Mislukking in Moskou
25 jaar geleden liep de staatsgreep in Rusland met een sisser af
De Oost-Duitse communist Hans Modrow haalt herinneringen op en ergert zich over de vranke houding van Angela Merkel tegenover Rusland
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen staatsgreep die mislukt, het heeft iets pijnlijks. Degene die er zich aan waagden, worden met hoon en spot beladen en dragen voor de rest van hun dagen het stempel van ‘landverrader’. De mislukte putsch van 15 juli 2016 in Turkije vormt daar een duidelijke illustratie van. Geen aandacht besteedden de media eraan dat het op 19 augustus 2016 precies een kwarteeuw geleden was dat een groep die zichzelf ‘staatscomité voor de noodtoestand’ noemde, geprobeerd heeft de macht te grijpen in Moskou. Michail Gorbatsjov, president van de Sovjet-Unie en secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, bracht in augustus 1991 zijn vakantie door op de Krim. Daar werd hij van 18 tot 21 augustus vastgehouden en geïsoleerd door de putschisten omdat hij weigerde zijn toestemming te geven voor het uitroepen van de noodtoestand en de macht over te dragen aan vicepresident Gennadi Janajew.
Vrees
Wat had het ‘staatscomité’ bestaande uit verschillende ministers, generaals en hooggeplaatste partijkaders en functionarissen tot de putsch bewogen? Gorbatsjov had het jaar daarvoor voorgesteld om de Sovjet-Unie tot een confederatie of ‘Unie van Soevereine Staten’ om te bouwen. Op 23 april 1991 hadden de Centrale Regering in Moskou en negen republieken die deel zouden uitmaken van die Unie een ‘Gemeenschappelijke Verklaring over het voortbestaan van de Sovjet-Unie’ ondertekend. Tegen augustus hadden de republieken – met uitzondering van Oekraïne – het verdrag geratificeerd. De plechtige ondertekening ervan zou op 20 augustus 1991 plaats vinden in Moskou. De putschisten nu vreesden dat enkele kleinere republieken zoals de Baltische staten zich zouden afscheuren en hun onafhankelijkheid zouden uitroepen.
Verzet
De dag voor de geplande ondertekening van het verdrag wilden ze de macht naar zich toe trekken in Moskou, terwijl ze Gorbatsjov gegijzeld hielden in zijn vakantieverblijf. De putschisten probeerden het ‘Witte Huis’, de zetel van de Opperste Sovjet van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (RSFSR), in te nemen. De bevolking weerde de aanval af op het gebouw, van waaruit Boris Jeltsin, president van de RSFSR, het verzet leidde. Vele mensen demonstreerden in Moskou en Leningrad tegen het ‘staatscomité’. Dat de staatsgreep definitief mislukt was, bleek op 21 augustus toen het merendeel van de strijdkrachten zich solidair verklaarde met de demonstranten. Gorbatsjov zelf trad op 24 augustus af als secretaris-generaal van de partij. De plannen voor een confederatieve Unie van Soevereine Staten werden opgeborgen, in plaats daarvan verklaarden verschillende niet-Russische deelrepublieken zich één na één onafhankelijk. Op 8 december 1991 ondertekenden de leiders van Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland het Akkoord van Minsk ter oprichting van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). De vlag van de Sovjet-Unie werd voor het laatst gestreken op 25 december 1991.
Déjà vu
Wat er afgelopen maand in Turkije gebeurde, roept een déjà vu-gevoel op. Ook toentertijd in Moskou: een president die het systeem wilde hervormen (nu: Erdoğan die een presidentieel systeem nastreeft), voormalige vertrouwelingen die in opstand komen (nu: Erdoğan die sympathisanten van zijn oude compagnon de route Gülen ‘wegzuivert’ omdat hij hen ervan verdenkt achter de putsch te zitten); een politicus die het volk oproept te demonstreren (idem dito Erdoğan ), militairen die loyaal blijven aan de president (idem dito in Turkije).
Winnaar
Over de augustusputsch is al veel inkt gevloeid. Interessant is het om een ooggetuige, Hans Modrow (°1928), aan het woord te horen in de marxistische krant Junge Welt. Modrow was van november 1989 tot april 1990 minister-president van de Duitse Democratische Republiek (DDR) en vervult vandaag nog altijd een belangrijke rol binnen de links-radicale partij ‘Die Linke’. In augustus 1991 was Modrow ook op vakantie op de Krim. Terwijl hij tien jaar daarvoor in Polen had meegemaakt hoe de militairen alle macht hadden overgenomen, merkte hij er deze keer in Rusland, op de Krim, niets van. De putschisten hadden zich slecht voorbereid, ze hadden op Gorbatsjov zitten inpraten, maar van een machtswissel was geen sprake. Een echte machtsstrijd vond niet plaats omdat geen van de protagonisten – Gorbatsjov en Janajev – op steun bij de partij en de bevolking kon rekenen. Het was uiteindelijk Jeltsin die het laken naar zich toetrok. Uit de mond van een commandeur van het Rode Leger kreeg Modrow later het volgende te horen: ‘Ze zaten allemaal in één trein. Toen de snelheid afnam, sprong Gorbatsjow eraf en reden de anderen zonder hem verder. Er was slechts één winnaar, en dat was Jeltsin.’
‘Hete oorlog’
Volgens Modrow hebben Gorbatsjov en Jeltsin het einde van de Sovjet-Unie bespoedigd en daar zou het Westen baat hebben gehad. Vandaag staan we aan de rand van een ‘heißer Krieg’, een ‘hete oorlog’. Modrow vindt dat het huidige Duitsland zich onverantwoordelijk opstelt tegenover Rusland. Dat een bondskanselier als Angela Merkel meegaat in het verhaal van ‘druk, militaire manoeuvres en bedreigingen’ tegenover Rusland, dat had Modrow zich tot enkele jaren geleden niet kunnen voorstellen. Modrow spreekt hier natuurlijk als een man die in de DDR opgegroeid is met het geloof in een Rusland dat een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de overwinning op nazi-Duitsland, een Rusland dat als Sovjetstaat voor hem als Duitse communist de belofte van een betere wereld inhield. Maar afgezien van ideologische beschouwingen heeft de geschiedenis ons wel geleerd dat het Duitsland voor de wind ging zolang het goede betrekkingen onderhield met Rusland, onder welk regime ook. Toen Duitsland 75 jaar geleden een andere weg insloeg, veranderde die wind in een storm die de Duitse natie haast wegveegde.
Foto: (c) Reporters
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Albrecht Mendelssohn Bartholdy, kleinzoon van de grote componist, werd 150 jaar geleden geboren. Als jurist zette hij zich in voor vrede en verzoening.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.