Oeps, weer een negerke
Over het full-time slachtofferschap van Dalilla Hermans
De affiche van de Oerwoudfuif van de scouts en gidsen van Nevele. Na jaren plots wereldnieuws in Vlaanderen.
foto © scouts en gidsen Nevele
De jacht op Zwarte Piet en co heeft niks meer met discriminatie te maken, maar alles met een klaagcultuur die mensen ook een job verschaft.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVorige week deed ze het opnieuw, het moet iets trimesteriëels zijn: op de affiche voor de jaarlijkse Oerwoudfuif van een scoutsgroep in Hansbeke prijkt zowaar weer een lachend negertje met kroeshaar, en weer was Dalilla ‘ziedend verontwaardigd’, blijkens de verzamelde Vlaamse pers
De roots van Dalilla zijn uiteraard niet vreemd aan deze waakzaamheid. In 1988 werd ze vanuit Rwanda samen met haar zus door een Vlaams gezin in Weelde (what’s in a name) geadopteerd, beleefde er naar eigen zeggen een gelukkige jeugd, was geliefd op school en in de jeugdbeweging, mocht studeren (maar haalde geen diploma), stond in 2014 op de federale kamerlijst van Groen, publiceerde een paar boeken en komt momenteel aan de kost als redactrice bij het on line-damesmagazine Charlie.
Haar enige en grote dada: het Vlaamse racisme. Want ooit was ze als veertienjarige eens uit haar slaapkamer ontsnapt naar een fuif en werd op straat door een aantal skinheads belaagd. Ik wil daar niet denigrerend (oeps) over doen, ja, dat is goor. Slecht idee toch ook om op die leeftijd de nacht in te duiken, en skinheads vallen gewoon iederéén lastig, maar voor Dalilla werd het dé kapstok waaraan een grote anti-zwartepietenkruistocht werd opgehangen. ‘Mensen staren me aan als ik met een blanke man op straat loop’, zegt ze ergens in een NRC-interview. ‘Mensen staarden mij als kind ook aan omdat ik sproeten had’, repliceert Luckas Vander Taelen in een VRT-column. Maar het mag niet baten. Het feit dat ze het hier zo goed heeft, ontsnapt uit een hellegat waar ze wél weten wat racisme is, doet niet ter zake: hier spreekt een vrouw die levenslang om haar huidskleur wordt miskend en daar een missie aan verbindt.
Victimisme
Slachtofferschap dus, en waarom we er zoveel mee bezig zijn. In onze post-christelijke maatschappij is de schuld- en schaamtecultuur nog altijd springlevend. Meer nog: ze is dé motor van de sociale vooruitgang en het zorgprincipe. We willen geen wereld waarin mensen gebukt gaan onder onrecht, ten prooi zijn aan partnergeweld, door zatte chauffeurs van de weg worden weggemaaid, kinderen die met een lege brooddoos naar school gaan, gedupeerden die in de kou blijven staan, kaakslagflaminganten, enzovoort: we voelen er ons verantwoordelijk voor, het stoort ons, er bestaat zoiets als een gevoel voor billijkheid en een rechtvaardigheidsreflex.
Het probleem is echter dat er altijd maar slachtoffers blijven komen, hoe hard we ons ook inspannen om de wereld te verbeteren. Sinds de Franse Revolutie is er bijvoorbeeld gesleuteld aan het recht van de beschuldigde in een proces, de sukkelaar die vroeger gewoon aan de eerste boom werd opgehangen, tot gehaaide advocaten maffiabazen en verkrachters via het procedurerecht fluitend het gerechtshof lieten buiten wandelen, nagestaard door het slachtoffer. Toen dachten we: ow, hier klopt iets niet. En toen sloeg de pendel weer helemaal door naar de slachtofferbejegening. Zie ook de nasleep van de Dutroux-affaire en het optreden van Vader Marchal, de onderwijzer die witte-ridder-allures kreeg en zich op de duur als beroepsslachtoffer liet opvoeren, zelfs een partij oprichtte, enz.
Beroepsquerulanten
‘Ik heb een unieke positie omdat er naar me geluisterd wordt. Door mijn adoptie fungeer ik als een soort brugpersoon’, zegt ze in datzelfde NRC-interview. Daarmee erkent ze eigenlijk dat ze als geadopteerde zwarte vrouw, bovendien knap, intelligent en verbaal vaardig, die positie beroepsmatig wel ziet zitten. Maar vanaf dan is het gediscrimineerd-worden een full-time bezigheid en zoek je ook heel de tijd naar negertjes in stripbladen en op fuifaffiches, in se futiele beeldclichés die vanzelf wel uit de mode zullen geraken, maar die Dalilla, en dat is het grappige, absoluut nodig heeft om haar boeken te schrijven en haar columns te vullen.
Unia, het Minderhedenforum, een hele rist van links georiënteerde én gesubsidieerde organisaties, progressieve media, het blad waarvoor Hermans schrijft niet uitgezonderd,- poken dat vuurtje de hele tijd op en onderhouden zorgvuldig het schuld- en schaamtegevoel bij de weldenkende medemens.
Op die manier dreigen echte slachtoffers, mensen die ons medegevoel echt nodig hebben, te verzuipen in de politiek-correcte hysterie. De jacht op Zwarte Piet en zijn afgeleiden heeft niks meer met discriminatie te maken, maar alles met een klaagcultuur die mensen ook een job verschaft. Van de weeromstuit vergroot ze de zurigheid in de Vlaamse subregionen, het gemompel ‘dat ze maar eens terugkeert naar Rwanda als het daar zoveel beter is’, quod erat demonstrandum, het bewijs dat Vlaanderen wel degelijk racistisch is.
En zo kunnen we eeuwig doorgaan. Dat Dalilla geen wind kan laten of het komt op TV, is ook al niet van aard om die self-fulfilling prophecy tot stilstand te brengen.
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.