Nu even niet neuten, Bart
Een kwestie van bankzitten
Niet neuten, Bart.
foto © VRT
N-VA heeft in heel de coronacrisis de feiten achterna gelopen en forceert zich nu om iets goed te maken. De partij wordt zichtbaar nerveus.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement
De burgemeester van Antwerpen heeft op Radio 1 laten weten dat hij de richtlijnen van het coronacrisiscentrum naast zich neer zal leggen, voor wat betreft bijvoorbeeld het verbod om op een bank in het park plaats te nemen. ‘Krijg ik niet uitgelegd’, was de commentaar. Voor alle duidelijkheid: juridisch gezien hebben die richtlijnen geen kracht van wet, daarvoor is een ministerieel besluit nodig. Vermoedelijk haalt u dus gelijk als u weigert de GAS-boete te betalen en voor de rechter zou moeten komen. Dat wist Bart De Wever natuurlijk ook, dus adviseert hij zijn stadsgenoten om tóch op die bank te gaan zitten en tóch te basketten. Nà. Wat sommige Sinjoren direct hadden opgepikt.
Frustraties
Het morele gehalte van die uitspraak is een andere kwestie. Bart De Wever was ook de eerste om het ‘advies’ medio maart — toen was er nog geen lockdown — omtrent de 1000-personenlimiet voor evenementen naast zich neer te leggen. Het heette dat hij geen adviezen wou opvolgen, alleen richtlijnen die kracht van wet hebben. Juridisch gezien ook weer correct. De clou ligt anderzijds elders: de N-VA loopt in heel de coronacrisis de feiten achterna en wordt zichtbaar nerveus, tot op het muggenziften af. Ze slaagt er als oppositiepartij niet in om een ideologische insteek te vinden in een verhaal waar de complete economie on hold wordt gezet om een gezondheidscrisis te bedwingen.
Zorg is sowieso al nooit de grootste bekommernis geweest van de N-VA. Nu de witte sector in een glansrol komt te staan en we van geluk mogen spreken dat de medische infrastructuur bij ons zo ruim bemeten is, worstelt de partij met een thematisch vacuüm. Temeer omdat ze in een Belgisch verhaal is terecht gekomen, waarbij een federaal minderheidskabinet mét volmachten zich enig voluntarisme kan permitteren, onder het motto ‘A la guerre comme à la guerre’.
Om het in voetbaltermen te zeggen: de complete ploeg is aan de zijlijn terecht gekomen en vertoeft in de rol van bankzitter. Dat zijn ze niet gewoon bij de N-VA. Gênant is natuurlijk ook dat de twee grote tenoren, Bart De Wever en Jan Jambon, zich aanvankelijk als non-believers gedroegen, de epidemie minimaliseerden en zich vooral bezorgd toonden om het feit dat de cafébazen hun deuren moesten sluiten. Het ontkenningsgedrag van rechts, waarna flink wat bochtwerk nodig was, valt op in heel deze mondiale crisis. Het ‘griepje’ zal Donald Trump zijn herverkiezing kosten. De andere notoire ontkenner, Boris Johnson, ligt nu zelf op de intensieve zorgen. Een lot dat je niemand toewenst, maar dat toch een ironisch kantje heeft.
De nauwelijks verholen frustratie van Bart De Wever uit zich dus in een discussie over het bankzitten, basketten, en andere onduidelijkheden in de crisiscommunicatie die worden uitgespit. Dat is eigenlijk weinig fraai, het getuigt zelfs van weinig burgerzin en nog minder van staatsmanschap, op een moment dat samenhorigheid en discipline de overhand moeten halen op al de rest.
Oorlogskabinet
Vervelend voor de N-VA (en eigenlijk ook wel voor de Vlaamse beweging in haar geheel) is dat premier Wilmès het al bij al niet slecht doet. Ik ben zelf haar strengste criticus, maar ze maakt weinig fouten sinds ze haar coronakabinet installeerde als een echt oorlogskabinet. De chaos is uitgebleven, de ombouw en capaciteitsvergroting van de ziekenhuizen was zelfs een ongezien succes. Het ‘plateau’ schijnt bereikt, het aantal doden blijft hoog, vooral hoogbejaarden, maar er verlaten meer mensen de ziekenhuizen dan er binnen komen. De prognose wint veld dat we het zullen redden met onze capaciteit en zelfs misschien wel wat Italianen en Hollanders een bed kunnen geven.
Dat is een succes voor een complex, dichtbevolkt land als België, met een bevolking die traditioneel niet uitblinkt in burgerzin, en met allochtone populaties die alleen wakker schieten als de Turkse televisie maatregelen aankondigt. Men moet dat ook durven zeggen, van eerlijkheid is nog nooit iemand doodgegaan: Sophie Wilmès laat zich uitstekend omringen. En ze laat de communicatie over aan de experten, zo slim is ze wel. Nooit zoveel virologen en infectiespecialisten op tv gezien, veel meer dan politici, die wel beseffen dat ze zich hier niet moeten overprofileren.
Natuurlijk zijn er fouten gebeurd. Maggie De Block is nog niet klaar met haar geklungel rond de mondmaskers. Er is de precaire situatie in de rusthuizen en de woonzorgcentra (een Vlaamse bevoegdheid). En dan was/is er dus de discussies rond van sommige richtlijnen, de zitbankenkwestie in het park, wel of niet naar je lief mogen rijden, en de Stasi-achtige toestanden rond drones die kustverblijven met warmtedetectoren inspecteren. Ook die strengheid valt Bart De Wever nu aan, wat ik weer bizar vind voor een rechtsdraaiend politicus die zo graag doortastendheid uitstraalt.
Exitstrategie
Dus ja, vervelend maar waar: dit crisisbeheer levert bonuspunten op voor de nv België. Begin maart had de Vlaamse regering het voortouw kunnen nemen met een Deense aanpak, maar ze heeft het niet gedaan. Ridicule pogingen om dat recht te trekken, zoals Zuhal Demir met haar waardebonnen voor tweedeverblijvers, worden zelfs binnen haar eigen partij niet serieus genomen.
Het is wat het is, even niet neuten Bart, soms moet je als strateeg aanvaarden dat de wind verkeerd zit. Het punt is gewoon dat iedereen nu even in overlevingsmodus zit, in de hoop dat er deze zomer toch nog terrasjes kunnen gedaan worden, en dat elke politicus die nog maar probeert om uit de crisis politieke munt te slaan, gevaarlijk spel speelt. De N-VA zal de crisis moeten uitzweten, tot en met de exitstrategie die door een expertengroep, onder leiding van de alom gewaardeerde Erika Vlieghe, wordt uitgewerkt.
Dat er economisch nog zware noten zullen moeten gekraakt worden, staat vast. En dat de afweging tussen economie en volksgezondheid een penibele oefening is, ook. En dat, nu we het ergste gehad hebben, het parlement terug aan zet mag komen, ook waar. Maar voor alles moet iedereen beseffen dat er een tijd voor en een tijd na corona is. En dat deze crisis een kantelpunt betekent en hopelijk ook een opportuniteit. De politicus die dat niet beseft, veroordeelt zich tot een toeschouwersrol.
Tags |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.