Opruimen die troep!
Na fundamentalisme en scepticisme, tijd voor wat pragmatisch optimisme
foto ©
Hoe zou het nog zijn met Boyan Slat? Wie? Awel, de jongeman die nu zowat een maand geleden met een zelf ontworpen installatie, in de vorm van een reusachtige drijvende worst, vanuit San Francisco de Stille Oceaan opvoer, om het aldaar dobberende plastic op te vissen voor verwerking tot tuinmeubelen. Hij lijkt wel verzwolgen door een zeemonster, geen enkel mediageluid …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHoe zou het nog zijn met Boyan Slat? Wie? Awel, de jongeman die nu zowat een maand geleden met een zelf ontworpen installatie, in de vorm van een reusachtige drijvende worst, vanuit San Francisco de Stille Oceaan opvoer, om het aldaar dobberende plastic op te vissen voor verwerking tot tuinmeubelen. Hij lijkt wel verzwolgen door een zeemonster, geen enkel mediageluid nog over deze dappere plasticverdelger. De schampere commentaren komen nu los, zie je wel, een pure mediastunt was het, zoniet een hoax! Er bestaat helemaal geen plastic-soup, verzekert ons Jan Jacobs, serieel ondernemer, dat is een verzinsel van groene fundi’s. Of Schild en Vrienden kunnen er nog eens een cynische meme uit puren, zoals: ‘dat systeem is ook goed om bootvluchtelingen bijeen te vegen en te verwerken tot…’.
Maar op deze mooie herfstzaterdag wil ik als eeuwige zeurpiet nu eens een positief bericht nalaten, en mijn bewondering uitdrukken voor deze Don Quichotte van de oceanen. Even wat context.
Gyren
Elk jaar komt zo’n acht miljoen ton plastic in de oceanen terecht. Zakjes, flesjes, flacons, tot en met het plastic-borstbeeld dat mijn zoon ooit in China voor mijn verjaardag bestelde maar waarvan de container jammerlijk in zee terecht kwam. Zeevogels en andere dieren slikken de rommel in of raken erin verstrikt. Na verloop van tijd breekt het af en wordt dan door micro-organismen opgenomen, onderaan de voedselketen, waardoor u op het einde een geplastificeerde kabeljauw opgediend krijgt.
Dat is het slechte nieuws. Het goede nieuws is drieërlei. Ten eerste: plastic drijft en komt dus niet in de onbereikbare diepte terecht. Ten tweede verspreidt de ronddobberende rommel zich niet chaotisch, maar concentreert zich door het spel van wind en zeestromingen in afvalhopen, reusachtige storten, de zogenoemde gyren. Eén van die gyren, de Great Pacific Garbage Patch (GPGP), is volgens sommige schattingen twee keer zo groot als het Verenigd Koninkrijk.
Ten derde, en daar gaat het vandaag om: een jonge ingenieursstudent, genaamd Boyan Slat, dweilt al sinds zijn 18de de wereld af met een Ocean Cleanup-project dat hij aan de Technische Universiteit van Delft ontwikkelde als een schoolwerkstuk, zijnde dus een installatie die bestaat uit twee lange drijvende armen, die in de vorm van een V op strategische plekken in zee worden geplaatst. De stroming doet vervolgens het werk: het plastic afval drijft tussen de armen doorheen de vernauwing in de V-vorm, waar het zich opstapelt en kan ‘geoogst’ worden.
Poetsvrouwenlogica
In se is het ding vanuit het gezond verstand van een poetsvrouw of loodgieter bedacht, en niet vanuit een ingenieurslogica. Een kind zou er ook kunnen op komen, zo’n drijvende worst met een stofzuiger in het midden, al behelst het wel wat meer dan dat, want het is een compleet zelfsturend systeem met sensoren, camera’s op zonne-energie (uiteraard), en met satellieten verbonden. Toch heeft de simplitude van het concept een hoog ‘kleren-van-de-keizer’-gehalte: doorgestudeerde wetenschappers en milieu-experten kijken er met open mond naar. Dat ze daar nooit aan gedacht hebben.
Of oppert iemand: ‘laten we maar wat minder plastic weggooien, dan hebben we dit probleem niet’. Natuurlijk is dat zo, maar moet je dan niks doen en filosoferen over de ondergang van deze planeet? Of komt er ergens iemand het licht van de zon ontkennen en bewijzen dat plastic wegwerpzakjes goed zijn voor het milieu. Opvallend nochtans: de pur-sang milieu-activisten, de mopperkonten van Greenpeace en aanverwanten, naast de beklimmers van de spreekgestoelten op groteske klimaatconferenties, zijn ook niet laaiend enthousiast want ze zien zich in snelheid en efficiëntie gepasseerd door deze fixer.
Boyan Slat, wiens moeder als floor consultant (dus eigenlijk een poetsvrouw) aan de kost komt, is namelijk geen punthoofd of een groene dagdromer. Hij onderbrak zelfs zijn studies om het plan te realiseren, op technisch vlak, maar ook om de planeet af te dweilen voor een grootscheepse crowdfunding-actie. Misschien heeft hij iets van die andere fantast, Elon Musk. Onze tijd heeft koppen nodig van het niveau van Jules Verne en Thomas Edison, eerder dan Einstein of Hawking. Genoeg gepalaberd, in zwarte gaten gestaard of over de juiste god gediscussieerd, nu even tijd voor actie. Misschien is dit ook een wat ‘rechtsere’ benadering van het milieuprobleem, als we daar een ideologisch etiket op zouden moeten plakken, dan de eindeloze culpabiliseringsrondes van de klassieke geitenwollen sokken.
Worstengeneratie
Verleden zaterdag vertrok dus de eerste plasticvanger vanuit San Francisco naar die Great Pacific Garbage Patch. Als een oorlogsboot, een poetsbrigade, maar dus ook een beetje als een kinderkruistocht. Als ik achttien was, ik gooide de pen weg en ging mee.
Voor de rest acht ik de symboolwaarde van de actie nog groter dan de onmiddellijke ecologische impact. Het idee moet namelijk ingang vinden dat we onze eigen troep eindelijk eens moeten beginnen opruimen, en dat kankeren over alles wat misloopt op deze planeet niet genoeg is. Na een tijdperk van fundamentalisme, extremisme en het daar tegenover staande cynisme, is het moment misschien wel aangebroken van het nieuwe pragmatisme
Ach ja, het is misschien niet onze plastic maar die van Chinezen en Indiërs, want wij sorteren braaf, maar met de zwarte piet door te spelen gaat het niet vooruit. Ergens reken ik erop –akkoord, het is een beetje wishful thinking– dat de generatie die rond de millenniumwende geboren is, tot een Boyan Slat-generatie uitgroeit: slim én pragmatisch, origineel, behept met intellectueel durverschap gekoppeld aan daadkracht en zin voor het financiële plaatje. Geen ivoren toren-gelul of eindeloos gezeik, maar het nieuwe optimisme van de drijvende worsten dus.
De overbekende slotzin van Voltaire’s Candide, ‘Il faut cultiver notre jardin’, nog zo’n poetsvrouwenspreuk, zweeft ons weer voor de geest. Natuurlijk kan die tuin niet alleen onze achtertuin zijn, hij is groter, zo werkt de natuur nu eenmaal: als een systeem van verbonden vaten. Ergens zitten we allemaal in hetzelfde schuitje, en mag die grote schoonmaak echt groot gezien worden, op verschillende domeinen. Of heb ik nu weer teveel gezegd?
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.