Natallia Hersche: ‘Ik herkende mezelf in de Goelag Archipel’
Anderhalf jaar in Wit-Russische strafkampen en gevangenissen
Natallia Hersche, na 17 jaar strafkamp en gevangenis weer vrij, thuis in Zwitserland.
foto © Hersche
De Zwitserse Wit-Russin Natallia Hersche zat meer dan 17 maanden in strafkampen en gevangenissen in Wit-Rusland. Nu is ze vrij en kan praten.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Zwitserse Wit-Russin Natallia Hersche zat sinds september 2020 meer dan 17 maanden lang in verschillende kampen en gevangenissen in Wit-Rusland. Vanuit Sankt Gallen waar ze al 12 jaar woonde, kwam ze na het begin van de protesten naar aanleiding van de vervalste presidentsverkiezingen naar haar geboorteland. Tijdens de toenmalige traditionele vrouwenmars in Minsk op zaterdag 19 september 2020 trok ze tijdens een charge van de politie aan een bivakmuts van een agent en probeerde te vluchten. Ze werd opgepakt en in december van datzelfde jaar op basis van een getuigenverklaring van de agent in kwestie tot 2,5 jaar strafkamp veroordeeld. Een gesprek over haar ervaringen, Wit-Rusland en waarom Loekasjenko niet met troepen deelneemt aan de oorlog in Oekraïne.
De ordebewaarder eiste bovendien een schadevergoeding omdat buren zijn gezicht zouden hebben herkend. Een jaar na het oordeel wijzigde de rechter de plaats van detentie van strafkamp naar een gevangenis. Dit rechterlijk besluit betekende een verslechtering van de omstandigheden voor Hersche die zich eerder veelvuldig bij de kampleiding had beklaagd over verschillende misstanden. Ook ging ze viermaal in hongerstaking en weigerde pertinent een verzoek om gratie aan Aleksandr Loekasjenko te schrijven. Hoewel ze deelnam aan de werkzaamheden in het naaiatelier, weigerde ze principieel uniformen voor politie te maken. Hiervoor belandde ze enkele weken in een strafcel, een ervaring die haar gezondheid flinke schade berokkende. Dankzij de inspanningen van de Zwitserse diplomatie kwam de 52-jarige uiteindelijk op 18 februari van dit jaar vervroegd vrij.
Wat was de eerste gedachte die u had toen u terug was op Zwitserse bodem?
Natallia Hersche: ‘Dat ik vrij ben. Overal mensen in burgerkleding die niets weten over het gevangenisleven. En ik sta hier. Ik kom uit een andere wereld. Het overweldigende gevoel dat alles ineens anders was.’
Koning Loekasjenko
Wat denkt u, was voor het regime de belangrijkste reden om u vrij te laten?
‘De nieuwe Zwitserse ambassadeur in Wit-Rusland kwam haar geloofsbrieven overhandigen aan de Wit-Russische Minister van Buitenlandse Zaken. Dat interpreteerde Loekasjenko kennelijk als een stap in de richting van een dialoog. Maar het was ook een gelukkig toeval dat de ene ambassadeur vertrok en een nieuwe kwam. In principe verliep alles volgens protocol. Een Zwitserse minister had ook gezegd dat Zwitserland niet de regering in Minsk erkent, maar de staat Wit-Rusland. Daarom wordt de dialoog in stand gehouden.’
En die gebeurtenis streelde de ijdelheid van Loekasjenko en op die manier gaf hij bevel tot uw vervroegde vrijlating?
‘Tsja, wie zal het zeggen. Misschien wel.’
Dus in principe zit hij daar als een koning en beslist: dat vind ik leuk, dat niet, dat gaan we doen, dat niet…
‘Ja, zo lijkt het inderdaad te zijn. Toen ik in het strafkamp in Homel zat, kregen alle politieke gevangenen een brief waarin stond dat ze een verzoek om gratie aan de president moesten indienen en dan met 100% zekerheid direct zouden vrij komen. Ik heb gehoord dat er 650 veroordeelden zo’n verzoek indienden. Ik veroordeel die mensen in geen geval, maar ik heb er niet aan mee gedaan. Uiteindelijk zijn er recentelijk alleen een paar vrouwen vrijgelaten. Op 8 maart, ter gelegenheid van de internationale vrouwendag. Alle anderen die om gratie hadden verzocht, zitten natuurlijk nog steeds vast. Loekasjenko is, zoals u zegt, inderdaad de koning, de tsaar van Wit-Rusland, onder het motto: jullie gaan eerst maar eens op je knieën en ik zal dan bij gelegenheid eens kijken wat ik voor jullie kan doen.’
Weigering
Wat waren de gevolgen van uw weigering politie-uniformen te naaien?
