Ik ben ontslagen. Uit het ziekenhuis wel te verstaan. Dat is namelijk een plek waar flink wordt gewerkt. Al is dat dan voornamelijk op de zenuwen. Dat begint al vroeg in de ochtend met luid gehamer in de gang. Verbouwingen, dacht ik eerst, maar het bleek te gaan om een verpleger die de pillen voor de patiënten in stukjes hamerde. Sommige medicijnen zijn namelijk te groot voor patiënten met slikproblemen en moesten dus op middeleeuwse wijze met een hamer tot…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Ik ben ontslagen. Uit het ziekenhuis wel te verstaan. Dat is namelijk een plek waar flink wordt gewerkt. Al is dat dan voornamelijk op de zenuwen.
Dat begint al vroeg in de ochtend met luid gehamer in de gang. Verbouwingen, dacht ik eerst, maar het bleek te gaan om een verpleger die de pillen voor de patiënten in stukjes hamerde. Sommige medicijnen zijn namelijk te groot voor patiënten met slikproblemen en moesten dus op middeleeuwse wijze met een hamer tot hapklare brokken herleid. Het spreekt voor zich dat dat om half zeven in de ochtend dient te gebeuren, gevolgd door het gekwetter van verplegers die elkaar op de gang luidkeels op de hoogte houden van de gebeurtenissen in hun privé leven.
Als je pech hebt is dat niet de eerste keer dat je ruw uit je slaap wordt gerukt. Hier deel je de kamer namelijk met een andere patiënt. Zo werd er op een avond Pedro binnen gerold samen met alle machinerie die erbij hoorde. Pedro kwam regelrecht van de intensieve zorgafdeling en had er eigenlijk ook nog een tijd moeten blijven. De arme man was er erg aan toe en zijn machines piepten en bliepten de hele nacht door, tot de verplegers binnenstormden, het licht in de kamer aanstaken en zich over de onfortuinlijke Pedro ontfermden .’s Ochtends moest Estrella nog de verpleging roepen omdat zijn aerosol-masker over zijn oog was gezakt. De wolken aerosolen vertroebelden zijn gezicht zo dat het leek alsof Pedro uit een fresco van in het Vaticaan was gestapt. Hij wees met één hand omhoog alsof hij God wilde aanraken zoals in ‘de schepping van Adam’ van Michelangelo.
Opblaasbare matras
Pedro kreeg ook een opblaasbare matras die zichzelf elke drie minuten minuten automatisch bij pompte door een generator die vlak naast mijn bed stond. Nu kon ik geen oog meer dicht doen en ik werd stilaan dol van het gebrek aan slaap. Uiteindelijk verkasten ze Pedro naar een andere kamer nadat Estrella in een Spaanse colère en op hoge poten naar de directie was gegaan. Toen kregen we het gezelschap van Joao, een immer klagende Portugees in het gezelschap van zijn twistzieke Spaanse vrouw Carmen. We belandden van de regen in de drop want Joao en Carmen konden onmogelijk leven zonder hun schetterende televisie. De domste programma’s passeerden de hele dag de revue, tot diep in de nacht. Het was kortom onmogelijk om rust te vinden in het ziekenhuis, terwijl mijn geteisterde brein net dát nodig had.
Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik sinds mijn beroerte enorm gevoelig ben voor geluidsoverlast. Toen ik nog op de spoedafdeling lag had mijn dochter me een hoofdtelefoon met ‘noise cancelling’-functie gekocht, een geschenk uit de hemel. Ik ben de eerste weken doorgekomen met de rustgevende cellosuites van Bach (in de uitvoering van Pieter Wispelwey, niet die van de vaak overroepen Yo Yo Ma) Later vertelde mijn dochter me dat ze samen met mij liedjes zong, toen ik op intensieve zorgen lag en het niet goed met me ging. ‘Always look at the bright side of Life’ uit de Monty Python-film The life of Brian zat in het repertoire, al sloeg ze stukken tekst over die iets te confronterend waren op dat moment. Zoals: ‘For life is quite absurd, and death’s the final word.’
Ik veronderstel dat het een bizar gezicht moet zijn geweest, daar bij intensieve zorgen, want ik bewoog ook mijn voeten mee op de maat, net zoals Eric Idle in de film. Een verpleegster vertelde me later dat ze ons daardoor goed herinnerde. Ik vroeg mijn dochter ook om me ‘dat nummer te spelen met die banjo’ van die Amerikaanse groep die ik had leren kennen via haar vriend Louis. Wist ik veel dat het nummer “In hell I’ll be in good company’ heette.De groep heet The Dead South en het nummer heeft een tekst die schokkend kan zijn voor wie niet uit het diepe zuiden van de VS, of zuid-west Vlaanderen, komt.