Moord in Madrid
De gruwelijke dood van een Belgische diplomaat precies 80 jaar geleden in Spanje beïnvloedde ook de buitenlandse politiek van België
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWandelen langs oude grafmonumenten vormt een les in deemoed bij het overdenken van vergane glorie, een verstillende les ook in geschiedenis. Op een mooie lentedag dwaalde ik over het kerkhof van Laken en stootte er op het graf van een jonge diplomaat die tachtig jaar geleden een wrede dood stierf. Vergeten is hij al lang, en toch veroorzaakte zijn dood heel wat ophef toentertijd en leidde ze tot het ontslag van een invloedrijke minister en vicepremier in de Belgische regering.
Opstand
Jacques de Borchgrave, zo heette de Belgische baron die op 2 februari 1902 geboren werd en in de voetsporen trad van zijn vader Emile, een diplomaat. Begin jaren ’30 was hij in Spanje ook nog werkzaam geweest als de locale vertegenwoordiger van Mercedes-Benz. Op het moment dat de Spaanse burgeroorlog uitbrak, in juli 1936, vertegenwoordigde Jacques de Borchgrave in Madrid als diplomaat het Koninkrijk België. De opstand van generaal Franco tegen de Spaanse premier Francisco Largo Caballero, het hoofd van een socialistisch/republikeins coalitiekabinet, confronteerde vele buitenlandse regeringen met de vraag hoe ze zich tegenover Spanje moesten opstellen. Frankrijk en Groot-Brittannië braken een lans voor een politiek van non-interventie omdat ze anders vreesden voor een wereldoorlog. Enkele dictatoriaal bestuurde landen trokken zich daar niets van, geleid als ze werden door ideologische voorkeuren. Het fascistische Italië en het nationaalsocialistische Duitsland steunden Franco, de Sovjet-Unie schoot de Spaanse republiek ter hulp.
Spanningen
België volgde de Frans-Britse ‘aanbevelingen’. Niet-interventie lag in de lijn van de terugkeer naar de neutraliteit, de zogenaamde ‘zelfstandigheidspolitiek’ die de socialist Paul-Henri Spaak, de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, al op 20 juli 1936 in een toespraak tot de Unie van de Buitenlandse Pers in Brussel had bepleit met de woorden ‘(…) j’ai décidé d’oublier complètement mes préférences pour tel ou tel système politique, économique ou social. (…) Je ne veux qu’une chose, une politique étrangère exclusivement et intégralement belge’. Dat Spaak op 24 november 1936 de keuze van België voor een niet-interventiebeleid ten opzichte van Spanje bevestigde, leidde tot spanningen binnen de Belgische Werkliedenpartij. Terwijl hij steun van minister van Financiën Hendrik De Man kreeg, vonden andere partijgenoten zoals professor internationaal publiekrecht Henri Rolin en minister van Volksgezondheid Emile Vandervelde dat er moest opgetreden worden tegen de fascistische dreiging.
Moord
Jacques De Borchgrave zou een radertje worden in het mechanisme van de spanningen die de Spaanse burgeroorlog veroorzaakte zowel in de diplomatieke betrekkingen tussen België en Spanje als binnen de schoot van de Belgische regering Paul Van Zeeland II. Nadat hij op 20 december 1936 de Belgische ambassade in Madrid had verlaten, werd hij niet meer levend teruggezien. Een week later werd zijn onherkenbaar verminkte lijk teruggevonden in een massagraf. Volgens de regering Caballero zouden de (linkse) Internationale Brigades de Belgische diplomaat geëxecuteerd hebben op verdenking van spionage voor Franco. De regering Van Zeeland slikte deze beschuldiging niet en eiste officiële excuses en schadevergoeding vanwege de Spaanse republikeinse regering. Het kwam uiteindelijk in 1938 tot een rechtszaak in Den Haag, maar omdat er geen bewijzen konden gevonden dat de regering Caballero verantwoordelijk zou zijn voor de moord, staakten beide regeringen de procesgang. Ook binnen de Belgische regering was het hommeles. Pas eind januari 1937 besloot de ministerraad de rekrutering van vrijwilligers voor zowel het rechtse als het linkse kamp in Spanje te verbieden. En dat deed ze omdat, zoals professor Rik Coolsaet in zijn standaardwerk over ‘België en zijn buitenlandse politiek’ schrijft, Spaak door de Belgische conservatieve pers moreel medeplichtig werd bevonden aan de moord op Jacques De Borchgrave. Op zijn beurt verweet Spaak zijn collega Vandervelde zich veel te veel met Spanje te hebben ingelaten wat indruiste tegen de zelfstandigheidspolitiek van België. Daags na de ministerrraad van 25 januari diende Vandervelde zijn ontslag in.
Stof
Heel die turbulente geschiedenis komt je weer voor de geest als je staat aan het graf van Jacques de Borchgrave. Het politieke stof is al lang gaan liggen, stilte omhult het portret van de jonge, gruwelijk vermoorde diplomaat.
foto:
Graf van Jacques de Borchgrave in Laken © Dirk Rochtus
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.