Niemand wil nog als ‘Russlandversteher’ door het leven gaan
Hoe de band tussen Duitsland en Rusland allengs groeide en onder druk kwam te staan
Vladimir Poetin met ‘Russlandversteher’ Gerhard Schröder.
foto ©
Het Duitse politieke fenomeen van de ‘Russlandversteher’ kent een lange voorgeschiedenis met militaire, politieke en economische connotaties.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementSinds de Russische inval in Oekraïne tien maanden geleden hagelt het in Duitsland kritiek op de ‘Russlandversteher’ onder Duitse politici. Bepaalde christendemocraten (CDU) en sociaaldemocraten (SPD) zouden in een recent verleden te veel sympathie aan de dag hebben gelegd voor het Rusland van Vladimir Poetin. En zelfs de radicalen van links (Die Linke) en rechts (AfD) kunnen vandaag de dag met moeite een zeker begrip voor de vijand van respectievelijk de NAVO en het ‘decadente Westen’ verbergen.
Tegen NAVO-toetreding Oekraïne
Het is nog maar van afgelopen dinsdag geleden dat Sergej Lesjtsjenko, adviseur van de Oekraïense president Volodimir Zelenski, het Ruslandbeleid van gewezen bondskanselier Angela Merkel (CDU) op de korrel nam. ‘Ik ben echt boos op de kanselier, want ze heeft zich geweldig misrekend’, zei hij verwijzend naar beslissingen van haar die ten nadele van Oekraïne uitvielen. Zo verhinderde Merkel samen met Frankrijk in 2008 dat Oekraïne zou kunnen toetreden tot de NAVO en weigerde ze na de annexatie van de Krim door Rusland in 2014 wapenleveringen aan het Oekraïense leger, en dit alles om Poetin toch maar niet te ‘provoceren’.
Haar voorganger, Gerhard Schröder (SPD), wordt ook in Duitsland zelf met de vinger nagewezen, niet alleen omdat hij in de bestuursraad van het Russische olieconcern Rosneft zetelt, maar ook omdat hij zich onvoldoende distantieerde van zijn ‘goede vriend’ Poetin.
Conventie van Tauroggen als symbool en signaal
Tegenwoordig wil niemand in Duitsland nog als Russlandversteher door het leven gaan. Zelfs de radicalen van links als rechts zullen bij alle kritiek die ze uitoefenen op de NAVO of Oekraïne tegelijk de Russische aanvalsoorlog als dusdanig veroordelen. Maar waar kwam dat begrip voor Rusland eigenlijk vandaan? In welke traditie wortelt het?
Het reikt veel dieper in de geschiedenis terug dan in de poging van de oude Bondsrepubliek (1949-1990) om op goede voet te staan met de Sovjet-Unie teneinde de Duitse deling te verzachten en zelfs te overwinnen. Het is op 30 december precies 210 jaar geleden dat de Pruisische luitenant-generaal Johann David Ludwig von Yorck de conventie van Tauroggen (het huidige Tauragė in Litouwen) sloot, die als een verbroedering van Pruisen met Rusland wordt beschouwd.
De Franse keizer Napoleon had Pruisen op 14 oktober 1806 verslagen in de dubbelslag van Jena en Auerstedt, en vervolgens bezet en afhankelijk van zich gemaakt. De Pruisen hadden hem later naast wapens en levensmiddelen 40 000 soldaten moeten leveren voor zijn aanvalsoorlog tegen Rusland.
Toen Yorck in 1812 bij de dramatisch verlopende terugtrekking van Napoleon uit Rusland de verbinding verloor met het X. Franse legercorps, besloot hij te onderhandelen met generaal-majoor Hans Karl von Diebitsch, de bevelhebber van een Russisch legercorps. De daaruit voortvloeiende Conventie van Tauroggen bepaalde dat het Pruisische hulpcorps niet langer tegen Rusland zou vechten en zich in een geneutraliseerd gebied tussen Memel, Tilsit en het Kurisches Haff (het Koerse Haf) in Litouwen zou neerlaten.
Bondgenoot verloren
Daarmee verloren de Fransen een belangrijke bondgenoot en konden niet meer rekenen op de afscherming van de Oostzeekust tegen de Russen. Die voelden zich nu aangemoedigd om de strijd over de Russische grenzen heen te voeren en Napoleon tot in Parijs te achtervolgen. De neutralisering van het Pruisische hulpcorps was voor de anti-Franse krachten in het toenmalige ‘Duitsland’ het signaal om in opstand te komen tegen de napoleontische heerschappij.
Yorck had op eigen houtje gehandeld, zonder toestemming van de Pruisische koning, maar deze verhief hem twee jaar later omwille van zijn militaire verdiensten tijdens de Befreiungskriege, de bevrijdingsoorlogen tegen Napoleon, onder andere in de slag van Wartenburg, tot graaf en schonk hem de geseculariseerde commanderij van Klein-Öls (in het huidige Polen — zie mijn artikel hierover in Doorbraak).
‘Rusland groeit en groeit’
Ook eerder al hadden Pruisen en Rusland het op een akkoord gegooid, meer bepaald toen ze samen met Oostenrijk tussen 1772 en 1795 drie maal het Pools-Litouwse Gemenebest onder elkaar opdeelden. Het was een gebeuren dat in de geschiedenis geboekstaafd staat als dat van de ‘Poolse Delingen’. Die goede verstandhouding zou zich doorzetten gedurende de hele negentiende eeuw. Otto von Bismarck zocht als minister-president van Pruisen en later als stichter en eerste rijkskanselier van das deutsche Kaiserreich het tsaristische Rusland te vriend te houden.
