JavaScript is required for this website to work.
post

Nooit meer angst voor de macht

De Hongaarse filosofe Agnes Heller (1929-2019) verzette zich tegen de 'perfect rechtvaardige samenleving' als iets totalitairs

Dirk Rochtus22/7/2019Leestijd 3 minuten
Agnes Heller tijdens de herdenkingsplechtigheid voor Anne Frank in juni 2019

Agnes Heller tijdens de herdenkingsplechtigheid voor Anne Frank in juni 2019

foto © Reporters / DPA

Agnes Heller heeft een bewogen leven gehad: Van een oorlogsoverlevende naar een van de belangrijkste filosofes van de laatste jaren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Agnes Heller stond aan de oever van de Donau in Boedapest, angstig haar lot afwachtend. Een lot dat in handen lag van de Pijlkruisers, de fascisten die in 1944 de plak zwaaiden in Hongarije. Ze was 15 en overleefde de massa-executie omdat de munitie van de moordenaars net op was. Haar vader, een man van de ‘Aufklärung’ (de Verlichting), een ‘musischer Mensch’ (een kunstminnende), werd vermoord in Auschwitz. Die ervaringen deden het joods-Hongaars meisje de waarde van de vrijheid en van het leven beseffen. Ze besloot nooit meer angst te hebben —voor niemand— zeker niet voor de machtigen.

Ongenade

Heller begon na de oorlog chemie en fysica te studeren. Ze stapte echter over op wijsbegeerte, nadat ze de beroemde marxistische literatuurhistoricus en filosoof Georg Lukács aan de universiteit van Boedapest had horen spreken. Ze werd zijn assistente en bestudeerde samen met hem de Europese romans van de realistische stroming als weerspiegeling van de maatschappelijke verhoudingen. In naar het Duits vertaalde werken als Der Mensch der Renaissance (1964) of Alltag und Geschichte (1970) wilde ze aantonen dat alle grote culturele scheppingen voortkwamen uit de ‘behoeften, conflicten en problemen van het alledaagse leven’.

Na de Hongaarse volksopstand van 1956 tegen het communistische regime viel ze in ongenade, net zoals haar leermeester Lukács. Hoewel ze haar verbinding met de universiteit verloor, bleef ze in Hongarije. In 1977 emigreerde ze naar Australië om er een leerstoel sociologie aan de universiteit van Melbourne te bekleden. Nauwelijks negen jaar later viel haar de eer te beurt de grote filosofe Hannah Arendt op te volgen aan de New School for Social Research in New York.

Verzet

Heller verzette zich steeds tegen elke ‘nicht-begründete Autorität’ (‘niet-gefundeerde autoriteit’) zoals ze tegenover de Deutschlandfunk verklaarde. Zelfs in tijden van dwang en despotisme blijft de mens ‘principieel vrij om zelf te beslissen’. Dat geloof in de vrijheid vinden we ook zo verwoord op de webstek van het Nederlandse magazine Filosofie: ‘Een perfect rechtvaardige samenleving waar geen kritiek meer is, is een totalitaire samenleving. En wat de gevolgen daarvan zijn, heb ik aan den lijve ondervonden.’ Haar moedig verzet tegen het Hongaarse communistische regime onderstreept de waarachtigheid van haar woorden.

De Duitskundige Heller oefende in een interview met de Deutschlandfunk ook kritiek uit op de huidige Hongaarse premier Viktor Orbán als ‘vaderfiguur’. Zo zegt ze: ‘Er darf unsere Sorgen auf sich nehmen. Und für uns entscheiden und statt uns denken. Und er sagt, was wir denken sollen, was wir tun sollen, und dann ist alles in Ordnung.’ Vrij vertaald: ‘Hij mag onze zorgen op zich nemen. En voor ons beslissen en in onze plaats denken. En hij zegt wat we dienen te denken, dienen te doen, en dan is alles in orde.’

Populisme

Het is die laatste vorm van kritiek die in elk in memoriam voor de overleden filosofe wordt aangehaald. Maar zo gemakkelijk had Heller zich er nooit van af gemaakt. Ze wees de term populisme als een ‘slechte uitdrukking’ af. Tegenover Deutschlandfunk verklaarde ze waarom: ‘In der Massengesellschaft sind doch alle Parteien populistisch. Alle brauchen nämlich die Mehrheit. Die Frage ist, mit welchen Losungen sie diese Mehrheit ansprechen.’ Vrij vertaald: ‘In de massamaatschappij zijn toch alle partijen populistisch. Allemaal hebben ze namelijk de meerderheid nodig. De vraag is met welke slogans ze deze meerderheid aanspreken.’

Gevaren

Van een vergelijking van onze tijd met de Weimar Republiek (Duitsland tussen 1919-1933) en de jaren dertig moest ze ook niets hebben. De mensen zouden uit de oorlogservaringen lering getrokken hebben. Misschien niet heel veel, maar genoeg om te weten dat de geschiedenis zich niet zal herhalen. Niet dat er geen gevaren dreigen voor onze democratie. Ze vreesde dat Europa misschien ooit uit elkaar valt en dat de natiestaten dan weer tegenover elkaar zouden komen te staan.

Heller ontwikkelde in die context dan ook het begrip ‘dystopie’, als tegenhanger van ‘utopie’. Waar de utopie berust op hoop en dus kan ontgoochelen, leert ons de dystopie om ons voor te stellen hoe een ‘verschrikkelijke toekomst’ er als mogelijkheid zou kunnen uitzien. Op die manier bereiden we ons beter op een minder rooskleurige toekomst voor. De voorstelling dat er weer een oorlog binnen Europa zou kunnen woeden, is zo een dystopie.

Heller betreurde dat er in de landen van het vroegere Oostblok onder invloed van het Sovjetsysteem zich nog geen echte middenklasse als waarborg voor de democratie heeft kunnen ontwikkelen. ‘Middenklasse’ karakteriseerde ze niet enkel als een sociaaleconomisch, maar ook als een cultureel gegeven. Ze zei ook meer vertrouwen te hebben in de Verenigde Staten (VS) dan in Europa. In de VS zou de democratie uit het midden van de maatschappij ontstaan zijn.

Jodendom

Vrijheid van denken. Dat bleek ook uit de manier waarop ze naar haar eigen culturele achtergrond —het jodendom— keek, zoals ze in een gesprek met de Deutschlandfunk zei: ‘Es ist eine hermeneutische Religion. Es gibt heilige Texte, aber du kannst den heiligen Text so interpretieren, wie du es willst – ein wenig wie in der Philosophie’ (‘Het is een hermeneutische religie. Er zijn heilige teksten, maar je kan de heilige tekst zo interpreteren zoals je zelf wil – een beetje zoals bij de filosofie.’)

Ooit ontsnapte Agnes Helller als vijftienjarige aan de oevers van de Donau aan de dood. Op vrijdag 19 juli ging de negentigjarige filosofe in het Hongaarse Balatonmeer zwemmen. Ze keerde niet meer levend terug.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties