JavaScript is required for this website to work.
post

Nee, leerkracht is geen zwaar beroep

Harry De Paepe16/5/2016Leestijd 3 minuten

Minister Hilde Crevits wil de leerkrachten op de lijst van de ‘zware beroepen’. Nonsens, vindt deze leraar.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In Het Nieuwsblad van het voorbije weekend hield onze Onderwijsminister een opmerkelijk pleidooi om het leraarschap bij de ‘zware beroepen’ te rekenen. Ikzelf moest wat gniffelen bij het nieuws, maar anderen reageerden behoorlijk verontwaardigd. Zoals Jean-Marie Dedecker die op Twitter schreef: ‘Als leraar een zwaar beroep is dan is kassierster of bandwerker slavenarbeid #crevits’. En eigenlijk kon ik, jawel als leraar, hem niet helemaal ongelijk geven.

In mijn studiejaren op weg naar het beroep, viel het me op hoe lichtzinnig een deel van mijn medestudenten omgingen met het leraar-zijn. Sommige pedagogen in de opleiding, in het veld ook bekend als ‘pedagoochelaars’, stimuleerden die lichtzinnigheid. ‘Lesgeven kan iedereen leren’, was de goedkope boodschap. Daarna dacht iedere bietekwiet dat-ie het kon. Als ik soms aspirant-lesgevers zie prutsen vooraan in mijn klas, dan denk ik terug aan dat pedagogisch geleuter. Gelukkig klonken en klinken er nog andere stemmen bij de lerarenopleiding: ‘Lesgeven kan je of kan je niet. Het is een roeping’. Dat kan ik door mijn opgebouwde ervaring alleen maar beamen. Het is een beroep waarvoor je inderdaad een ouderwetse roeping moet hebben. Een roeping, want het vraagt veel meer dan alleen de tijd die je al lesgevend doorbrengt. Het vraagt een engagement waarbij toch heel wat van de liefdadige kant van je persoonlijkheid verwacht wordt. Ouderwets, omdat het lesgeven echt staat of valt met je persoonlijkheid. De technologische snufjes zijn maar hulpmiddeltjes om je lesdoelen gemakkelijker te bereiken. Wat me overigens danig irriteert, is dat die lesdoelen volledig boven de hoofden van de leraars worden beslist. Herinner u de onderwijshervorming waar leraars niet op zaten te wachten, maar die hun toch door de strot werd geramd.

De tijd dat jongeren je als leraar respecteerden, en puur omdat je leraar was, is intussen al heel lang voorbij. De leerlingen van vandaag zijn meedogenloos in hun oordeel over wie voor hen staat. Ik ken mensen die al huilend uit een klaslokaal renden, omdat de roedel hen zo op stang joeg dat ze op de vlucht sloegen. Propjes gooien naar het voorhoofd van een leerkracht om te zien hoelang die dat zou volhouden. Weigeren enige medewerking te vertonen. Woorden als ‘hoer’, ‘klootzak’, etcetera naar het hoofd slingeren. Het zijn beproevingen die sommige leraars dagelijks doorstaan. En wat te denken van ouders die hun kinderen altijd, maar dan ook altijd en tegen beter weten in, in bescherming nemen? ‘Mijn kind maakt die straf niet, want hij heeft niets misdaan.’ Antwoord van de leraar in de schoolagenda: ‘Mevrouw, mijnheer, ik heb uw zoon met mijn eigen ogen dat kind zien slaan’. Reactie ouders: ‘Mijn kind zegt dat het niets heeft misdaan. Ik geloof mijn kind.’ Ik toon nu even de meest duistere en frusterende kant van de medaille, in de wetenschap dat de andere zijde prachtig mag blinken voor de meerderheid van de leraars.

Ik durf mijn job echter niet vergelijken met die van mensen die nachturen moeten kloppen, of met hen die zware fysieke arbeid verrichten. Als leraar besef ik bijvoorbeeld goed dat ik het geluk heb dat ik mijn kop niet hoef te breken over hoe ik tijdens de vakantie mijn kinderen moet opvangen. Ooit, ergens aan een toog kreeg ik van een hardwerkende zelfstandige voor de voeten geworpen dat het mij aan ambitie ontbrak. ‘Waarom?’, vroeg ik. ‘Als je het in het onderwijs staat, dan heb je toch geen ambitie?’ Ik dacht eerst nog dat hij me een mop vertelde, maar het was gemeend en die opinie leeft bij velen. Mijn ambitie is nochtans eenvoudig: ik wil jongeren dingen leren, om hen te helpen op hun weg naar de toekomst. Als geschiedenisleraar doe ik dat met hart en ziel, en bijna letterlijk met handen en voeten. Ik beschik over het geluk dat ik me mag amuseren tijdens mijn werkuren, elke dag opnieuw. Niet iedereen kan dat zeggen.

En dit kan best vermoeiend zijn. Een zwaar beroep is het wellicht niet, maar in elk geval wel een zwaar onderschat beroep.

 

Foto: (c) Reporters

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties