Onze overheid mag “netneutraliteit” loslaten.
Netneutraliteit klinkt positief, maar is het niet.
Een betoging voor netneutraliteit in Brussel
foto © STG/Jonas Gilles/Reporters
Netneutraliteit klinkt heel erg positief, maar is niet liberaal en druist in tegen alle principes van de vrije markt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNetneutraliteit opheffen?
Er is de laatste tijd heel wat te doen over het zogenaamde ‘netneutraliteit’. Proximus baas Dominique Leroy liet al aardig wat ballonnetjes op. België zou dit beter opheffen volgens haar. Maar Open-VLD-minister De Croo wil er niet van weten. Maar wat is dat ‘netneutraliteit’? Is het wel een goede zaak voor de consument en de ondernemingen, want het klinkt wel aantrekkelijk? Neutraal zijn is vaak goed, toch? Zwitserland is neutraal. Moet wel goed zijn dan. Wat ik echter zie is dat er redelijk wat overdrijvingen de ronde doen, gaande van ‘Dit is de doodsteek voor het internet’ en ‘niemand is eigenaar van het internet’.
In de VS heeft de FCC (The Federal Communications Commission) met een stemming van 3 tegen 2 de netneutraliteit (in voege sinds maart 2015) inmiddels opgeheven. Op 23 april moest het ingaan, maar blijkbaar was er nog heel wat bureacratie op te ruimen. De wereld kijkt met spanning toe. Overal gaan er al proteststemmen op en juristen slijpen hun messen. Ook de EU wil niet weten van het opheffen van netneutraliteit. Die willen zelfs gratis WIFI met een kostenplaatje van 120 miljoen euro per jaar invoeren. Dat is mensen omkopen met hun eigen geld. Ook wel bekend onder de noemer politiek. Iemand moet de rekening betalen. Niets is gratis.
Wat is netneutraliteit?
Het basisargument is dat de overheid de telecomwereld strikt kan reguleren en controleren zoals een monopolie. De snelheid en de prijs, moet voor iedereen dezelfde zijn. Er mag geen enkele discriminatie zijn op het net. Iedereen gelijk. In essentie is dit dus de volledige controle over de internetinfrastructuur in handen geven van de overheid en niet van de providers of de netwerkeigenaars. Het is een one-size-fits-all overheidsmonopolie. Dat is niet meteen liberaal of vrije markt-gedreven. Eigenaardig dus dat liberalen netneutraliteit verdedigen.
Niemand eigenaar?
Niemand is eigenaar van het internet, het internet zou gratis en toegankelijk moeten zijn voor iedereen, zo claimen sommige voorstanders van netneutraliteit. Al wie de kabels legt, de netwerken en servers moet installeren, de software schrijft en bijvoorbeeld banktransacties moet beveiligen, zal nogal schrikken van die opmerking.
Internet als gratis mensenrecht
Een andere en vaak gehoorde doch totaal foute opmerking is, dat internet een basis mensenrecht is. Het internet is immers al toegankelijk voor iedereen. Maar het is niet gratis! Een basisrecht wil immers zeggen dat je zonder hinder toegang moet hebben om een product zoals, water, kleding, voeding et cetera te kopen. Het wil echter niet zeggen dat je recht hebt om dit helemaal gratis op te eisen.
Stellen dat iemand het recht heeft om gratis een waardevol economisch goed te verkrijgen, is eigenlijk zeggen dat iemand anders dit goed of dienst voor u gratis moet vervaardigen of leveren, indien u niet wil of niet kan betalen voor de goederen. Dat is eigenlijk de definitie van slavernij. Niet echt een liberaal principe lijkt mij.
Als dit allemaal gratis of bijna gratis moet worden, wat is dan de waarde van dat netwerk? Welke provider of investeerder gaat dit nog financieren? U kent het antwoord al. Niemand! Ze zijn geen eigenaar en kunnen niet vrij beslissen over hun goederen. Waarom nog investeren dan?
Internet als overheidsbedrijf…
Dan blijft dus de overheid over om die taak op zich te nemen. Zucht! We weten allemaal hoe goed dat gaat werken. Net zoals met elektriciteit, water, post en andere diensten die de overheid in handen krijgt, zal dit allemaal onbetrouwbaar, onbetaalbaar en onwerkbaar worden. Politieke benoemingen, stakingen en corruptie, zijn dan schering en inslag.
De grap van de boer komt mij voor de geest en die gaat zo: Een boer loopt samen met een priester langs de velden. Aan een prachtig korenveld aangekomen, vraagt de priester aan de boer, is dit uw prachtig veld? Ja, antwoord de boer, hier heb ik met mijn vrouw dag en nacht gewerkt om dit zo mooi te krijgen. Kom, kom, zegt de priester, zonder de hulp van God zou dit niet mogelijk zijn geweest. Een beetje verder komen ze voorbij een prachtig veld aardappelen. Ook van u vraagt de priester? Ja, zegt de boer, hier hebben mijn zoon en dochter dag en nacht op gewerkt om dit zo mooi te krijgen. Weer zegt de priester, maar zonder de hulp van God was het niet gelukt. Dan komen ze voorbij een vuil en braakliggend stuk grond en weer vraagt de priester aan de boer, is dit ook van u? Ja, zegt de boer tegen de priester, hier heb ik God eens alleen laten doen…
Als u uitgelachen bent, vervang dan “God” door “overheid”. Voor links is de overheid immers een soort goddelijkheid, met de onfeilbare en ingezworen ambtenaar als zijn apostel en de politie en justitie als de gewapende arm om de bevolking te dwingen in de pas te lopen. Er was een tijd dat liberalen dat begrepen, maar helaas, niet zo de huidige generatie Vlaamse liberalen.
De dood van het internet
Netneutraliteit afschaffen: dat zou de dood van het internet betekenen, hoor je voorstanders van netneutraliteit zeggen. Dus: grote telecombedrijven (zoals Proximus) die leven van het internet en vragen om de netneutraliteit op te heffen en hun investeringen te vrijwaren, zouden dit dus vragen om hun investeringen en netwerken te vernietigen. Logisch denken, het is niet meteen voor iedereen weggelegd. De grote telecombedrijven vragen dus om het internet kapot te maken en hun bedrijven te ruïneren. Dat willen voorstanders van netneutraliteit u wijsmaken. Zoiets kan je toch niet verzinnen.
Netneutraliteit bestaat slechts drie jaar in de VS. De groei van het internet voor de netneutraliteit was gewoon spectaculair. Het internet was niet dood voor 2015. Integendeel.
Ziet dit eruit als een stervend economisch model? Nee toch. Nu zeggen dat wetgeving die slechts een paar jaar bestaat het internet zal redden, is absurd.
Goedkoop internet door vrije markt
Internet kon alleen maar groeien juist dankzij een vrije markt, niet door stringente reglementering van de overheid. Een vrije markt en een vrij prijsmechanisme van vraag en aanbod is wat de prijs voor goederen naar omlaag brengt. Dat was het geval voor auto’s, elektrische apparaten, gsm, computers, voedsel, kleding… en de prijs voor het internet zelf. Als er morgen een wet zou zijn die iedereen verplicht om met hetzelfde gsm of dezelfde computer te werken, de markt zou instorten. Dat is precies ook wat uw elektriciteitsrekening deed exploderen. Overheidsinmenging!
Ook het argument als zou er een snelweg opengaan op het internet voor de grote bedrijven, is niet correct. Dit is nu ook al het geval en netneutraliteit belet dit ook helemaal niet op dit moment. Streaming krijgt nu ook voorrang op tekst en mailverkeer.
Betaalmuur als doemscenario
Uiteraard zullen sommige bedrijven proberen om een betaalmuur op te zetten. Zien we elke dag in onze media. Ook AOL en CompuServe deden dit. Dat werd geen succes. Maar Apple is zeer succesvol in klanten lokken en te laten betalen voor hun producten, ook Facebook is een voltreffer. Moet de overheid hun ook aan banden leggen en straffen? Netneutraliteit heeft hen niet afgeremd.
Ja, de tegenstanders van netneutraliteit zijn grote telecombedrijven die winst willen maken. Maar de voorstanders van netneutraliteit zijn dit evenzeer. Amazon, Facebook, Google, Spotify, Vimeo, Twitter, YouTube, YouPorn, Pornhub, etc. zijn net zo goed bedrijven die winst willen maken en opkomen voor hun eigen belangen in deze. Het is niet de liefde voor de klant maar voor het eigen gewin en dat van de aandeelhouders dat hun drijft.
Concurrentie stopt monopolies, niet de overheid
Concurrentie is een noodzaak om monopolievorming tegen te gaan, niet strikte wetgeving. Alleen al een dreiging van mogelijk concurrentie kan een bedrijf dwingen om toch de beste prijs en service te verlenen. Wetgeving die een hinder is voor concurrentie is daarom ten zeerste af te raden. Netneutraliteit is zo een wetgeving. Het is de manier bij uitstek hoe een onderdrukkende overheid de concurrentie zal afremmen en de bestaande monopolies zal bestendigen.
Het argument als zouden er dan verschillende tarieven ontstaan is al even eigenaardig. Iedereen doet dit toch. De trein, elektriciteit- en gasmaatschappijen, tankstations, supermarkten passen prijzen aan of bieden verschillende tarieven. Waarom internet dan niet?
De overheid is het monopolie
Netneutraliteit opheffen zal het internet niet vernietigen. Er zullen ook geen mensen afhaken en bedrijven zullen zich aanpassen aan de nieuwe en vrije omstandigheden. Laten we niet vergeten dat de overheid geen goedaardige brave regulator is, maar de grootste monopolist van allemaal. Overal ter wereld en gedurende de ganse geschiedenis van de mensheid hebben overheden hun burgers onder de knoet gehouden en samen met de grote ondernemingen of spelers van hun tijd in bed gelegen. Altijd leidde dit, zonder uitzondering, tot corruptie, misbruiken en verregaande onderdrukking. Wij als gewone burgers kunnen niet zomaar have en goed verlaten en verder trekken waar het voor ons op dat moment beter zou zijn, maar multinationals kunnen dat wel.
Een overheid de sleutels in handen geven van een monopolie is de vos in het hoenderhok zetten. Dat is geen goed idee.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Jan Jacobs is journalist, generalist en serieel ondernemer. Kortom 'Jack of all trades, master of none'. Bezeten om alles te weten over klimaat- en energiepolitiek, omdat dit het belangrijkste politiek feit van de voorbije 15 jaar is en dat voor de volgende generaties welvaart bepalend zal blijken.
In zijn gastcollege zegt Maarten Boudry dat de oliemaatschappijen zich verzetten tegen de klimaatconsensus. Dat is een aantoonbare dwaling.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.