‘Toen ze me na mijn veroordeling van Minsk naar Homel deporteerden, zei ik de kampbewaking dat ik aan het werk ga in het naaiatelier, maar in geen geval uniformen voor politie wou naaien. Dat is me duur komen te staan, vooral mijn gezondheid. Mijn eerste bestraffing volgde al snel. Ze plaatsten me over naar een strafcel waar ik voortdurend alleen zat opgesloten. De strafcel is een ruimte van 1,5 meter breed en 4 meter lang. Bovenin zit een raam dat altijd geopend is.’
‘Aan beide kanten van de betonnen muur hangen twee met metaal beslagen britsen. Overdag hangen ze vast aan de muur, ’s nachts gaan ze naar beneden en rustten op een betonnen ‘tafel’ in het midden. Aan de ene kant is een gootsteen aan de andere kant van de cel een gat in de grond als toilet. Een matras, kussen of dekens zijn niet toegestaan. Alleen een handdoek, tandpasta en zeep mocht ik hebben, als kleding alleen ondergoed en de gevangenisjas en -rok. Het tochtte er voortdurend. Het was ijskoud. Ik kon door de kou niet slapen en was bang dood te vriezen. Ik kon ’s nachts maximaal 20 minuten liggen en stond dan weer op om gymnastiek te doen om warm te worden. Uiteindelijk heb ik daar in totaal 46 dagen gezeten.’
En dat was qua gezondheid uit te houden?
‘Na vijf dagen in die cel, viel ik bewusteloos neer en stootte mijn hoofd aan de rand van een brits. Ik had een bloedende wonde. De bewaakster haalde er een verpleegster bij die mijn hoofd verbond. Ik zei dat het foltering was, dat ze me door slaapgebrek murw probeerden te maken, maar het hielp allemaal niets. Op de negende dag voelde ik enorme pijnscheuten in mijn knieën en aan mijn voeten. Er kwam een dokter die zei dat ik geen recht had op medische hulp. Die zou ik pas krijgen nadat ik mijn tijd in de strafcel van 18 dagen zou hebben uitgezeten.’
‘Ik mocht niet uit die cel. Ik kreeg geen brieven, geen boeken, niets. Overdag mocht ik niet gaan op de vloer gaan liggen of zelfs maar zitten en mijn hoofd op mijn knieën laten rusten. Dan werd er direct op de deur gebonsd: “Niet slapen!” De eerste keer hielden ze me zo in de gaten, toen stond er nog geen camera, maar de tweede keer wel.’
Ziekenboeg
En ze controleerden heel actief?
‘Dat verschilde nogal. Sommige bewakers zaten er inderdaad bovenop. Anderen waren iets relaxter. Na 18 dagen mocht ik terug naar mijn normale cel, waar ik een hele nacht op een matras mocht slapen. De volgende dag ging ik met de anderen naar het naaiatelier, waar ik weer stof kreeg voor het maken van die uniformen. Ik schreef opnieuw een officiële weigering en werd wederom bestraft.’
‘Ik zei tijdens de medische keuring, die verplicht is voor het aantreden van elke bestraffing, dat ik vreselijke pijn had in mijn ledematen, wat ook zo was. Desondanks werd ik goedgekeurd en moest voor de tweede keer naar de strafcel. Na het uitzitten van die tweede keer kon ik me toevallig aansluiten bij een groep vrouwen die naar de ziekenboeg ging. Daar werd ik direct opgenomen en kon zo vier hele dagen uitrusten. Na de ziekenboeg zat ik drie maanden in een cel voor vier personen. Ik kreeg een matras en kon zelfs gebruik maken van de bibliotheek. Dat was in vergelijking met de strafcel een waar paradijs.’
Wat voor boeken waren er zoal te krijgen?
‘Het assortiment in de bibliotheek van strafkamp nummer 4 in Homel was vrij uitgebreid. De bibliothecaris komt naar de cel en vraagt of en wat je wil lezen en brengt dan een aantal boeken. Ik heb in het kamp in Homel voor het eerst de Goelag Archipel van Aleksandr Solzjenitsyn gelezen. Ik herkende mezelf in dat boek. De problemen die nu in de Wit-Russische maatschappij bestaan zijn dezelfde als in de Sovjet-Unie van vijftig jaar geleden.’
‘Dokter Zjivago van Pasternak heb ik daar gelezen, een heel sterk boek. Ook zijn vertalingen van Shakespeare vond ik prachtig. Ik las ook een boek van Boris Jeltsin, dat was iets neutraler (lacht). Er waren natuurlijk vooral veel boeken uit openbare bibliotheken die niet echt veel gelezen werden. Tijdens het verplichte tv-kijken in de gevangenis in Mahiljow was een heel programma gewijd aan de schade berokkend door boeken van bijvoorbeeld Solzjenitsyn in gevangenisbibliotheken. Dus daar zullen ze inmiddels wel iets aan hebben gedaan.’