Onder Bismarcks opvolgers en keizer Wilhelm II groeiden Duitsland en Rusland uit elkaar. Duitsland en Rusland klonken zich vast aan elkaars vijanden, respectievelijk Oostenrijk-Hongarije en Frankrijk, om geopolitieke en economische redenen. In de ogen van rijkskanselier Theobald von Bethmann Hollweg (zie portret in Doorbraak) vormde Rusland in toenemende mate een bedreiging voor Duitsland. In de zomer van 1912 registreerde hij bij een bezoek aan het tsarenrijk bezorgd het potentieel aan middelen en mensen ervan: ‘Rußland wächst und wächst’ [Rusland groeit en groeit]. Binnen afzienbare tijd oorlog voeren tegen de ‘Russische Despotie’ leek hem beter dan nog een paar jaren te wachten tot de Russen hun potentieel ten volle konden inzetten.
‘Die Konservative Revolution’
Na de Eerste Wereldoorlog werden de kaarten weer anders geschud. De monarchieën in Duitsland en Rusland waren ten val gebracht. Beide landen waren in de ogen van de Westerse mogendheden pariastaten: Duitsland als ‘veroorzaker’ (en verliezer) van de oorlog, Sovjet-Rusland als de staat waarvan het rode gevaar uitging. Net dat gevoel van uitgestoten-zijn bracht de Republiek van Weimar en Sovjet-Rusland dichter bij elkaar. Met het Verdrag van Rapallo van 16 april 1922 besloten ze economisch en militair nauwer samen te werken.
In die jaren waren er, naast de communisten van de sterke KPD, ook heel wat Duitse nationalisten die met bewondering opkeken naar Rusland als tegenmacht voor het vijandige en verdorven Westen. Arthur Moeller van den Bruck bijvoorbeeld — boegbeeld van de Konservative Revolution en auteur van het boek Das dritte Reich (1923) — droomde van een verbond tussen de ‘jonge volkeren’ van Rusland en Duitsland, die omwille van hun dynamiek de toekomst zou toebehoren. ‘Linke Leute von rechts‘, zo noemde de publicist Otto-Ernst Schüddekopf in zijn gelijknamige boek uit 1960 figuren als de nationaalbolsjewist Ernst Niekisch die wel brood zagen in een cocktail van nationalisme, radensysteem en een niet-marxistisch socialisme.
Lebensraum
Volgens de historicus Thomas Weber in het boek Becoming Hitler: the making of a nazi (2017) zou ook Adolf Hitler als beginnend politicus interesse gekoesterd hebben voor een Duits-Russisch samengaan, maar liet hij die idee varen voor die van ‘Lebensraum’ in het oosten voor het Duitse volk. Het niet-aanvalsverdrag van 23 augustus 1939 tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie diende enkel tactische doeleinden.
Het bezoek van Vjatsjeslav Molotov, de Sovjet-Russische minister van Buitenlandse Zaken, aan Berlijn van 12 tot 14 november 1940 bracht niet de verhoopte aansluiting van de Sovjet-Unie bij de As Berlijn-Rome-Tokio tot stand. Noch resulteerde het in een akkoord over de onderlinge opdeling van de wereld in invloedsferen.
Ostpolitik en goedkope gas- en olieleveringen
Na de Tweede Wereldoorlog integreerde de Bondsrepubliek Duitsland zich in het Westen. Bondskanselier Konrad Adenauer (CDU) loodste de jonge West-Duitse staat binnen in Europa (via de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) en in de NAVO. Maar zelfs tijdens de Koude Oorlog bleef de Bondsrepubliek zich bewust van de noodzaak van goede politieke betrekkingen met Moskou zoals de Ostpolitik van bondskanselier Willy Brandt (SPD) aantoonde. Economisch vertaalde zich dat in tientallen miljarden zware investeringen in Rusland. 3651 Duitse ondernemingen waren in Rusland actief tot aan het begin van Poetins aanvalsoorlog tegen Oekraïne.
Duitsland hing intussen aan het infuus van goedkope gas- en olieleveringen uit Rusland. Tezelfdertijd voelden de Duitsers zich schuldig (en dat doen ze nog altijd) over de misdaden die de nationaalsocialisten met hun aanvalsoorlog tussen 1941 en 1944 hadden begaan op het grondgebied van de Sovjet-Unie. De DDR zelf prees de ‘vriendschap’ met de Sovjet-Unie met de woorden ‘Von der Sowjetunion lernen heißt siegen lernen’. Ook al waren de Sovjet-Russische troepen in Oost-Duitsland niet altijd zo populair, hun aanwezigheid en de indoctrinatie van de bevolking met marxistisch-leninistische denkbeelden en Russisch als verplichte taal in het onderwijs lieten er hun sporen na.
Links en rechts begrip voor Rusland
Al die historische gebeurtenissen verklaren waarom er in het herenigde Duitsland heel wat Russlandversteher te vinden waren in de politiek, de media en de academische wereld, zowel aan de linker- als aan de rechterzijde. Ook al wil niemand nog met dat etiket opgezadeld worden, blijft er een onderhuidse band bestaan tussen Duitsland en Rusland. Als er ooit een einde komt aan Poetins ‘speciale militaire operatie’ zal hij wellicht weer aan de oppervlakte komen, zoals de geschiedenis meerdere malen heeft aangetoond.
Tags |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
Vandaag 1632: Baruch Spinoza geboren, belangrijk filosoof, maar vooral verketterd door kerk en staat
Baruch Spinoza houdt vast aan zijn ideeën, ook al komt hem dat op verbanning uit de joodse gemeenschap, een plek op de Index en een Nederlands publicatieverbod te staan.