij het plaatselijke filiaal van een boekhandelketen, muntgeld bij een doe-het-zelfketen. Een bank die geen geld wil ontvangen?

Drie grote banken

Nederland telt drie grote banken: ING, ABN Amro en de Rabobank. Sinds mensenheugenis alle drie vertegenwoordigd in mijn woonplaats. Tijdens corona verdween een daarvan. Een tweede staat er nog, maar je kunt er niet meer zo binnenlopen. Eerst afspraak maken. Bij de derde kan niet meer gestort worden. Sluit binnenkort ook? Mijn woonplaats heeft 40.000 inwoners. Het grenst direct aan een andere woonplaats, 15.000 inwoners. Er zijn straten waar de ene kant bij de ene plaats hoort en de overzijde bij de andere. Toch houden de grote banken geen filialen aan.

In het dorp waar mijn moeder opgroeide zijn geen banken meer. Winkeliers en ondernemers moeten hun geld in een ander dorp deponeren. Kantoren zouden niet langer nodig zijn, omdat mensen tegenwoordig internetbankieren. Een ontwikkeling aangemoedigd door diezelfde banken. Vaak genoeg gezegd tegen een bankmedewerker: “Door mij te wijzen op internetbankieren, helpt u uw eigen functie overbodig maken”.

Hoe vaak zag ik een bank vanbinnen? Een keer per jaar, twee? Dan wachtte ik vijf minuten, vervolgens 5 minuten aan de balie. Vrijwel altijd schoot mij daar een vraag te binnen. Ook geregeld. Bel ik de bank, sta ik tien minuten in de wacht. De tweede vraag blijkt voor een andere afdeling, dus opnieuw bellen. Waar zit voor mij de tijdwinst? Wat afgedaan wordt als nostalgie. Hoe zit het met berichtgeving dat banken kleine ondernemers niet langer willen financieren? Voor een internationaal opererende bank zal het midden- en kleinbedrijf niet interessant zijn. Laat het merendeel van de ondernemingen in die categorie vallen.

Postbank

Vroeger was het aanbod ruimer. Naast zakenbanken bestonden consumentenbanken. Veel landen hadden ook een staatsbank, in ieder geval voor consumenten. En er waren coöperatieve banken: geen aandeelhouders, maar leden. Nederland had ooit een staatsbank. Die werd verzelfstandigd: de Postbank. Postbank werd onderdeel van ING, naast bank ook verzekeraar. Binnen hetzelfde concern bleven de twee banken aanvankelijk naast elkaar bestaan. In de eerste helft van de jaren ’00 werden nog reclamespotjes gemaakt met een keur aan bekende Nederlanders, waaronder Jan Mulder.

Op de markt zouden consumenten beslissingsmacht hebben. De Postbank had meer dan 7 miljoen rekeninghouders, ING nog geen 2 miljoen. Toch werd de Postbank opgeheven en het klantenbestand toegevoegd aan ING. Iets met ‘ING is internationaal, Postbank bestaat alleen in Nederland’. Zonde van het Postbankreclamebudget.

Rabobank, de coöperatieve bank

Het idee achter coöperatief bankieren, zoals uitgewerkt door Friedrich Wilhelm Raiffeisen, was dat als burgers hun spaargeld samenvoegden, ze niet meer afhankelijk waren van woekeraars. Nederland kreeg twee zulke banken, de protestantse Raiffeisenbank in het noorden en de katholieke Boerenleenbank in het zuiden. Overwegend boeren als klant. In de jaren zeventig gefuseerd tot Rabobank.

Het coöperatieve karakter bleef. Dat vormde de spil in een reeks reclamespots van 2003 tot 2006. Die draaiden om bankmedewerker Jochem de Bruin. In de eerste spot legde hij op een congres uit dat het bij de Rabobank ‘niet om winst draait’. Hilariteit alom! Maar de zaal verstomde zodra Jochem alle wapenfeiten opsomde. ‘De enige bank ter wereld met een triple A rating’.

Ander feitje, zelfde filmpje: grootste met internetbankieren in Europa. Aanvullend fragment, twee Britse bankiers: “Europe, that doesn’t include us, does it?” In een later filmpje nam Jochem nadrukkelijk afstand van banken die bedrijven gelijk failliet verklaren, in plaats van te helpen met overleven.