Heropvoedingsprogramma
Heeft u zelf plannen over uw gevangeniservaring te schrijven?
‘Ik heb tijdens mijn gevangenschap een dagboek bijgehouden. Het lijkt me een goed idee die notities te ordenen en uit te schrijven. Ik ga het in ieder geval proberen. De kampleiding verbood me te schrijven, maar ik hield voet bij stuk en kon zo al mijn lotgevallen bijhouden.’
Was er sprake van heropvoeding met toespraken en verplichte tv-programma’s zoals in Russische kampen?
‘In de gevangenis van Mahiljow draaiden ze vier maal per dag een opvoedend programma via de luidsprekers. In het kamp in Homel speelden ze de actuele toespraken van Loekasjenko in de cellen af. Dan was er nog het verplichte dagonderdeel “Vector”. Iedereen moet dan bijeenkomen en verplicht tv kijken. In “Vector” verschijnt lokaal nieuws over reglementen in het kamp, nieuws van de gewone Wit-Russische propaganda-tv en dan nog allerlei wetenswaardigheden over sportieve evenementen en kampioenschappen, kunst en cultuur.’
‘Er is ook een club waar toespraken en workshops worden gehouden door allerlei propagandisten. Zo kwam de activist Aleksej Kalaj ook eens in Homel langs bij ons. Hij komt uit Orsja, net als ik, daarom ken ik zijn achtergrond. Hij wilde eens kabels stelen om ze te verkopen. Die kabels stonden onder stroom en hij kreeg een zware elektrische schok. Zijn ledematen konden alleen nog worden geamputeerd.’
‘Om alles een andere draai te geven werd bedacht dat hij in het bos een bom zag liggen waar kinderen omheen stonden. Hij zou zich op de bom hebben gegooid en zo de kinderen hebben gered waarbij hij dus armen en benen verloor. Sindsdien is hij een van de trouwste aanhangers van het regime en trekt als zogenaamde mental coach voor Loekasjenko door het land. Ik werd niet uitgenodigd voor zijn toespraak, maar andere gevangenen vertelden dat ze zwaar onder de indruk waren van Kalaj. Ik vertelde ze de waarheid over hem, maar de meesten werden echt heel kwaad en wilden me niet geloven.’
Oorlog in Oekraïne
U had vooral conflicten met de kampleiding. Hoe waren de verhoudingen met veroordeelden voor criminele delicten?
‘In ons blok in het kamp in Homel waren 120 personen, dat waren heel uiteenlopende soorten mensen. Er waren er die voor moord waren veroordeeld, voor drugsgebruik. De kampleiding probeerde de anderen op te zetten tegen de politieke gevangenen. Er werd bijvoorbeeld gezegd dat dankzij mijn voortdurende overtredingen een zogenaamde open dag met bezoek voor iedereen was geschrapt.’
‘Een van de medegevangenen probeerde me voortdurend uit te dagen om fysiek geweld tegen haar te gebruiken, maar bij mij werkten dat soort dingen sowieso niet. Ook werd er getracht zo weinig mogelijk politieke gevangenen bij elkaar te zetten. Toch waren er al zoveel dat we bijvoorbeeld tijdens de pauzes met elkaar konden praten en zo dingen konden afspreken, zoals de weigering uniformen te naaien.’
Waarom wil volgens u Loekasjenko niet meer met troepen deelnemen aan de Russische aanval op Oekraïne?
‘Hij werd waarschijnlijk bang. Ik denk dat hij nu eindelijk heeft begrepen wat een militaire bijdrage van zijn kant voor gevolgen zou kunnen hebben. Die vreselijke oorlog heeft het masker van de beide dictators afgerukt. De een is er mee begonnen en de andere ondersteunde hem. Nu weet de hele wereld met wie ze te maken heeft. Het oordeel van de internationale gemeenschap over de beide dictators is daarmee geveld. Of Loekasjenko nu nog van mening verandert of niet, is al niet meer belangrijk.’
Meer lezen over Wit-Rusland? Lees Ardy Beld’s boek Een land om te leven. 100 dagen proets in Wit-Rusland, te koop bij boeken.doorbraak.be
Woonde en werkte enkele jaren in Moskou. Journalist, vertaler en auteur.
De politiechef van Berlijn waarschuwt voor Joden- en homohaat in bepaalde wijken. Hoe sterk zijn antisemitisme en homofobie in de Duitse hoofdstad?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.