Derivaten

Na drie jaar was de acteur uitgekeken op de rol. In plaats van een nieuw typetje, werd een Bekende Nederlander aangetrokken, oud-hockeyspeelster Fatima Moreira de Melo. Nooit werd duidelijk wat haar kenmerkend maakte voor de Rabobank. Zij kon evengoed reclame maken voor een andere bank.

Ook de Rabobank zadelde ondernemers op met derivaten. In landbouwkringen staat ‘RABO’ inmiddels voor ‘Ruimt Alle Boeren Op’. Ooit was het ‘thuisbank’ voor CDA’ers (christendemocraten). Barbara Baarsma, een mediagenieke econoom met D66-sympathieën (links-liberaal), werd per 2019 directeur in Amsterdam. Volgens haar wil de bank boeren verplichten duurzaam te worden. In 2016 werden de plaatselijke verenigingen opgeheven, om van de bank een centraal geleide organisatie te maken.

Minder service

Banken sluiten hun kantoren. Klanten moeten hun zaken zelf regelen. Zij doen het werk. Toch verhogen banken de tarieven om een bankrekening aan te houden. Geld op een spaarrekening wordt belast. De Nederlandse belastingdienst gaat sinds 2001 uit van een rendement van 4% uit sparen en beleggen. Sedert de kredietcrisis ontvangen klanten vrijwel geen rente. Feitelijk wordt geld op de bank minder waard.

Bij de Rabobank betalen ondernemers als ze biljetten van 200 euro willen storten. Opeens mag Europa breed hooguit 5000 euro contant betaald worden. Gepleit voor het afschaffen van biljetten van 200 en 100 euro. Opeens staat er boete op contant geld opnemen. Niet dat ik ooit 5000 euro contant in mijn hand had. Maar wat zit banken dwars? Dat criminelen contant betalen? Of dat contante betalingen buiten de bank om kunnen – wat slecht is voor hun verdienmodel?

Ezel, steen?

Naar maar waar: de kredietcrisis van 2007-2008 kwam door de banken. Omwille van winst op korte termijn werden risico’s op lange termijn genegeerd.

Vanaf de jaren tachtig en negentig was de particuliere sector alles. Overheden moest vooral niet in de weg zitten. Diezelfde overheden mocht de banken te hulp schieten toen ze zichzelf in de problemen brachten. ABN Amro is nog steeds deels in handen van de Nederlandse staat. Maar ze lijkt zich alweer te gedragen als vóór de kredietcrisis.

Politici en opiniemakers stellen het vaak simpel voor. ‘Links = staat reguleert de economie, rechts = economie moet vrij zijn’. Wie verder kijkt, ziet nuance. Links verschilt van mening over de mate waarin de staat mag ingrijpen. Rechts verschilt van mening hoe vrij de markt mag zijn.

Geen vrije markt zonder vrije keuze

Voor nu: vrijhandel vereist keuzevrijheid. Zijn er twee bakkers, kan de klant kiezen bij wie die koopt. Gaat niet bij monopolie.

Niemand ontvangt salaris, pensioen of uitkering zonder bankrekening. Burgers kunnen enkel nog kiezen uit een beperkt aantal grootbanken. Consumentenbanken, al dan niet coöperatief of in staatshanden, zijn er niet meer. Welk belang heeft een internationale grootbank bij een kinderspaarrekening? Wie geld uitleent aan multinationals of hele staten, wat moet die met middenstanders?

Er leek een nieuwe bank te komen voor burgers en plaatselijke ondernemers. Duurde nog geen maand.

Ook binnen rechts-liberalisme en conservatisme is het mogelijk dat overheden ingrijpen in de economie als de particuliere sector niet wil. Geen voorkeur, wel mogelijk. Pim Fortuyn maakte onderscheid tussen nutsbedrijven en overige bedrijven. Nutsbedrijven zijn er niet voor winstmaximalisatie, maar voor dienstverlening aan burgers en samenleving. In Nederland ziet het midden- en kleinbedrijf inmiddels graag een staatsbank.

Zodra er een consumentenbank komt, stap ik over. Mag ook van de staat zijn.

Pieter de Jonge is historicus. Hij publiceert regelmatig op www.historiek.net en is Nederland-correspondent voor Doorbraak.be.

Commentaren en reacties